Zuid-Afrika.
‘Het Afrikaansch is en zal onze taal zijn en blijven, mits zij steeds gevoed wordt uit de bron van haar oorsprong, n.l. de schoone, krachtige literatuur van Holland.’
Brief van Pres. STEYN, 1904.
Hoezeer onze zendingen naar Zuid-Afrika, mits terdege wordt nagegaan, wie het vraagt, wat men vraagt, waar men het vraagt en voor welk doel men het vraagt, nog altoos, ja vaak meer dan ooit (en men was steeds erkentelijk!) op prijs gesteld worden, mogen de volgende aanhalingen bewijzen. Het merkwaardigste is zeker wel (voor ondergeteekende niet: die heeft nimmer getwijfeld aan dit verschijnsel!), dat de brieven kwamen en komen uit alle provincies van de Unie, uit Transvaal en den Vrijstaat, uit de Kaap zoo goed als uit Natal. De schrijvers zijn ons allen goed bekend, de brieven dagteekenen alle van '21!
I. Transvaal. 1. ‘Dadelijk even bericht, dat de 2 kisten boeken zijn aangekomen.... Een deel zal ik doorzenden naar een aardige buitenschool, waar de jonge energieke onderwijzer probeert een boekerij te vormen en voelt voor Hoog-Hollandsch. Zelf zond ik daarheen een paar bundels liederen van Hullebroeck, wiens concert de bedoelde onderwijzer evenals wij te B. bijwoonde.’ 2. ‘Wat was het mij een verrassing weer eens van U te hooren en dat wel met een aankondiging van een kist boeken. Twee dagen geleden kwam de kist in goede orde alhier aan. Des avonds had ik rustig de tijd alles te schiften en te rangschikken. Wat een mooie kollectie heeft U voor ons uitgezocht! Heerlik, al die leesboeken en plaatwerken. Vandaag, een koude, regenachtige dag, zitten de kinderen te genieten van het platen kijken in de jaargangen van Buiten enz..... We hebben de Holl. boekenkast eens flink opgeruimd en er heel wat stukgelezen oude vriendjes uit verwijderd om plaats te maken voor de nieuwe, hartelikverwelkomde aangekomene. Van die oudjes, voor zoover het nog ging, hebben we twee pakken gemaakt en die zijn gister vertrokken naar de Industr. school voor meisjes alhier, zoodat die ook wat meekregen.’ 3. ‘Hartelik dank voor de boekeschat. Nu kunnen de vrienden weer lezen. Meer dan een derde voegde ik bij de schoolboekerij. Er wordt tegenwoordig meer gelezen dan vroeger. Vooral de volwassenen hebben gebrek aan geschikte leesstof.’ 4. (Ditmaal een predikant: nr. 1 is een huisvrouw, 2 en 3 zijn onderwijzers.) ‘Mijn dank voor de kist boeken. Mijn voornemen is, met mijn huisbezoek door de gemeente - waarvoor ik een afstand van 60 uur te paard heb af te leggen - de boeken mee te nemen en hier en daar op een plaats een boek af te geven: zoo kan ik er het best gebruik van maken. En op de plaatsen (boerderijen) zijn ze het meest noodig. En laat ik U dadelijk zeggen, dat, na goede inspectie, de mij gezonden boeken
daarvoor uitnemend geschikt zijn.’ 5. (Onderwijzer.) ‘De boeken zullen nu als een aparte verzameling in de bibliotheek van de Normaalschool geplaatst worden. Ik heb verwachting, dat ze wel gelezen zullen worden: de keuze is wel van dien aard, dat die verwachting gewettigd mag heeten.’ (In een persoonlijk onderhoud met dezen schrijver en nog anderen, die kort daarna naar ons land kwam en, is hun stellige overtuiging gebleken, dat onze zendingen nog altoos op tal van plekken en voor tal van standen uitnemend te pas komen.) ‘Ook het hoofd van de Normaalschool zegt U hartelijk dank voor de boeken.’
II. Oranje-Vrijstaat. 1. ‘Wel, ik moet zeggen, dit is 'n waardevolle kolleksie. die ik maar in z'n geheel aan ons Opleidingskollege zal overmaken.’ 2. ‘Met vreugde hebben wij de ontvangst van de kist boeken te erkennen. De leerlingen van onze school waren in de wolken en hebben een uitgehongerden leeslust. Door gemis aan leesstof voor zelfontwikkeling zijn de mensen in de omgeving achterlik en koud voor alles, dat schoon is. Daarom hebben wij de schoolbibliotheek ook voor het publiek opengesteld en wij kunnen reeds van een hartelike leesgzelschap getuigen, die ook heerlik kouten over belangrijke en meer verheven onderwerpen. De boeken zijn zeer gelukkig gekozen en wij wensen U onze hartelike dank te betuigen. Wij hopen, dat de woorden van onze geliefde Generaal De Wet ons tot waarschuwing mogen strekken en die van Vosmaer ons mogen opwekken tot hogere idealen.’ (Het laatste is een zinspeling op de kernspreuk van de Boeken-Commissie: ‘Onze geest kan wereldburger zijn - ons hart niet’.) 3. ‘Wees met Uw helpers zeer hartelik bedankt voor die prachtige verzameling boeken! De kinderen van onze school en ikzelf genieten al reeds van de heerlike leesstof, die zo oordeelkundig uitgezocht is. Al staat onze tijd in 't Afrikaans, toch blijven we allen hier nog genieten van de Moeder, het hoog-Hollands. Er is nog maar weinig, wat op dezelfde culturele trap staat in 't Afrikaans als wat al sinds eeuwen 't Hollands voortbracht. Doch ook hier geldt de spreuk: Anhou wint!’.. Het volgende is ongevraagd. 4. Unie van Zuid-Afrika. Departement van Onderwijs. Bloemfontein, O.V.S. 8 Julie 1921. ‘Dis tot kennis van die Department gekom dat U als Direkteur van de Boekekommissie van het A.N.V. bijna 'n honderd goeie boeke vir biblioteek doeleindes aan die..... Skool gestuur het. Ek kan U verzeker dat dit seer hoog waardeer word en ek moet U en U Vereniging, namens die Provinsiale
Administratie, hartelik bedank, daar dit die skoolkinders baie aanmoedig en hulle leer wat Holland vir Suid-Afrika altoos was en nog is en dit trek die vriendskaplike bande weer nouwer.’
Get...... waarn. Sekretaris.