West-Indië.
Hoog verantwoordelijkheidsbesef.
23 Mei heeft Mr. A.J.A.A. Baron van Heemstra het gouverneurschap over Suriname aanvaard met een rede, die rijk was van gulden woorden, welke voor het geheele Nederlandsche volk waarde hebben.
Na de gevoelens van warme en moederlijke sympathie van H.M. onze Koningin te hebben overgebracht en de hoop te hebben uitgesproken op een blijder dageraad, welke voor de zwaar beproefde kolonie spoedig moge aanbreken, heeft de nieuwe gouverneur zijn taak geschetst in bewoordingen, die het beste van zijn bestuur doen verwachten. De voornaamste gedeelten uit zijn aanvaardingsrede volgen hier:
Het zal mijn ernstig streven zijn alle krachten in te spannen om de zedelijke, de sociale en de economische verheffing van deze kolonie en van hare inwoners middellijk en onmiddellijk te bevorderen.
Naast het meerdere, dat in deze kolonie reeds op sociaal terrein tot stand kon worden gebracht, zal ik mij tot plicht rekenen, zoowel het gezamenlijk als het persoonlijk verantwoordelijksheidsgevoel der natie te versterken, waartoe niet alleen staatsrechtelijke hervormingen zullen kunnen worden aangebracht, doch ook het besef meer en meer dient te worden ingeprent, dat het ‘arbeiden’ en ‘nog eens arbeiden’ een onafwijsbare eisch is voor het wezen van hoogere orde, dat met de menschelijke rede werd begiftigd.
Slechts hij, die den juisten samenhang tusschen recht en plicht heeft leeren vinden en die de aansprakelijkheid voor hetgeen hem is opgelegd en toevertrouwd in vollen omvang gevoelt en voortdurend toont te gevoelen, is in staat om eene onafhankelijkheid te bereiken, welke hem, met behoud van noodzakelijke banden, een vrij en zelfstandig bestaan waarborgt.
Indien het ons mag gelukken, in wel overwogen opzet, een deugdelijk werkplan samen te stellen, hetwelk voor langere periode, alles omvat wat voor den opbloei van den landbouw, voor de vorming van de industrie, alsook voor de onmisbare exploratie van binnenland en bodem noodzakelijk schijnt, dan zal zoodanig werkplan, ik ben ervan verzekerd, de goedkeuring van het parlement in ons moederland verwerven en zullen van staatswege de gelden, hoe aanzienlijk ook, voor de geleidelijke uitvoering van dit plan worden beschikbaar gesteld.
Veel voorlichting en steun zullen wij hierbij kunnen putten uit hetgeen reeds eerder in belangrijke rapporten over Suriname werd verwerkt, en in dit verband acht ik mij geroepen van deze plaats een oprechte hulde te brengen aan den oud-gouverneur Staal, die naast zijne vele en vruchtdragende bemoeiingen in de drukkende oorlogsjaren, de onvergankelijke verdienste heeft gehad om als grondlegger van het Suriname-Studie-Syndicaat, door bekwame en ervaren mannen uiterst waardevol materiaal te doen verzamelen en gevolgtrekkingen te doen formuleeren, welke de uitbakening van een betere toekomst voor Suriname beoogen.