Neerlandia. Jaargang 25
(1921)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdSuriname.Uit het Jaarverslag 1920 der Groep Suriname.Een werkzaam jaar ligt achter ons. In het bestuur kwamen twee plaatsen open door vertrek uit de kolonie van de heeren J. van der Zee Rzn. en A.A. Dragten. De plaatsen werden niet aangevuld. De ondervoorzitter, de heer C.K. Kesler, vertrok met verlof naar Nederland en bleef in het bestuur. Het vanwege de groep Suriname in de geldelijke commissie en het Hoofdbestuur zitting nemende lid G.F. Baron Thoe Schwarzenberg en Hohenlansberg te Middelburg nam ontslag en in diens plaats werd benoemd de heer Mr. P. Hofstede Crull, oud secretaris van de groep, wonende te Tiel, die de benoeming aannam. | |
[pagina 80]
| |
Het aantal ingeschreven leden bedroeg eind December 198: 168 te Paramaribo, 5 in Nickerie, 19 op plantages, 1 te Coronie en 5 in Albina (waaronder gerekend St. Laurent in Fransch Guyana). De groep bestond uit een beschermend lid van f 25. - (de Gouverneur), 2 begunstigende leden van f 10. - en 189 gewone leden, waarvan 158 van f 2.50, 2 van f 3. -, 1 van f 4. - en 15 van f 5. -. Er waren drie jongelieden buitengewoon lid voor f 1. -. Er had op 26 Februari 1920 een algemeene vergadering plaats. Een lezingenreeks werd geopend, om de geschiedenis van bevolkingsgroepen der kolonie en belangrijke gebeurtenissen te behandelen, waaraan verschillende personen bereidwillig hun medewerking verleenden: de heeren C.K. Kesler met het onderwerp Nederlanders in Amerika, F. Oudschans Dentz over ‘De Stad onzer Inwoning’, P.A. Hilfman over ‘Eenige grepen uit de geschiedenis der Joden in Suriname’, S. Beck over: ‘Uit den maatschappelijken arbeid van de zending der Evangelische Broedergemeente in Suriname, in het bijzonder met betrekking tot de opvoeding van de mannelijke rijpere jeugd'’. De Gouvernements geneesheer van St. Martin, L.L.J. Nunes, die op zijn doorreis naar Nederland Suriname bezocht, hield 28 Juli eene lezing over ‘de drie Hollandsche bovenwindsche eilanden van de kolonie Curaçao’. De slotlezing hield Pater P. van Esch over ‘Monseigneur Grooff en Batavia’.Ga naar voetnoot1) Op 6 Maart hield de secretaris tijdens zijn bezoek aan Albina een lezing aldaar over ‘de Beteekenis van den Nederlandschen Stam’, waarbij na afloop door een belangstellende f 12.50 voor de beide particuliere melaatschen-inrichtingen werd ingezameld. De rolprent ‘De zegetocht van H.M. de Koningin door Zuid-Limburg en Zeeuwsch Vlaanderen’, werd andermaal, doch nu voor de leerlingen van de kostelooze openbare scholen van gewoon lager onderwijs en de gesubsideerde scholen, alle te Paramaribo en omgeving, kosteloos vertoond op 24 September. Het koloniaal bestuur droeg in de kosten daartoe welwillend bij. Ruim 3000 kinderen woonden deze vertooning bij. De Inspecteur van het Onderwijs verleende zijn krachtigen steun. Het was op Zondag 20 Juni 75 jaren geleden dat een groep Nederlandsche kolonisten zich in Suriname vestigde. Van de oorspronkelijke kolonisten is er nog één in leven. De groep ontving op 21 Juni de Hollandsche boeren met gezinnen als gasten in hun midden in den tuin van de Buitensocieteit ‘Het Park’. Op deze feestelijke bijeenkomst waren een groot aantal leden aanwezig. Tal van lichamen en instellingen hadden door een schenking medegewerkt om dit feest te doen slagen. Er waren voor deze geschiedkundige gebeurtenis door het Hoofdbestuur 55 zilveren gedenkpenningen geslagen (in Nederland), welke door den wd. Gouverneur werden uitgereikt aan alle gezinshoofden. Een zeer opgewekt bal volgde na de toespraken en de zang- en voordrachtnummers. De groep was in staat in de kosten dezer gedenkpenningen f 300. - bij te dragen. Het bestuur trad met de zustergroep ‘Nederlandsche Antillen’ in verbinding om bij het Hoofdbestuur in Nederland aan te dringen om maatregelen te beramen, dat de kolonie beter en vlugger van Hollandsch nieuws zou voorzien worden door de Fransche Kabel Maatschappij. De ondervoorzitter - in Nederland aanwezig - was op de Hoofdbestuursvergadering van 16 October tegenwoordig om het verzoek nader toe te lichten. Van de vereeniging ‘Nederland in den Vreemde’ werden op verzoek onzerzijds een aantal afdrukken ontvangen van het verlucht werkje ‘De Nederlanden in verschillende talen, hetwelk werd toegezonden aan verschillende consuls te dezer stede en naar de kamer van koophandel en fabrieken. Een groot aantal leden verhoogden vrijwillig hunne bijdragen, zoodat verplichte verhooging niet noodzakelijk is. De groep zal in 1921 dan ook de afdracht aan de kas belangrijk kunnen vergrooten.
Paramaribo. F. OUDSCHANS DENTZ. |
|