Neerlandia. Jaargang 24
(1920)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaarverslag van het Hoofdbestuur over 1919.Inleiding.In een vereeniging als het A.N.V., welker belangen verband houden met de welvaart van ons volk en zijn verbindingen met het buitenland, in het bijzonder met zijn koloniën en stamverwante gebieden, spiegelt zich natuurlijkerwijze de toestand van volk en stam af. Toen na den oorlog niet de vurig begeerde verbroedering der menschheid kwam; heeft de teleurstelling ook haar terugslag gehad op ons Verbond, dat op zijn weg tot algeheel herstel zijner vroegere organisatie in binnen- en buitenland nog allerlei belemmeringen vond. Vooral stond het Verbond voor een moeilijke taak in zijn twee voornaamste stamgebieden: Vlaanderen en Zuid-Afrika, ofschoon teekenen er op wijzen, dat het zwaarste leed geleden is. Bemoedigend is de herleving van het nationale bewustzijn in Nederland, dat door den loop der omstandigheden, en gesteund door de standvastige houding van Koningin en Regeering, gedurende de moeilijke jaren, die achter ons liggen, aan beteekenis en invloed heeft gewonnen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdbestuur.In geen jaren heeft de samenstelling van het Hoofdbestuur zulk een groote verandering ondergaan als ditmaal. Niet zoozeer door het aantal leden, dat door andere afgevaardigden der Groepen vervangen werd, als wel door de hoedanigheid en beteekenis dergenen, die terugtraden. Wie denkt hierbij niet het eerst aan Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, stichter en leider hoofd en hart van het Verbond sedert de stichting, de man wiens groote verdiensten voor de herleving van ons nationaal besef en stambewustzijn misschien eerst later ten volle zullen worden geschat. Reeds vóór den oorlog had hij den wensch te kennen gegeven de zware taak der dagelijksche leiding van een zoo omvangrijke beweging aan jongere krachten over te dragen. Toen de wereldorkaan zich ontketende, wilde hij echter als een goed kapitein het schip niet verlaten, beseffend welke ongekend moeilijke tijden er voor het Verbond zouden aanbreken en hoe het zou geslingerd worden tusschen velerlei tegenstrijdige belangen. Hij hield het roer in handen, belovend niet te rusten voor hij het schip wederom in veilig vaarwater wist. Nu weer nieuwe tochten ondernomen kunnen worden, heeft hij, die kapitein en stuurman tegelijk was, de leiding aan jongeren toevertrouwd, die trouwens het vaarwater door jarenlange studie en ervaring reeds kenden. Intusschen blijft het heengaan van Dr. Kiewiet de Jonge, wien het eerevoorzitterschap werd aangeboden, een groot verlies. Niet minder het aftreden van de onder-voorzitser, mej. Elisabeth Baelde, die 13 jaren lid van het Hoofdbestuur is geweest en nooit een vergadering, ook niet die van het Dag. Bestuur verzuimde. Zij was afgevaardigde van het Hoofdbestuur in vele bij ons aangesloten vereenigingen, vertegenwoordigde de vrouw in het Hoofdbestuur en toonde immer een onverflauwde belangstelling in al wat ons Nederlandsch streven, land, volk en stam ten goede kon komen. Het verlies van zulke bestuursleden legt aan de opvolgers zware verplichtingen op. Gelukkig mag het Hoofdbestuur zich van beider blijvende belangstelling verzekerd houden. Noode werd, ook gedurende 1919 de samenwerking gemist met de Vlaamsche afgevaardigden, die deels ontslag namen, deels in de verstrooiing zijn en met wien dus geen reglementaire samenwerking mogelijk was. De oude afvaardiging kon dan ook niet meer geldend worden geacht. Nog leed het Hoofdbestuur een groot verlies door het bedanken der heeren Prof. Dr. J. Boeke en Prof. Dr. P.J. Blok, beiden sieraden der Nederl. wetenschap en reeds daardoor van waarde voor ons Verbond. Een woord van groote waardeering, voor wat zij ten bate onzer beweging deden vinde hier een plaats. Hier moge ook nog worden herdacht het vroegere Hoofdbestuurslid Prof. Paul Fredericq, in welken beminnelijken geleerde een der waardigste vertegenwoordigers der oude Vlaamsche garde is heengegaan. Het Hoofdbestuur is thans als volgt samengesteld: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, eere-voorzitter; P.J. de Kanter, Dordrecht, voorzitter; Mr. B. de Gaay Fortman, Dordrecht, secretaris-penningmeester; Jhr. Mr. G.A.K. Michiels van Kessenich, Roermond; Kapt. K.E. Oudendijk, Den Haag; W.C. Schönstedt, Doesburg; mevr. A.C. Veen - Brons, zitting hebbende voor Groep Nederland; Ch.R. Bakhuizen van den Brink, Rijswijk; Dr. W. van Lingen, Den Haag; J.S.C. Kasteleyn, Den Haag; Th.G.G. Valette, Den Haag, zitting hebbende voor Groep Nederl. Oost-Indië; Mr. Dr. C.F. Schoch, Amsterdam; Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, Den Haag, onder-voorzitter, zitting hebbende voor Groep Suriname; Dr. M. Alvares Correa, Amsterdam; mevr. N.J.C. van Breemen-Kruyt, Den Haag; Dr. Th. Lens, Aerdenhout, C. Statius Muller, Den Haag, zitting hebbende voor Groep Ned. Antillen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Werkzaamheden.Deze worden hier slechts vermeld voor zoover ze niet vallen onder een bepaalde Groep, Afdeeling of Commissie. Bemiddelend en meermalen met gunstigen uitslag trad het Hoofdbestuur op, waar het gold de aanstelling te bevorderen van Nederlandsche consuls in het buitenland. De oude Kamers van Koophandel bleef het A.N.V. steunen, tot nieuwe trad het als begunstiger toe. Over een minder gelukkig optreden der Nederl. Kamer van Koophandel te Brussel met betrekking tot de Vlaamsche pers voerde het Dagel. Bestuur een bevredigende briefwisseling met het Bestuur dier KamerGa naar voetnoot*). De bijdragen voor het lidmaatschap van het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap en van de Vereeniging Nederland in den Vreemde werden verhoogd; van de Vereeniging voor Tentoonstellingsbelangen werd het A.N.V. lid. Vruchtbare samenwerking werd meermalen verkregen met de Vereenigingen Landverhuizing, Vreemdelingenverkeer, Volkszang, de Nederl. Zuid-Afr. Vereeniging, Nederland in den Vreemde, e.a. Een nieuwe poging werd gedaan om den niet geheel bevredigenden uitslag van de vragenlijst voor het buitenlandGa naar voetnoot**), het vorig jaar gedaan, te verbeteren, ten einde reeds belangrijke gegevens over het Nederlandsche stamleven te vermeerderen. Van de beschikbare gegevens werd een rapport opgemaakt, dat als leidraad dient voor de bevordering van allerlei stoffelijke en geestelijke Nederlandsche belangen. Een der verstrekkendste gevolgen van deze terreinverkenning kan zijn het oprichten van een beknopt Nederlandsch Weekblad voor het buitenland. Bijzondere steun werd verleend aan de werkzame Afdeeling Kaapstad en persoonlijk aan den heer Boshoff, die lezingen hield over de toenadering tusschen Nederland en Zuid-Afrika. Het Nederl. onderwijs in het buitenland werd o.m. gesteund door een nieuwe bijdrage van £ 50. - aan den Nederl. Leerstoel te Londen. De vele kleine diensten, die ons kantoor doorloopend verricht om Nederlanders en stamverwanten in alle oorden der wereld met raad en daad bij te staan, kunnen in een jaarverslag niet in bijzonderheden worden vermeld. Tengevolge van huuropzegging werden de dagelijksche kantoorwerkzaamheden nog al belemmerd. Tweemaal binnen een half jaar moest het kantoor met zijn groot archief verhuizen en aan de welwillendheid van de familie Roodenburg te Dordrecht is het ten slotte te danken, dat we niet maanden lang dakloos | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werden. Thans is het kantoor gevestigd in een gebouw aan het Blauwpoortsplein 3, waar het lang moge gevestigd blijven als waarborg voor rustigen, regelmatigen arbeid. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Nederland.Deze Groep schijnt thans de crisis te boven, welke zij in den oorlog heeft doorgemaakt en die hoofdzakelijk het gevolg was van het verlangen naar meer zelfstandigheid, welke zich gelukkig niet tot het administratieve gedeelte uitstrekt, waardoor de toch reeds ingewikkelde regeling nog omslachtiger en kostbaarder zou zijn geworden. Een nieuw kleiner Dagel. Bestuur trad op, thans bestaande uit de heeren: W.C. Schönstedt, Doesburg, voorzitter; D.J. Tijssens, Rotterdam, secretaris-penningmeesterGa naar voetnoot*); H.G.C. Cohen Stuart, Delft; Dr. L.N. Deckers, Den Haag; W.J. Lugard, Twello; Mr. K.M. Phaff, 's-Hertogenbosch; F.K. van Ommen Kloeke, Groningen. Het ledental der Groep verminderde eenigszins, ook ten gevolge van de vrijwillige ontslagneming als propagandist van Jhr. Von BoseGa naar voetnoot**). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep België.Nog steeds is Groep België ontredderd en nog altijd stuit een herinrichting op groote bezwaren. De oude verstrooide garde kan op het oogenblik geen werkzaam deel meer hebben aan de beweging en net verzamelen blazen thans zou de toch reeds zoo geschokte verstandhouding tusschen Nederland en België geen goed doen. Zoo licht immers zou daarin worden gezien eene inmenging van Nederland in de binnenlandsche Belgische politiek, ofschoon het Hoofdbestuur zich daarvan met groote nauwgezetheid zal blijven onthouden. De in Belgie verspreide door niets gerechtvaardigde bewering, dat het Verbond partij zou hebben gekozen, noopt bovendien tot eenig geduld in dezen tijd van verhitting der gemoederen. Het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft tot plicht om met de besten onder de Vlamingen samen te werken voor de geestelijke verheffing van de Vlaamsche bevolking, waarvan stoffelijke welvaart het gevolg zal zijn. De Vlamingen zijn een volk met onverwoestbare levenslust en werkkracht, dat, goed onderwezen en goed geleid, een waardevol element kan vormen om den Belgischen staat tot nieuw aanzien en nieuwen bloei te brengen. Het is van belang voor den Nederlandschen stam, en voor het Nederlandsche volk in de eerste plaats, daaraan zijn krachtigen steun te geven. Immers een hoog ontwikkeld welvarend Vlaanderen werkt in sterke mate mede tot den bloei van onzen stam, tot verhooging van de beteekenis van Nederland en zijn stamdeelen onder de volkeren. De Vlaamsche Beweging staat er gelukkig niet slecht voor. De verkiezingen hebben verscheiden kloeke strijders voor de Dietsche belangen in de Kamer gebracht en zoo blijkt, dat de verdrukking ook hier den palmboom doet groeienGa naar voetnoot***). Mogen de goed-gezinde elementen in Vlaanderen dit jaar elkaar vinden om tot herinrichting der Groep over te gaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Nederl. Oost-Indië.Voor het eerst na jaren werden uit Oost-Indië weder verslagen ontvangen, die aantoonden, dat het Groepsbestuur, ondanks de verbroken verbindingen, niet stil had gezeten, dat nieuwe Afdeelingen waren gesticht te Medan, Padang en Malang, en dat andere in ledental toenamen. De Nederl. Volksleesgezelschappen en boekerijen bleven ten volle aan hun doel beantwoorden en de Nederl. Leergangen werden met een tiental op verschillende plaatsen uitgebreid. Deze laatste beoogen niet alleen bevordering van de kennis onzer taal maar ook om Europeanen, Inlanders en vreemde Oosterlingen gelegenheid te geven zich te bekwamen voor het klein-ambtenaars-examen. Naast deze nuttige werkzaamheid in onze Oost zelf, blijft zeer gewenscht de verbreiding van juiste kennis omtrent Indië in ons land, voor wat Neerlandia betreft toevertrouwd aan de goede zorgen van Dr. v.L., die de teekenen des tijds verstaat, maar als ervaren oud-gast ook waarschuwt tegen alles wat de gezonde evolutie kan schaden in ‘het land, dat zich daar slingert rond den evenaar als een gordel van smaragd’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Suriname.De verwachting in het vorige jaarverslag uitgesproken, dat deze Groep thans weer een werkzaam deel van ons Verbond mocht worden genoemd, is verwezenlijkt. Zij werd na jarenlange sluimering - de ontbinding in Nov. '13 is terecht door het Hoofdbestuur nooit als wettig erkend - weder tot nieuw leven gewekt. De terugkeer van den heer Oudschans Dentz in de kolonie is daar zeker niet vreemd aan. Ons Hoofdbestuurslid, de heer J.S.C. Kasteleyn, wist als leider van het Suriname-Studie-Syndicaat zijn bezoek aan Suriname dienstbaar te maken aan de herinrichting der Groep en na beider redevoeringen in een drukbezochte Juni-vergadering te Paramaribo, waarin de beteekenis van het A.N.V. werd uiteengezet en gepleit voor een goede verstandhouding en samenwerking tusschen kolonie en moederland, werd een nieuw bestuur gekozen, dat sedert met ijver aan het werk is getogen. De medewerking en steun van Z. Exc. Gouverneur Staal worde met dankbaarheid vermeld. Sedert werd door letterkundige en geschiedkundige lezingen, door de vertooning van de rolprent ‘Zegetocht van H.M. de Koningin’, een rondzendbrief aan de leden, nieuwe verbinding met de Boeken-Commissie, herstel der koloniale boekerij, belangstelling in de afstammelingen der Hollandsche kolonisten, het nut eener inrichting als het A.N.V. ook voor de kolonie aangetoond. Zelfs het volksuniversiteitsbeginsel is er doorgedrongen en vond uiting in den Studiekring met zijn wetenschappelijke cursussen. Het aantal leden der Groep, dat na de herinrichting ongeveer 60 bedroeg, werd meer dan verdubbeld. Als afgevaardigden van de Groep in het Hoofdbestuur bleven gehandhaafd de heeren Mr. Dr. C.F. Schoch, de oprichter der Groep in 1902, en Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler. Eerstgenoemde bracht de laatste maanden van 1919 in de kolonie door en had in dien tijd herhaaldelijk aanraking met het Groepsbestuur. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederl. Antillen.In dit eilandenrijk van onze West bleef, ondanks de slechte verbindingen gedurende den oorlog, het Verbondsleven bestaan. Het eerste vredesjaar zag ook daar als in zoovele gebieden juist strijd ontbranden. Het optreden van een geheel nieuw bestuur was er het gevolg van onder voorzitterschap van den heer Meerdink. Wegens gebrek aan tijd om de vergaderingen bij te wonen, bedankte als afgevaardigde van de Groep in het Hoofdbestuur Prof. Dr. J. Boeke, die met den reeds het vorig jaar afgetreden stichter der Groep, Kapt. Snijders, jarenlang de raadgevers voor het Dagel. Bestuur in Antillen-aangelegenheden waren. Het nieuwe Groepsbestuur maakte van deze gelegenheid gebruik het getal afgevaardigden uit te breiden, dat thans vier bedraagtGa naar voetnoot*). Daar het Koloniaal Bestuur de zorg voor studiebeurzen zelf ter hand heeft genomen en aan onze Groep daarvoor geen subsidie meer verleent, werden ze van haar werkprogramma afgevoerd. Alleen ontving een onderwijzeres, die met goed gevolg van een A.N.V.-beurs studeerde, nog steun om haar studie in het moederland voort te zetten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Groepsbestuur verleende voorts zijn medewerking bij het vertoonen van de leger- en vlootfilm en die van den zegetocht der Koningin door Zeeland en Limburg, het inrichten van Hollandsche avonden en de stichting van de vereenigigng ‘Huisvlijt’. Ook komt het krachtig op voor de handhaving van het Nederlandsch en de verbetering van het onderwijs daarin, waarvoor invoering van de vereenvoudigde spelling wordt overwogen. Mevr. Tymstra heeft de vertegenwoordiging voor de eilanden St. Eustatius en Saba op zich genomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zuid-Afrika.Nog altijd kon het in dit voorname stamgebied niet komen tot Groepsvorming en dus was het Verbondsleven aangewezen op de Afdeelingen, die wegens de groote afstanden weinig voeling met elkaar houden. Een der voornaamste en werkzaamste blijft Kaapstad, waarmee geregeld verbinding bestaat en welke voor haar arbeid dan ook herhaaldelijk steun van het Hoofdbestuur ontvangt. Niet alleen in geld. Toen de ijverige secretares, mevr. Loopuyt - Maas, den wensch had kenbaar gemaakt het Nederlandsche lied meer in Afrika bekend te maken, heeft het Dagel. Bestuur een oproeping gedaan aan de voornaamste muziekuitgevers en liedercomponisten, met het gevolg, dat een rijke voorraad naar Kaapstad kon worden gezonden. Ook Bloemfontein blijft zich weren, o.m. door het uitloven van prijzen voor de Taalbondexamens, hetgeen onze Groep Nederl. Antillen zelfs tot navolging prikkelt. Pogingen worden aangewend om de eens zoo bloeiende Afdeeling Johannesburg tot nieuw leven te wekken. En daarbij hoopt het Hoofdbestuur het niet te laten. Ten gevolge van de opening van de rechtstreeksche stoomvaartlijn op Zuid-Afrika (Van der Eb & Dresselhuys) is er weer meer verbinding tusschen Holland en Zuid-Afrika gekomen; het Afrikaansch staat er na de verkiezingen, waarbij de Nationale Partij en haar leider Gen. Hertzog zeer aan invloed hebben gewonnen, beter dan ooit voor, en al past waardeering voor wat de in 1919 overleden Gen. Botha, onder moeilijke omstandigheden voor Zuid-Afrika deed, de drang der tijden en wereldgebeurtenissen voert thans ook de Afrikaners sterker dan ooit naar meer zelfstandige ontwikkeling, welke den Nederlandschen stam niet anders dan ten goede kan komen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boeken-Commissie.Na jaren van steeds inkrimpende werkzaamheden is in Sept. 1919 de volledige arbeid in het Boekenhuis weer met kracht aangevat. In een paar maanden waren dubbel zooveel kisten verzonden als in heel '18, in het geheel 45, meest naar Oost- en West-Indië. In de eerste vijf maanden van '20 zijn niet minder dan 59 kisten gereed gekomen, bestemd voor de Zeemanshuizen over heel de wereld, welke door de Boeken-Commissie van boeken voorzien wordenGa naar voetnoot*). Tegelijkertijd is de wekelijksche verzending van dagbladen en de maandelijksche van maandschriften weer aangevangen. De arbeid op het kantoor is niet in diezelfde mate verhoogd, omdat reeds jaren lang de voorbereiding van al het komende nieuwe werk was ter hand genomen. Toch is ook daar veel werk. Een der resultaten van dien voorarbeid is de groote voorraad boeken, die gereed ligt om over alle windstreken verdeeld te worden en die voor belangrijk mindere prijzen konden worden gekocht, dan nu het geval zou wezen. De geldmiddelen baren zorg. De inkomsten zijn voortdurend gedaald, in tegenstelling met den toestand vóór den oorlog - en alles is duurder geworden! De baten bedroegen f 5788.00½, de uitgaven f 4421.97½. Dit jaar zal heel veel van de krachten der Boeken-Commissie vergen, in verschillende opzichten. Het ledental bleef vrijwel gelijk: 298 begunstigers en 177 bijdragers, te zamen 475 leden. Vele leden verminderden hun bijdrage op ons verzoek, daar zij anders bedanken moesten. Voor het eerst na vier jaren verschijnt dezer dagen weer een uitvoerig verslag in boekvorm, over 1916-1920. Dit moge mede een aansporing wezen voor alle belangstellenden om de Boeken-Commissie krachtig te blijven of te gaan steunen. Meer dan ooit zal zij in den nieuwen strijd om het Nederlandsch hoog te houden, te versterken of aan te kweeken een groote rol kunnen en moeten spelen! Vlaanderen, Zuid-Afrika, Oost- en West-Indië en niet het minst al die nederzettingen, voorposten van onzen stam in de wijde wereld, rekenen op het werk der Boeken-Commissie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neerlandia.Ons maandblad staat thans onder leiding van een redactie-commissie en een redacteur-secretaris, bij welke samenstelling de belangen van alle Groepen werden in acht genomen. Omvang en uitvoering van ons maandblad beantwoorden echter nog lang niet aan de eischen, die men aan het orgaan van een vereeniging als het A.N.V. mag stellen. De hooge kosten van papier en drukloon dwingen tot beperking. Daar het zich echter laat aanzien, dat deze niet meer goedkooper zullen worden, dienen maatregelen overwogen om tot een waardiger uitgaaf te komen, 't zij door heffing van een extra bijdrage per lid, 't zij door bijzonderen steun. Is er onder de vermogende leden van het Verbond niet een goed vriend van onze beweging, die zooals in meer vereenigingen het geval is, het bedrag voor die verbetering noodig, voor zijn rekening neemt? Een tijdschrift toch, dat de Nederlandsche gedachte met woord en beeld over heel de wereld moet verbreiden, dient door voornaam uiterlijk en rijken inhoud indruk te maken. Door het zenden van mededeelingen en foto's betreffende hetgeen met betrekking tot ons stamleven in hun omgeving voorvalt, kunnen alle leden tot verbetering van ons maandblad bijdragen. Zijn rol van levenwekker en levenonderhouder zal het er des te beter door kunnen vervullen. Die rol mag nooit insluiten, dat Neerlandia een partijorgaan wordt, al zal de redactie zooveel mogelijk trachten een inzicht te geven in de wendingen, welke zich in de Nederlandsche beweging voordoen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geldmiddelen.Dank zij de verhoogde Regeeringssubsidie en het Kapitaalfonds, behoeft het Hoofdbestuur niet meer bevreesd te zijn, dat het traag vloeien der bron van inkomsten van de leden den arbeid tot onbeduidendheid zou doemen. Zonder die extra-bijdragen zou het aan de duurdere levensomstandigheden niet het hoofd hebben kunnen bieden. De dankbare vermelding der namen van de stichters van het Steunfonds van f 100.000 had ten gevolge, dat de heeren Gebr. Van Heek te Enschedé uit eigen beweging een bedrag van f 1000. - zonden, een voorbeeld, dat vermogenden tot navolging moge prikkelen. Met dankbaarheid wordt nog vermeld, dat nu en dan ook kleinere bedragen als extra giften werden ontvangen, o.a. van den heer Van de Wall te Parijs en van Mr. J.A. Nederburgh te 's-Gravenhage, welke laatste het batig slot van zijn uitgaaf ‘Wordt Nederland billijk beoordeeld?’ stortte in de kas van het A.N.V. De rekening en verantwoording over 1919 bedraagt in uitgaaf en ontvangst f 23476.34, en sluit met een voordeelig slot van f 2499.61. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ledental.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Slotwoord.Wie dit jaarverslag ten einde heeft gelezen zal moeten erkennen, dat ons Verbond zich wist te handhaven. Het Hoofdbestuur verlangt geen rust, die doet roesten, maar wel de afwezigheid van onderlinge oneenigheid, van de onrust, die een vaste krachtige leiding belemmert. In eenswillende samenwerking ter verwezenlijking van de Groot-Nederlandsche gedachte ligt niet alleen de voorwaarde voor vruchtdragenden arbeid van het A.N.V., maar ook geneeskracht voor de ziekten onzer ontwrichte maatschappij. Allerwege richt de Nederlandsche stam zich op. Het bewustzijn dringt door, dat krachtige aaneensluiting noodzakelijk is, wil onze stam niet ondergaan in den maalstroom. Nederland en zijn stamdeelen hebben een taak te vervullen in het wereldgebeuren, niet door wapengeweld, maar door vredeswerk. Duidelijker dan ooit hebben de ongeëvenaarde jaren, die achter ons liggen, dat aangetoond. De Nederlandsche geest van werkzaamheid, ernst en orde, de Nederlandsche beschaving en het Nederlandsche geestelijke peil, dat alles kan niet gemist worden dan tot schade van groote algemeene belangen. Nederland heeft in de oorlogsjaren als vast middelpunt voor internationaal overleg een sprong naar boven gemaakt. Maar de nieuwe toestand legt zware verplichtingen op aan alle Nederlandsche mannen en vrouwen, die een deel kunnen overnemen van de taak, waarvoor Nederland geplaatst is. De mogelijkheid om die taak te vervullen, wordt op den duur beheerscht door de geestelijke ontwikkeling en welvaart van de Nederlandsche stamdeelen buiten het oude stamland. Dat allen zich steeds meer van den ernst der veranderde verhoudingen mogen bewust worden, en in de eerste plaats in ons Verbond samenwerken om volk en stam van hun nieuwe plichten te doordringen! |
|