De Zweedsch-Nederlandsche Vereeniging te Stockholm.
Bovengenoemde vereeniging hield hare jaarlijksche feestelijke bijeenkomst den 5en December.
Een 80tal dames en heeren hadden aan de oproeping van het bestuur gevolg gegeven. Na eene openingsrede door den voorzitter, Oud-Minister Ericson, waarbij o.a. hulde werd gebracht aan de nagedachtenis van het onlangs overleden bestuurslid Professor Oscar Montelius, den man met Europeesche vermaardheid, den grooten vereerder van Nederland en der Nederlandsche kultuur, werd het woord gegeven aan den voorlezer voor dien avond, den heer S. van Scholander, over ‘Reisindrukken van Java’. De voorlezing werd verduidelijkt door lichtbeelden.
De heer Scholander bewees, zijne oogen en ooren goed den kost te hebben gegeven. Langeren tijd stond de spreker stil bij de meest merkwaardige onderwerpen, zooals beschrijvingen over Boro-Boedoer, Bromo, 's Lands Plantentuin, het hofleven te Solo en Djokja enz.
De geachte spreker spaarde ook geen kritiek, waarbij hij deed uitkomen, dat in Indië ook niet alles goud is, wat blinkt. Nu en dan sloeg hij de plank wel eens mis, een gewoon verschijnsel bij vluchtige reisindrukken. Voor ons Nederlanders is het intusschen wel eens belangwekkend te hooren hoe buitenlanders ons Indië beoordeelen.
De Heer Scholander besloot zijne voordracht met eenige Maleische volksliederen, waarvan de tekst in de Maleische taal gezongen, en daarna in het Zweedsch werd vertaald.
Een gezellige avondmaaltijd, gevolgd door dans, be-