Neerlandia. Jaargang 25

Balans.

Vrijwilligers voor!

Met dit nummer wordt de 25e jaargang van Neerlandia afgesloten.

Het zou in normale omstandigheden aanleiding zijn geweest tot een feestelijk herdenken. Maar de tijden zijn abnormaal, de levensomstandigheden zorgelijk, de naweeën van den wereldoorlog en den volkennaijver meer dan ooit voelbaar. Het maatschappelijk leven blijft ontwricht en daarmee ook het bestaan van zoovele vereenigingen, die, het welzijn eener bepaalde gemeenschap beoogend, geen groeiende altruïstische belangstelling kunnen verwachten, waar de persoonlijke zorgen van velen het meeleven met organisaties, al hebben die het heil der gemeenschap ten doel, moeilijk maakt.

Het zou struisvogelpolitiek zijn te willen ontkennen, dat ook het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft geleden onder de inzinking der volkswelvaart.

Er zijn vele vereenigingen tot nut en vermaak der burgerij, waarvan men al gauw uit sympathie of omdat men er niet buiten kan lid is, en zoo breidde het aantal lidmaatschappen voor elk niet onbemiddeld staatsburger zich van lieverlede uit tot een vrijwillige steunbelasting.

Nu de overheidsbelastingen echter een ondraaglijken omvang hebben genomen, trachten velen hun balans in evenwicht te brengen door de vrijwillige af te schaffen.

Zeer verklaarbaar maar tegenover het Algemeen Nederlandsch Verbond niet oorbaar, wanneer men zich goed indenkt in doel en streven. Meer dan in eenige andere vereeniging concentreert zich in ons Verbond de versterking van nationaal gevoel door samenwerking met onze koloniën, onze stamverwanten en de Nederlanders in het buitenland, de bevordering van hun welvaart, zedelijk en stoffelijk, en de verhooging van het Nederlandsch stambewustzijn.

Wie daarvoor geen penningske meer over heeft, als hij het kan missen, behoort eigenlijk niet in de Nederlandsche gemeenschap thuis.

Een vereeniging als het Algemeen Nederlandsch Verbond, dat in dit zuiver streven naar geestelijken en maatschappelijken vooruitgang van allen, die tot die gemeenschap behooren, geen eigenbelang beoogt, moest nimmer een achteruitgang in ledental behoeven te boeken, noch verslapping van ijver onder haar leden, noch daling zijner fondsen.

Zij kan alleen vruchtdragenden arbeid verrichten, wanneer de sympathie van alle goede Nederlanders en stamverwanten over heel de wereld met haar is en ieder naar zijn vermogen, zoowel geldelijk als geestelijk, de leiders steunt.

Daarom richt het Hoofdbestuur tot ieder lid dit dringend verzoek: Als gij er over denkt Uw lidmaatschap van verschillende vereenigingen op te zeggen, laat dan niet alleen het Algemeen Nederlandsch Verbond er buiten, maar neem U voor dit jaar nog ten minste een nieuw lid aan te brengen.

[p. 156]

En als ge tot heden slechts het minimum hebt bijgedragen, verhoog het dan vrijwillig tot f 5. -, geef liefst nog meer als ge kunt.

Ge begrijpt, dat ook voor het Algemeen Nederlandsch Verbond de waarde van het geld is verminderd en het Hoofdbestuur van f 2.50 per lid voor zijn omvangrijken arbeid thans weinig of niets overhoudt na aftrek van kantoorkosten, salarissen en de exploitatie van Neerlandia.

Laten velen door zoo hoog mogelijke opvoering van hun jaarbijdrage toonen, dat ze waardeeren den arbeid van het Hoofdbestuur, dat juist, nu allerwege de Nederlandsche belangen in en buiten ons land om steun vragen, over veel meer geldmiddelen dan vroeger moet kunnen beschikken, om zijn taak naar behooren te vervullen.

Het ligt voor de hand dat, wanneer een wijziging van de statuten aan de orde komt, daarin een bepaling van het minimum voor nieuwe leden op f 5. - zal moeten worden opgenomen.

Het zijn de oude, beproefde leden, van welke verwacht wordt, dat zij vrijwillig hunne jaarlijksche bijdragen zullen willen verhoogen.

Laat ieder, die het wel meent met het idieel en practisch streven van het Algemeen Nederlandsch Verbond en wiens balans het toelaat, het jaar besluiten met de goede daad, een mededeeling te verzenden van den volgenden inhoud:

Aan de Administratie van het Algemeen

Nederlandsch Verbond,

Groenmarkt 9,

Dordrecht.

Ondergeteekende wenscht zijn jaarbijdrage voor het Alg. Ned. Verbond te verhoogen van f..,.. tot f..,..

Mogen zeer vele berichten in dien vorm binnenkomen.

Zij zullen een krachtmeter zijn van de offervaardigheid der leden voor het groote nationale- en stambelang, dat het Verbond voorstaat.

De uitslag zal van grooten invloed zijn op de begrooting en het werkprogram van 1922.