Bespreking omtrent al- of niet wenschelijkheid van reglementsherziening.
De Voorzitter wijst er op, dat hij steeds op reglementswijziging heeft aangedrongen. Aanvankelijk wachtte hij met het indienen van een ontwerp tot een in uitzicht gestelde herziening van de Verbond-Statuten een feit zou zijn geworden. Nu deze weder voor onbepaalden tijd van de baan is, omdat men op de herinrichting van Groep Vlaanderen wil wachten, meende hij niet langer te moeten wachten en heeft in Dceember j.l. een ontwerp aan de Afdeelingen gezonden. Het is nu de vraag of men alsnog op Statutenwijziging wil wachten of zoo spoedig mogelijk de reglementsherziening wil ter hand nemen.
De heer Oudendijk ('s-Gravenhage) verklaart zich tegen onmiddellijke herziening, maar ten einde aan eenige bezwaren tegemoet te komen, stelt hij namens zijn afdeeling voor, in beginsel slechts eenmaal per jaar den Groepsraad bijeen te roepen, tenzij bepaalde omstandigheden meer bijeenroepingen noodzakelijk maken. In dit voorstel ligt een bewijs van vertrouwen in het bestuur en aanneming daarvan zal den geldelijken toestand ten goede komen.
Nadat nog verschillende afgevaardigden het woord hebben gevoerd, wordt met 23 tegen 3 stemmen beslist, dat niet tot onmiddellijke herziening van het reglement zal worden overgegaan.
De Afdeeling Rotterdam dient thans een motie in luidende: De vergadering van den Groepsraad...... van oordeel dat de reorganisatie van Groep Nederland geen uitstel gedoogt; dat echter die rorganisatie moet wachten op de door het Hoofdbestuur voorgenomen Statutenwijziging; verlangt dat het H.B. in dit spoedeischend geval binnen den kortst mogelijken tijd eene Algemeene Vergadering belegge tot vaststelling van nieuwe statuten.
De Afdeeling 's-Gravenhage verzet zich krachtig tegen deze motie, terwijl de Voorzitter er op wijst dat, waar een Statutenwijziging in het Hoofdbestuur pas is afgewezen, er al heel weinig kans is, dat genoemd Bestuur door zulk eene motie tot andere gedachten zal komen.
De Jongel.-Afd. Rotterdam verbaast zich, dat hier door de Burger-Afd. Rotterdam zulk eene motie wordt ingediend, daar zij meent te weten, dat laatstgenoemde Afdeeling feitelijk geen bestuur meer heeft.
De heer Mr. De Gaay Fortman (vertegenw. van de Groep in het Hoofdbestuur) heeft ook op Statutenherziening aangedrongen en is ten opzichte van eene herleving van de Groep België - waarop herziening van de Statuten zou moeten wachten - vrij pessimistisch gestemd.
De motie van de Afd. Rotterdam in stemming gebracht, wordt verworpen met 15 tegen 12 stemmen.
Daarna komt het voorstel van de Afd. 's-Gravenhage in stemming (zie hierboven). Het voorstel wordt aangenomen met 17 tegen 10 stemmen. Zonder buitengewone omstandigheden zal de Groepsraad in 1922 dus nog slechts eenmaal bijeengeroepen worden.
* * *
Na de pauze wordt overgegaan tot bespreking van de motie met uitgebreide toelichting, ingediend door de Studenten-Afdeelingen Amsterdam, luidende:
De Groepsraad enz. enz.
overwegende het bij herhaling gebleken gemis van werkdadigheid bij de leiding van het A.N.V. in aangelegenheden van Grootnederlandsch stambelang;
overwegende, dat telkens wanneer men op dit gemis de aandacht vestigt, van verantwoordelijke zijde te kennen wordt gegeven, dat geldgebrek hiervan de eenige oorzaak is;
spreekt als zijn meening uit, - evenwel in het midden latende de al- dan niet-gegrondheid van dit argument -, dat in die omstandigheden een verruiming van de geldmiddelen de eenige uitweg moet zijn uit de moeilijkheden, waarmede het A.N.V. thans te kampen heeft, en
draagt het Dagel. Bestuur van Groep Nederland op een voorstel tot verhooging tot minstens vier gulden van de thans in het Groepsreglement vastgestelde minimum-contributie voor gewone leden binnen den kortst mogelijken tijd aanhangig te maken.
(De motie was met uitgebreide toelichting, gedrukt aan de Afdeelingen toegezonden).
De heer Van Son - Administrateur van het Verbond - heeft met de grootste verbazing - om geen sterker