West-Indië.
Aanvaarding van het Gouverneurschap.
De nieuwe Gouverneur, Mr. Brantjes, heeft 13 October het bestuur over de kolonie Curaçao aanvaard met een rede, waaraan het volgende is ontleend:
‘Het is onder moeilijke tijdsomstandigheden, dat ik het bestuur over deze kolonie aanvaard: moeilijk vooral voor het Moederland.
Het oude Europa maakt een tijd van crisis door, waarvan het einde nog niet te zien is. Gevoelig wordt de invloed dier crisis ook in Nederland ondervonden.
De frissche wind, die ons tegenwaait uit het nieuwe grondwetsontwerp, is een waarborg dat het “stuitend” onderscheid dat in 1865 tusschen Curaçao en Suriname gemaakt werd, zal worden opgeheven en dat eene regeling tot stand zal komen, waarbij de rechtmatige aanspraken van de bevolking, met betrekking tot invloed op en aandeel in het bestuur, zullen worden erkend.
Mijn ambtsvoorganger, oud-gouverneur Helfrich, heeft velerlei plannen ontworpen waarvan hij de voltooiing niet meer heeft kunnen zien, meerdere maatregelen voorbereid, waaraan hij geene uitvoering meer heeft kunnen geven.
Op de door hem gelegde grondslagen hoop ik, bij een zuinige voering der koloniale huishouding, zooveel mogelijk te kunnen voortbouwen.’