Een meening.
In verband met ons hoofdartikel van de vorige maand kan het zijn nut hebben hier af te drukken wat een Vlaming, zich noemend Amedeus, in het Vlaamsche Front, weekblad van den Antwerpschen Tak van 27 Juli 1919, schreef:
Mijn meening over het Algemeen Nederlandsch Verbond?
De wauwelende dagbladpers heeft haar best gedaan om het Nederlandsch Verbond een kwaden roep te geven.
Openhartig wil ik de netelige vraag beantwoorden: het Nederlandsch Verbond moet bloeien in Vlaanderen.
Waarom? Omdat deze vereeniging moet staan tegenover de Alliance francaise. Waar de fransche vereeniging ijvert om de fransche cultuur te verspreiden, moet het Nederlandsch Verbond zorg dragen voor de Nederlandsche cultuur, die onze eigen cultuur is.
Doch het Nederlandsch Verbond mag niet meer worden wat het was n.l. een Vlaamsche strijdende vereeniging. De omstandigheden en de bittere noodzakelijkheid van den tijd hebben het Verbond van zijn natuurlijke taak doen afzien om voor alles den Vlaamschen strijd te dienen.
Thans is alles anders geworden. Als strijdkorps is het Verbond onbruikbaar geworden, maar als oultuurdrager wacht het nog eene schoone taak. Het Algemeen Nederlandsch Verbond kan in de toekomst, Hollanders en Vlamingen vereenigen, die in Vlaanderen de edelste uitingen van Nederlandsche kunst en beschaving willen verspreiden. De beste Nederlandsche dichters en denkers gelegenheid geven om in onze steden op te treden, leestafels van periodieken en nieuwe uitgaven oprichten, betrekkingen aanknoopen en onderhouden met stamgenooten in en buiten Europa. Ziedaar een eerste taak, die niemand aanstoot geven kan. Wie zijn eigen beschaving bemint, afgezien van alle opvattingen omtrent de Vlaamsche strijdwijze, kan zich bij het Verbond aansluiten.