Suriname.
Nickerie aan het verengelschen.
De briefschrijver van De Surinamer te Nickerie, schrijft d.d. 9 Juli o.m. aan zijn blad:
Dat er Engelschgezindheid in Nickerie heerscht, valt niet te ontkennen. Zulks betreur ik ten zeerste, niet uit een antipathiek gevoel tegen het Engelsch, doch uit een gevoel van liefde voor het Hollandsch, hetgeen geen enkel rechtgeaard vaderlander kan euvel duiden.
Toen de bevolking in Nickerie grootendeels uit Surinamers, onderdanen van de Ned. vlag, bestond, heerschte er een volslagen Nederlandsche eensgezindheid, doch sedert de trek van Engelschen naar hier is toegenomen, is eene verdeeldheid ontstaan. En met de jaren nam die toe. Het balatabedrijf heeft niet weinig tot die verdeeldheid bijgedragen.
In de jaren toen dat bedrijf zich snel uitbreidde, kwamen duizenden Engelschen naar Nickerie om hier een bestaan te vinden; dagelijks kwamen de booten gevuld met passagiers aan. Voor hun vertrek naar de binnenlanden, vertoefden zij geruimen tijd te Nickerie. Door hunne onbekendheid met de Nederlandsche taal, kwam het Nederlandsche volk tot de noodzakelijkheid om gebruik te maken van het Engelsch, zoodat die taal meer op den voorgrond trad. En het gevolg was, dat nagenoeg de meeste geboren Nickerianen beide talen even gebrekkig kunnen gebruiken, terwijl het Negerengelsch nog de zege wegdraagt.
Op verjaardagen van de leden van het Koninklijk Huis springt dit scherp in het oog. Bij eene wandeling door Nickerie's straten op een dier dagen vraagt men zich af of men in Nickerie de Nederlandsche vlag verafschuwt.
Behalve op de Gouvernementsgebouwen en de ter reede liggende vaartuigen ziet men van niet meer dan vier pariculiere gebouwen de vlag wapperen.
Blijkt hieruit nationaliteitsgevoel?
Het ‘Algemeen Nederl. Verbond’, dat als taak op zich genomen heeft het Rood, Wit en Blauw hoog te