Neerlandia. Jaargang 25
(1921)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |||||||||||||||
Oost-Indië.Wat een ‘blijver’ vermag.In ons laatste artikeltje werd gewag gemaakt van twee soorten Europeanen in Indië: de trekkers en de blijvers. De eersten, hun tijd in Indië uitdienende, min of meer zich wijdende aan hun levenstaak aldaar, soms gekweld door onstuimig verlangen naar 't Moederland; de tweeden, die Indië als hun tweede Vaderland beschouwen. Ongetwijfeld kunnen ook die eersten in ieder opzicht hun plicht doen en veel goeds tot stand brengen, maar 't spreekt van zelf, dat de laatsten toch een sterkeren drang kunnen hebben om iets groots tot stand te brengen. Tot die ‘blijvers’, die leven voor hun tweede vaderland, behoort ook Karel Albert Rudolf Bosscha, de in Indië zoo gunstig bekende beheerder der theeonderneming Malabar. Professorszoon en kleinzoon van een Minister, voelde hij ongetwijfeld onbewust den drang van de leuze: geestelijke adeldom legt plichten op. Geschoold op de Polytechnische school te Delft, ging hij naar Indië om er zijn geluk te beproeven, begon als theeplanter, zocht nog een korten tijd zijn fortuin bij de goudwinning in Borneo, maar keerde spoedig tot de thee terug en richtte de fabriek ‘Malabar’ in voor hydro-electrisch bedrijf. Van die fabriek is hij nu 25 jaar de beheerder en het gelukte hem die onderneming op te werken tot een schitterend bedrijf. Maar.... dit alleen is het niet wat de aandacht op hem vestigt; immers, er zijn er zoovelen, aan wie 't zelfde gelukt. Wat dezen ijverigen, geestdriftvollen werker onderscheidt, is zijn scheppingsdrang ten behoeve der gemeenschap, voor welke hij tijd en arbeid en belangrijke geldsommen over heeft Wat al bemoeienissen! Wij denken hierbij minder aan de theelanden, die achtereenvolgens naast Malabar verrezen; maar meer aan de bemoeienissen in meer veelzijdigen kring. Laat ons eens opsommen:
Dan:
Aan al die dingen wijdde de heer Bosscha zijn belangstelling en gaf er - zoo noodig - zijn geld voor. Geen wonder, dat algemeen, in de Preanger vooral, de aandrift zich deed gelden om dezen nuttigen burger te huldigen. Het Ned. Ind. Landbouwweekblad gaf een Bosscha-nummer; Indische bladen gaven hoofdartikelen en de ‘Stad op de hoogvlakte’, (waarover wij 't vroeger reeds hadden), het zoo snel in bloei toenemende Bandoeng, benoemde den heer Bosscha tot eereburger.Ga naar voetnoot1) En nooit is zeker een eereburgerschap meer verdiend. De omstandigheden waren voor Bandoeng's ontwikkeling toch al zeer gunstig; door ligging en klimaat moest hier wel de ‘stad der toekomst’ verrijzen, maar 't krachtig ingrijpen, 't onophoudelijk opkomen voor Bandoeng's belangen, is een der voornaamste oorzaken, ten gevolge waarvan Bandoeng reeds nu een plaats van zooveel beteekenis is geworden. De heer Bosscha komt nu eindelijk eens 't Moederland bezoeken, maar ik twijfel er niet aan of hij zal vrij spoedig naar zijn geliefde Preanger, en naar zijn koninkrijkje hoog in 't gebergte terugkeeren. Hij zal voor Indië wel een ‘blijver' zijn. En zeker mogen wij wel den wensch uiten: Moge er veel zulke ‘blijvers’ zich voor goed in Indië vestigen. De groote meerderheid, millioenen uit Indië trekkende, verteert die elders. Wij deelden reeds vroeger mede, dat de Chineezen in dit opzicht een gunstige uitzondering maken en daarom op economisch gebied voor Indië van niet geringe beteekenis zijn geworden.
Schrijver dezer regelen had 25 jaar geleden 't voorrecht met dezen verdienstelijken (daarom zoo eenvoudigen) man kennis te maken. 't Was op een vroegen morgen, dat ik uit de Pasangrahan naar Malabar wandelde. Ik bleef er ontbijten in de voorgalerij van de toen nog zeer nederige woning ('s heeren B.'s stelregel was, zeer terecht, eerst de fabriek in orde en dan de Directeurswoning). In de koude, prikkelende morgenlucht, daar op een hoogte van 4500 voet, smaakte de Hollandsche haring zeer goed. Later mocht ik van den heer B. steeds een zeer vriendelijke bejegening ondervinden. Geen wonder, dat het mij dubbel verheugt, dat deze flinke burger naar waarde wordt geëerd. s-Gr. v.L. |
|