vroegere inwoners. Het stadje is zeer regelmatig gebouwd en bestaat uit een vóórstad, gelegen tusschen den Voorburgwal en Middelburgwal (men hoort wel, dat er Amsterdammers onder de eerste kolonisten geweest zijn) en een achterstad, gelegen tusschen den Middelburgwal en de rivier de Treene. In de voorstad ligt het groote vierkante marktplein, voor de helft met boomen beplant. De straten der voorstad staan loodrecht op elkaar en zijn lijnrecht, zoodat men op iederen hoek door de stad heen kan zien.
Verdere feestelijkheden hadden dien dag niet plaats, behalve een godsdienstoefening in de Synagoge, eveneens door Christenen van allerlei kerken en richtingen bijgewoond.
VOORLEZING VAN HET OCTROOI.
De Joodsche gemeente van Friedrichstadt heeft voorloopig nog niet te lijden onder het anti-semitisme, dat na den oorlog weer in opkomst is in Duitschland en de spreker van dien middag, opperrabbijn Lerner uit Hamburg, sprak met groote voldoening over de vrijheid en verdraagzaamheid, door zijn geloofsgenooten van de eerste tijden af in Friedrichstadt ondervonden.
De avond was bestemd voor de zoogenaamde ‘Commerse’: feestelijke bijeenkomsten in drie verschillende lokaliteiten. In een van deze had ik het genoegen, den burgemeester Vosz de feestgave te overhandigen, door het bestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond aan mij voor dit doel meegegeven. De burgemeester sprak zoowel voor deze gave als voor de giften van particulieren uit Holland ingekomen, zijn hartelijke dank uit en de geheele vergadering liet Holland ‘Hoch’ leven tot driemaal toe. En dit waren geen bloote plichtplegingen. Men kon het ook in gesprekken merken, hoezeer ons land en volk op 't oogenblik in eer en achting staat bij de Duitschers. Vroeger werd over Holland dikwijls eenigszins kleineerend gesproken, met een zekere neerbuigende welwillendheid, die een groote sterke broer heeft voor een nakomertje in 't gezin. Dat is anders geworden. De groote broer voelt zich niet sterk meer en heeft bovendien de ervaring opgedaan van den leeuw in de fabel, die door een rat bevrijd werd.
De veranderde economische omstandigheden deden ook haar invloed gelden op de feestviering. Terwijl hier vroeger de rum de volksdrank was, die op dergelijke avonden in ruime mate genoten werd en de hoofden op hol bracht, was er nu, voorzoover ik het althans gezien heb, van dronkenschap geen sprake. Men hield zich aan het lichte bier; de rum is te duur geworden.
De Zondag, de voornaamste feestdag, werd ingezet met twee godsdienstoefeningen in de Roomsch-Katholieke en Doopsgezinde kerk, waarna om 9¼ uur de algemeene wijdingsdienst onder den vrijen hemel op 't Marktplein gehouden werd. Hier waren zeker meer dan duizend hoorders bijeen, die in stille aandacht luisterden naar wat door de twee sprekers, de Luthersche predikant Keck en mijn persoon gezegd werd.
Den geheelen morgen door stroomden vreemdelingen het stadje binnen. Ik geloof dat er wel bijna tien duizend gasten gekomen zijn (vier maal het aantal inwoners van Fried-