Het gebruik van ‘ismen’ in de bouwkunde.
Een onzer lezers maakt er ons opmerkzaam op, dat hij tot zijn en veler ergernis steeds leest over ‘houtbouw’, ‘nieuwbouw’ en meer dergelijke fraaiigheden. Hij zegt daarbij, dat de strijd wel gevoerd wordt tegen gallicisme en anglicisme, maar 't gebruik van germanisme toegeeflijker schijnt. Of dat waar is, valt te betwijfelen. Een ieder, die zijn moedertaal hoog houdt, zal het onverschillig zijn of het gaat tegen Fransche, Engelsche of Duitsche samenstellingen of zinswendingen, zoodat van een bepaalde voorkeur geen sprake is. Dat echter woorden als de bovengenoemde hier gemakkelijk worden overgenomen is zeker niet voor 't laatst te danken aan de omstandigheid, dat zij in zeer beknopten vorm de juiste beteekenis weergeven, waar men anders in 't Nederlandsch genoopt zou zijn tot een breedvoerige omschrijving. (Dat is de vraag T.C.). Het gaat toch niet aan b.v. voor ‘houtbouw’ ‘houten bouw’ te zetten; wel degelijk zou men dan moeten spreken van ‘gebouwen, in hout opgetrokken’. (Waarom niet? T.C.). Hoe jammer het misschien is, maar wij gelooven, dat het heel moeilijk zal zijn, dergelijke termen ingang te doen vinden. (Als er maar de wil is. T.C.)
‘Het Vaderland’.