Neerlandia. Jaargang 24

[p. 57]

Afscheid van Dr. H.J. Kiewiet de Jonge.

De omstandigheid dat onze eerevoorzitter Dordrecht gaat verlaten, waar nu bijna een

AFBEELDING NAAR HET PORTRET DOOR Prof. JAN VETH.

kwart-eeuw het hart van het A.N.V. heeft geklopt, was het Hoofdbestuur een gereede aanleiding om er een feeste lijk afscheid voor te bereiden.

17 April 1920 sluit het tijdvak der twintigste eeuw af, waarin Dr. Kiewiet de Jonge onze beweging tot eer en aanzien heeft gebracht.

De heer De Kanter, de eerste woordvoerder op dien
Zaterdagmiddag, toen de met groen en bloemen versierde zaal van Hotel Ponsen gevuld was met een groot gezelschap dames en heeren, vertegenwoordigers van oud en nieuw Hoofd- en Groepsbestuur en van verscheiden Afdeelingen, heeft doen uitkomen, wat Groot-Nederland aan den scheidenden leider verplicht is, hoe thans na moeilijke jaren de groote lijn is bereikt en in wijden kring de verplichting wordt gevoeld, de Nederlandsche beschaving te brengen aan al onze stamgenooten, buiten bemoeiing met de staatkunde van andere landen. Ook mevrouw Kiewiet de Jonge werd gehuldigd voor den steun, dien zij altijd haar echtgenoot gaf bij de behartiging der aan hem toevertrouwde groote belangen.

De nieuwe voorzitter bood daarop namens het Hoofdbestuur een prachtige oorkonde aan, door den sierkunstenaar Georg Rueter op perkament geteekend en in roodlederen met goud bewerkten band besloten, vermeldend:

Het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft in zijn zitting van 29 Nov. 1919 te Dordrecht met algemeene stemmen tot zijn eere-voorzitter benoemd, den heer

Dr. HERMANNUS JACOB KIEWIET DE JONGE,

als erkenning voor de onschatbare diensten, die hij onafgebroken, sedert de stichting, 1 Mei 1898, achter-

[p. 58]

eenvolgens als secretaris, onder-voorzitter en voorzitter van het Hoofdbestuur, aan het Algemeen Nederlandsch Verbond, zijn levenswerk, heeft bewezen.

Al die jaren heeft hij onvervaard gearbeid aan groei en bloei van den Nederlandschen stam, was hij een vraagbaak voor duizenden en duizenden land- en stamgenooten, steunde hij met raad en daad Nederlanders en stamverwanten in alle oorden der wereld. Hij was de ziel van de beweging, die beoogt de verhooging der zedelijke en stoffelijke kracht van den Nederlandschen stam en handhaving en verbreiding van de Nederlandsche taal.

Het Nederlandsche volk dankt ook Dr. Kiewiet de Jonge een verhoogd gevoel van eigenwaarde en nationaal zelfbewustzijn.

Het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond eert in hem een der beste zonen van onzen stam.

De heer E.A. Veen overhandigde namens de Afd. Zaanstreek, 20 jaar geleden door den gehuldigde gesticht, een in zilver gedreven voorstelling van een windmolen, dragende de zinrijke spreuk:

Zie hoe de molen maelt in storm en windt,
Waar is het, dat men nob'ler werker vindt.

Mevrouw Veen, pas benoemd tot lid van het Hoofdbestuur, bezegelde de toespraak van haar echtgenoot met de voordracht van een door haar gedichte hulde, waarin op treffende wijze de stamverwanten verzinnebeeld zijn: