Neerlandia. Jaargang 25
(1921)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVereeniging Koloniaal Instituut in 1920.Wat deze waarlijk vorstelijke Vereeniging nastreeft is in Neerlandia reeds herhaaldelijk uitvoerig uiteen gezet. Voor mij ligt thans het lijvige jaarverslag over 1920, in 4o formaat, inhoudende 112 bladzijden. Het doel der Vereeniging is om op breeden grondslag kennis van Indië te verzamelen en te verbreiden; ieder belangstellende zoo grondig mogelijk voor te lichten; hen, die in Indië werkzaam zullen zijn, door inlichtingen en leergangen zooveel mogelijk toe te rusten. Die veel omvattende arbeid der Vereeniging is als volgt gegroepeerd: Algemeen Secretariaat; Afd. Handelsmuseum, Afd. Volkenkunde; Afd. Tropische Hygiëne. Het is wel niet mogelijk in enkele regels mede te deelen wat in 1920 zooal verricht is. Slechts een paar dingen kunnen worden aangestipt. In het verslagjaar werden uitgeleend (in 240 aanvragen) 1244 lantarenplaten en films voor lezingen en voordrachten in binnen- en buitenland. Zes belangrijke studiewerken werden uitgegeven. Het handelsmuseum werd bezocht door 7192 personen. Schoolverzamelingen werden aan 131 aanvragers toegezonden; er zijn er nu 2516 over Nederlandsche onderwijs-instellingen verspreid. Dr. A.J. Kluyver beëindigde in Juni zijn studiereis door Britsch-Indië, Ceylon en Ned.-Indië ter bestudeering van de klappergarennijverheidGa naar voetnoot1) en hield daarover voordrachten; zijn verslag wordt gedrukt. De voorlichtingsdienst gaf op breede schaal voorlichting aan handel en nijverheid. De inlichtingsdienst voor betrekkingzoekenden ontving 209 bezoekers en 433 brieven. De verzameling voor volkenkunde werd zeer verrijkt. Vier kleine tentoonstellingen werden gehouden. De lessen in Volkenkunde en Maleisch werden gevolgd door 102, die in maatschappelijke toestanden door 81, die in aardrijkskunde, staatsinstellingen, tropische gezondheidsleer en koloniale voortbrengselen door 80 leer- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
lingen (artsen, officieren en geplaatsten bij handel, landbouw en bankwezen). Voor de Volksuniversiteit te Amsterdam werden gehouden 25 voordrachten. De instituten voor de bestudeering van verschillende gewesten in Indië (Atjeh, Sumatra, Minangkabou, Zuid-Sumatra, Bali en Molukken) waren ijverig werkzaam. 80 Artsen werkten tijdelijk aan het instituut van tropische ziektekunde en gezondheidsleer en ontvingen er de noodige lessen en voorlichtingen. Een veertigtal verhandelingen in verschillende tijdschriften waren daarvan 't gevolg. - Het ‘Comité voor Indische leergangen en lezingen,’ dat met het instituut samenwerkt, gaf 4 ‘leergangen aan Onderwijzers en Onderwijzeressen,’ zorgde voor 5 ‘vrije voordrachten en lezingen, bracht meer kennis der Koloniën op ‘middelbare en hoogere onderwijsinrichtingen’ gaf een ‘kolonialen vakantie-leergang voor geografen’ en bracht o.m. tot stand een ‘reizende koloniale boekenverzameling.’ Ten slotte iets over de geldmiddelen; in dit geval kunnen wij dat noemen ‘millioenen-studiën.’ Middelen der Vereeniging op
Het reusachtige prachtige gebouw, waar alle arbeidsgroepen en inrichtingen gehuisvest zullen worden, nadert zijne voltooiing en is reeds gedeeltelijk overkapt. Dezer dagen had ik gelegenheid het te bezichtigen; 't zal een sieraad van Amsterdam worden, een waardig monument voor een koloniale mogendheid als Nederland. De bouw kost millioenen.
Uit dit vluchtig, onvolledig overzicht, kan de lezer, hoop ik, opmaken dat wij hier te doen hebben met een inderdaad vorstelijk Instituut. Die er meer van wil weten, wende zich tot het Algemeene Secretariaat (Plantage, Middenlaan 15, Amsterdam). Zulk een Vereeniging moet nog meer bekend worden. Zij maakt volgens mijn bescheiden meening nog niet genoeg reclame (s.v.v.); hebben b.v. alle openbare leeszalen een ex. van 't degelijke verslag ontvangen?Ga naar voetnoot2) 's-Gr. v.L. |
|