Een echt Nederlandsch feest te Essen.
Den 15en December had de Nederlandsche Vereeniging te Essen, ruim duizend leden tellende, 450 Nederlandsche kinderen met hunne ouders uitgenoodigd tot viering van een Sint-Nicolaasfeest.
De groote zaal van het feestgebouw was gevuld met een blijde schare kinderen, die evenals de ouderen, met groote spanning de dingen afwachtten, die gebeuren zouden. De kleinen werden onderwijl rijkelijk onthaald op koppen chocolade met melk en suiker (een ongekende weelde), door de rappe handen van eenige Nederlandsche dames rondgediend.
Een reusachtige tafel in hoefijzervorm was beladen met 450 pakjes, elk bevattende een nuttig geschenk en verschillende lekkernijen.
Aan de eeretafel zaten o.a., behalve de populaire Consul C. Schmid, ook de consuls van Engeland en Polen en hunne dames, leden van het Gemeentebestuur en enkele gasten, toevallig uit Nederland gekomen.
Nadat de Voorzitter den feestavond met eenige welgekozen woorden had geopend, waarbij hij op den voorgrond stelde, dat niet het feestvieren het doel van den avond was, doch wel het innig verlangen, door een echt Vaderlandsch feest ook de kleinen aan het Vaderland te binden, werd het Wilhelmus eenparig aangeheven. Een, nog sedert kort opgericht, mannenkoor bracht daarop zeer verdienstelijk eenige Hollandsche liederen ten gehoore, waarna het blijde oogenblik aanbrak. Gezeten op een fieren witten schimmel kwam Sint Nicolaas in groot bisschoppelijk ornaat binnen, geleid door een zestal kaboutertjes gevolgd door Pieterman en zijn ezel, welke laatste door vereende krachten gedwongen was dien avond zijn natuurlijke koppigheid op te geven.
Keurig werd een rondtocht door de zaal gehouden, waarna Sint, luide toegejuicht, zijn troon op het tooneel beklom. Een aantal lieve meisjes hieven, aanvankelijk schuchter, doch daarna vrijmoedig, eenige welkomstliederen aan. De grijze Bisschop antwoordde in een alleraardigste toespraak, waarop het mannenkoor zich wederom verdienstelijk deed hooren.
Consul Schmid, hartelijk door alle aanwezigen begroet, hield daarop een rede, tintelend van warme Vaderlandsche gevoelens. Na eenige andere nummers trad het zoontje van den Consul Sint Nicolaas tegemoet en zei met groote vrijmoedigheid en alleraardigst een gedicht op, eindigend met de woorden:
En komt U 't volgend jaar O Sint
Per stoomboot weer uit Spanje,
Vergeet dan niet hier 't Nederlandsch kind,
Ons.... kindren van Oranje.
Toen brak het oogenblik aan, dat de Bisschop, na een hartelijk afscheidswoord, vertrekken moest. Na een rondgang door de zaal, onder oorverdoovend gejuich, vertrok hij met zijn zwarten knecht en gevolg.
En toen volgde de groote pret. Ordelijk in kleine groepen verdeeld, begaven de kleintjes zich naar de tafels met geschenken beladen.
Wij, die toevallig uit Deventer en Amsterdam aanwezig waren volgden Consul Schmid naar diens gastvrije woning, waar hij ons tot laat in den nacht op echt Hollandsche wijze onthaalde, en onderwijl de Nederlandsche belangen besprak.
S.v.L.