Neerlandia. Jaargang 24
(1920)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |||||||||||||||||
Nieuwe Samenwerking.Ga naar voetnoot*)In het voorjaar van 1919 hebben wij aan een groot aantal Nederlanders en stamverwanten in den vreemde, Afdeelingen van ons Verbond, Zelfstandige Vereenigingen en personen, een rondschrijven gericht, waarin wij de algemeene medewerking gevraagd hebben om, nu de oorlog het geregeld verkeer niet langer belemmert en men zich allerwege opmaakt om den wederopbouw te beginnen, ook voor de behartiging van de belangen, die het A.N.V. voorstaat, te komen tot nieuwe samenwerking. De uitkomst heeft ons niet ten volle bevredigd. Tegenover het groot aantal adressen, tot welke wij ons hebben gewend, was het aantal antwoorden tot dusverre bescheiden. Wij wagen derhalve opnieuw een poging om de voor onzen arbeid onmisbare medewerking van Nederlanders en stamverwanten in den vreemde te verkrijgen, opdat het A.N.V. zich krachtig kan zetten aan de bevordering van de zedelijke en stoffelijke kracht van volk en stam. In het hoofdartikel van het Jan.-nr. werden reeds verschillende ons verschafte belangrijke gegevens aangestipt. Onder de antwoorden, die wij ontvingen, waren er ook, die getuigden van gebrek aan vertrouwen in den arbeid van het Verbond. Er zijn er, die de hulp van het Hoofdbestuur inriepen voor eene bepaalde zaak en moesten ervaren, dat deze hulp faalde. Gevolg: teleurstelling en de onrechtmatige gevolgtrekking, ‘dat 't Verbond toch niets doet’, zonder derhalve te bedenken, dat ook 't Hoofdbestuur niet almachtig is. Er zij er ook, die meenen, dat 't A.N.V. in 't algemeen doorloopend deed blijken van gebrek aan kracht; die verlangden, dat 't Hoofdbestuur partij gekozen zou hebben in den strijd der oorlogvoerenden, waar onze stamgenooten daarbij in 't gedrang kwamen. Dezen vergeten, dat het A.N.V., aldus handelende, altijd een aantal stamgenooten zou hebben te kort gedaan en ongetwijfeld zeer terecht als staatsgevaarlijk zou zijn behandeld, wanneer het zich gemengd had in de internationale vraagstukken en aldus de Regeering ten zeerste bemoeilijkt had. De Statuten van het A.N.V. zouden zulk een optreden ook verbieden. Immers beoogt het slechts het versterken der zedelijke en stoffelijke banden tusschen de verschillende deelen van volk en stam, het steunen van Nederlanders en stamverwanten in den vreemde, opdat zij hun eigen volksaard zoo zuiver mogelijk bewaren, en door bevordering van eigen zedelijke en stoffelijke belangen eene eervolle plaats in hun vreemde omgeving innemen. Ook zijn er echter, die 't Hoofdbestuur verwijten in den oorlog zich te hebben geschaard aan de zijde van een der oorlogvoerende partijen. Bewijzen worden niet geleverd, maar worden met belangstelling tegemoet gezien. Het Hoofdbestuur gevoelt zich op dit punt volkomen zuiver. 't Kan zijn, dat dit alles heeft samengewerkt om velen, tot wie wij ons wendden, te doen besluiten ons rondschrijven maar onbeantwoord te laten. Menigeen heeft de vragenlijst wellicht niet eens ontvangen. Er kwamen ook vele antwoorden, waaruit het verlangen naar medewerking blijkt, en waarin uitstekende gedachten naar voren worden gebracht. In het in den aanvang genoemde rondschrijven werden de volgende vragen gesteld: | |||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||
De antwoorden houden natuurlijk verband met de omgeving, waarin de schrijver leeft. Zoo wordt er uit stamverwante landen, waar het Nederlandsch door de bevolking wordt gesproken, op aangedrongen, dat de Nederlandsche boekhandel zich zal inspannen om Nederlandsche leesstof in die landen in te voeren, en wordt van daar de wenschelijkheid uitgesproken, emigratie van degelijke Hollandsche werkkrachten te bevorderen. Anderen wijzen op de groote behoefte aan een weekblad, waarin een overzicht wordt gegeven van hetgeen er in de afgeloopen week op allerlei gebied in Nederland is voorgevallen; dringen aan op de uitgave van geschriften, waarin het leven van beroemde mannen en vrouwen van den Nederlandschen stam wordt beschreven. Wenken worden gegeven om de vestiging in den vreemde van bepaalde handelszaken en fabrieken en den uitvoer van bepaalde handelsartikelen te bevorderen. De wenschelijkheid wordt betoogd om mede te werken aan de oprichting van ontmoetingslokalen voor Nederlanders en stamverwanten, alsook om in openbare uitvoeringen de Nederlandsche muziek bekend te maken. Het Hoofdbestuur heeft dankbaar van dit alles kennis genomen en stelt zich voor het gewenschte geleidelijk te verwezenlijken voor zoover de uitvoering mogelijk blijkt. Het is verder van plan zich in verbinding te stellen met belanghebbenden, wier medewerking voor het tot stand komen van verschillende zaken onmisbaar is. Het ligt voorts in de bedoeling, zoodra de omstandigheden dat mogelijk maken, dat een of meer onzer persoonlijk op verschillende plaatsen met onze vrienden overleg gaan plegen over de maatregelen, die genomen moeten worden om den besten vorm van samenwerking te vinden. Eindelijk is in overweging het vormen van bijzondere commissiën van voorbereiding voor de verschillende plannen. Nu wenden wij ons opnieuw tot de vele Nederlanders en stamgenooten buiten Nederland, die ons nog zonder antwoord lieten, maar thans een duidelijk beeld zullen hebben, welken kant 't uit moet en wier medewerking onmisbaar is om te bevorderen, dat 't A.N.V. naar alle zijden zijn vleugels uitslaat. De vermoeidheid, waarvan de menschheid in dezen zorgvollen tijd blijk geeft, moet met kracht bestreden worden, opdat het herstel zoo spoedig mogelijk intreedt. In den strijd om lotsverbetering ligt een onmisbare levensprikkel. Dat geldt voor den enkelen mensch, maar ook voor de volken. Wij doen een krachtig beroep op allen, die voor de belangen van ons volk en onzen stam willen medewerken, om ons te steunen. Met vertrouwen wachten wij hun antwoorden af. |
|