Neerlandia. Jaargang 24
(1920)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 129]
| |
De ‘Pelgrimvaders’. Herlevende geestverwantschap.In 't begin van de Septembermaand werd in Nederland en Engeland eene gebeurtenis herdacht, die rijk is geweest aan zegenrijke gevolgen voor de Nieuwe wereld - Amerika. Het was de tocht der Pilgrim-fathers uit Leiden via Delfshaven-Plymouth, naar Amerika, Wie waren zij? Eenige eenvoudige lieden uit Engeland, onder de leiding vooral van John Robinson, een hoogstaand man, verlieten Engeland, waar zij zich van de Staatskerk hadden afgescheiden als een land, dat hun geen gewetensvrijheid liet en waar kerker en schavot altijd dreigden. Zij begaven zich naar Amsterdam, waar reeds eenige Engelsche geestverwanten zich gevestigd hadden, maar voelden zich er minder thuis en gingen in Mei 1609, ten getale van ongeveer 100 personen, naar Leiden, waar zij welwillend werden toegelaten en mochten blijven wonen, ook na een protest van den Engelschen gezant. Daar bleven zij tot 1620. ‘De gemeente groeide door aanwas uit Engeland tot een 300 communicanten, een dertigtal is poorter van Leiden geworden; de meesten hadden het wevers- en lakenbereidersambacht geleerd en bleven met handwerken arm. Dit heeft de gedachte aan een verdere pelgrimage levendig gehouden. Voorts waren de Leidsche zeden hun te wuft en hinderde hen met name de Sabbathsontheiliging. Dan ook wilden zij Engelsch blijven; zoo zagen zij uit naar het onbekende land over den Oceaan’.Ga naar voetnoot1) Zoo kochten zij in 1620 de ‘Speedwell’ van 60 ton en gingen na een aandoenlijke plechtigheid te Delfshaven scheep naar Plymouth. De wrakke ‘Speedwell’ moest helaas worden afgekeurd en zoo gingen op de ‘Mayflower’ een Walvischvaarder van 180 ton, door hen afgehuurd, 102 personen op 16 Sept. 1620 naar Amerika. ‘Na stormachtige reis zagen zij 9 November land bij kaap Cod, zeilden de veilige baai in, meenende bij hun doel de Hudson te zijn en kwamen den 11en ten anker. Nog een maand hebben zij toen naar eene goede plaats voor hun nederzetting gezocht, Maandag 11 December vonden zij de tegenwoordige haven van Plymouth (“Forefathers Bay”) en den 16den zeilde de “Mayflower” daar binnen. Het plan voor een stad werd ontworpen (met een Leyden-street als hoofdstraat), het doel was bereikt, de pelgrims hadden de plaats hunner rust gevonden. Een gedenkplaat wijst de plek, waar zij voet aan wal zetten.’ Al deze feiten zijn de vorige maand plechtig herdacht te Leiden, Delfshaven en Plymouth door vertegenwoordigers uit Amerika, Engeland, Nederland en Hongarije (een vertegenwoordiger uit Duitschland was verhinderd). Men weet dat Amerika die herdenking van zooveel belang achtte, dat het zich door een oorlogsbodem naar Rotterdam te zenden, liet vertegenwoordigen. Straks zal ook Amerika zijn Herdenking gaan vieren: in November als nationale herdenking voor geheel de Republiek der Vereenigde Staten, het volgend jaar Juni en Juli in het bizonder in Massachusetts als in engeren zin de stichting der Pilgrim-Fathers. Geen wonder! Deze eenvoudige ‘pelgrimvaders’, mannen van een vast karakter en een heilige overtuiging, worden in Amerika geacht als de grond- | |
[pagina 130]
| |
vesters van den Amerikaanschen geest, van de democratie der Vereenigde Staten. 't Wordt dan ook als een voorrecht beschouwd, van die kloeke mannen af te stammen. Wel heeft deze nieuwe Staat van idealisten zich niet zoo bijzonder uitgebreid (toen deze zich in 1691 met Massachusets vereenigde waren er 17 Staatjes met 13000 zielen); maar een stevige grondslag was nu gelegd, waarop de later toestroomende Puriteinsche landverhuizers konden voortbouwen.
Wij, Nederlanders, denken dankbaar aan 't geen ons vaderland voor die mannen heeft gedaan. De Engelsche uitgewekenen werden gastvrij ontvangen; de Leidsche magistraten bekommerden zich daarbij niet om den toorn der Engelsche regeering. Voorts - gelijk Prof. Knappert in de genoemde artikelen aantoont - werden ze in Nederland gedrenkt door den geest van een Willem de Zwijger en een Huig de Groot. Gewetensvrijheid - scheiding van Kerk en Staat - het recht op 't sluiten van een burgerlijk huwelijk - de erfeniskwestie (de kinderen deelen gelijk op) - zorg voor weezen, armen en zwakzinnigen en rechten der vrouw. Dat waren de geestelijke schatten, die de beginselvaste zwervelingen uit hun tijdelijke woonplaats in Nederland overbrachten naar de Nieuwe wereld.
Wij verheugen ons er in, dat dit bij de jongste feestviering door Engelschen en Amerikanen dankbaar is erkend. Groote waarde hechten wij in 't algemeen niet aan gelegenheidsredevoeringen, betuigingen van ‘warme sympathie’ enz. enz.; meestal zijn 't holle klanken, frases. Maar...... we meenen, dat hier mag gesproken worden van een gunstige uitzondering en dat de waardeerende woorden, door vele vreemdelingen bij die gelegenheid uitgesproken, welgemeend waren. Wij meenen te mogen aannemen, dat een belangrijk en niet het slechtste deel van Engeland's en Amerika's burgerij met waardeerende hoogachting Nederland is toegedaan. Dr. Plooy, predikant te Leiden schreef op de boot van Londen naar Rotterdam een mooi en bezield verslagGa naar voetnoot1) over de feestviering te Plymouth. ‘Ongetwijfeld hebben de Hollandsche Herdenking en de Pilgrimfeesten in Engeland aan onzen Hollandschen naam buitengewoon veel goed gedaan’. Dat is de volle waarheid. En daarom schreven wij boven dit artikeltje ook de woorden: Herlevende geestverwantschap. Die gemeenschap was er vroeger, uitte zich krachtig in woorden en daden, totdat de oorlogsdolheid de menschen daarginds verblindde. Nederland is in die oorlogsjaren miskend, gehoond, verguisd. Nu komt het heldere inzicht gelukkig langzamerhand terug; de met bloed beloopen oorlogsoogen beginnen weer de dingen te zien zooals zij zijn; de geestverwantschap herleeft. Neêrlands kracht schuilt niet in een groot leger, maar in de achting, die het afdwingt door zijn roemrijk verleden en nu weer door zijn houding gedurende den wereldoorlog. Blijve dat zoo! 's-Gr. v.L. |
|