Neerlandia. Jaargang 25

Van de Afdeelingen.

Amsterdam.

Tot leden van het Bestuur zijn gekozen in plaats van Mr. P.W. de Koning, die bedankt heeft, en van Mr. F.A. Josephus Jitta, die naar Alkmaar vertrokken is, Prof. Dr. H. Brugmans en de neer Julius E. Gerzon, terwijl de heer Ed. Karsen herkozen werd.

's-Gravenhage.

Deze afdeeling heeft haar naam makende bijeenkomsten besloten met een Dietschen kunstavond, die o.a. werd bijgewoond door Dr. De Visser, minister van Onderwijs en Mr. Patijn, burgemeester en gewijd was aan Nederlandsch boerenleven in schilderkunst en muziek. Voor wat de schilderkunst betreft verleende prof. dr. W. Vogelsang zijn medewerking; het muzikale deel, dat met zijn voordracht verband hield, werd verzorgd door zijn echtgenoote, mevrouw Jeanne Vogelsang-Hijmans, violiste, en den heer Hans Goemans, aan den vleugel.

Aan het eind van den avond bedankte kapitein Oudendijk, de voorzitter van de afdeeling, het drietal medewerkenden en richtte een woord van dank tot het bestuur van Pulchri voor het belanglooze afstaan van zijn zalen voor al de avonden en tot allen, die door hun medewerking het welslagen daarvan hebben verzekerd.

Ten slotte wijdde hij nog eenige woorden aan het doel, dat met de kunstavonden wordt beoogd. Deze avonden, waar alle politiek zorgvuldig wordt geweerd, doen z.i. duidelijk de cultureele en de geestelijke gemeenschap tusschen de deelen van onzen Staat gevoelen en zij zijn ook het bewijs, dat het Nederlandsche geestesleven ver buiten de politieke grenzen van dien Staat uitgaan.

Hij besloot met het slotvers van een gedicht van Lovendaal:

Houdt saam wat Dietsche tale spreekt
En liefde in 't hart voor 't eigne kweekt,
Reikt over grens van zee en land
Elkaar de trouwe broederhand
En dient, van ziel en zin gelijk,
Groot-Neerlands geestlijk Koninkrijk.

[p. 65]

's-Hertogenbosch.

Op 30 Maart l.l. trad voor deze afd. in samenwerking met het Prov. Gen. voor Kunsten en Wetenschappen de heer De Villiers op met eene lezing over het leven en de lotgevallen van Laurens Storm van 's-Gravesande, Bosschenaar van geboorte, Commandeur van Essequebo. Geboren in 1704, nam hij op 17-jarigen leeftijd dienst in het leger, om in 1743 de betrekking te aanvaarden, die hem beroemd heeft gemaakt. Ruim 20 jaren is hij in die betrekking werkzaam geweest. Aan de hand zijner talrijke brieven schetste de spreker Storm's vooruitstrevende politiek o.a. tegenover de inboorlingen en wat hij voor de W.I.C. en het gewest, waar hij regeerde, gedaan heeft. De heer de Villiers noemde hem een trouw onomkoopbaar, onbaatzuchtig, vlijtig en matig man, die helaas na zijn dood langzamerhand in vergetelheid is geraakt.

De heer Mr. Phaff, voorzitter der afdeeling, dankte den spreker voor zijne belangwekkende voordracht.

Rotterdam (Jgl. Afd.).

Bestuur: G.A. Rosenthal, 1e voorzitter; C.H.v. Schoonneveldt, 2e voorzitter; Mej. A.v.d. Berg, 1e secretaresse; S.J. Rensing, 2e secretaris; J. Isaäcs, 1e penningmeester; A. Nyhuis, 2e penningmeester; J. Hoogendoorn, Archivaris.

Utrecht en O.

Op Dinsdag 12 April hield in een vergadering, belegd door onze afdeeling te samen met het Historisch Genootschap en het Prov. Utr. Genootschap van K. en W., de heer E.H. van der Wall, schoolopziener te Colombo, in de Engelsche taal eene lezing met lichtbeelden over ‘de Hollanders op Ceylon’. De lezing, die, aangezien de heer Van der Wall de Nederlandsche taal niet machtig is, noodzakelijkerwijze aan de oppervlakte van het behandelde onderwerp moest blijven, was onderhoudend, en de heer v.d.W. oogstte verdienden bijval voor zijn poging, belangstelling voor Ceylon's oud-Hollandsche herinneringen te wekken.

Utrecht (Stud. Afd.).

Bestuur: B.v. Genechten, voorzitter; A.J.v. Riel, 1e schrijver, Cath.singel 37bis; C.L. Wieringa, 2e schrijver; H.Th. Nieuwenhuysen, 1e penningmeester; C.C. Weertman, 2e penningmeester; Mej. H. Lebret en J.J. Le Roux.