Neerlandia. Jaargang 24(1920)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Zuid-Afrika. Aan Zuid-Afrika. Daar neurde in mijn denken Een liedeken zacht, Dat, om 't u te schenken, Op 't woord heeft gewacht; De woorden, ze kwamen, Ze reiden zich dra Voor Uw zoete name, Zuid-Afrika. Ik houd van jong leven, Van al wat met kracht Naar 't hoogste durft streven, Geen tegenstand acht; Wie dodend geen rouw is, Hoe droef het ook ga, Wie de oude weer gauw is, Zuid-Afrika. Ik houd van uw klanken, Zo kinderlik mooi, Al kon 'k er voor danken Geen ‘nichie’, geen ‘nooi’; Het woord van Uw dichters, Dat brengt mij zo na Uw land, dat zo licht is, Zuid-Afrika. Ik ken 't uit zijn zangen: Het staat in mijn ziel In gloed van verlangen. O, dat het geviel Het lot, mij te voeren, Waar 'k dromend al ga, Naar 't land van de Boeren, Zuid-Afrika! Haarlem, 13 Maart 1920. J.B. SCHEPERS. Vorige Volgende