Neerlandia. Jaargang 23
(1919)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAmerika.Nederland in Amerika.De ‘Grondwet’, een blad dat in Holland, Michigan, verschijnt, vermeldt in haar nummer van 9 Sept. j.l., dat dr. Henry Beets, Chr. Geref. predikant te Grand Rapids, onlangs vanwege H.M. onze Koningin eene dankbetuiging ontving voor zijn H.M. aangeboden boek over de Chr. Geref. Kerk in N.-Amerika. Het blad verheugt zich over deze belangstelling, want ‘het Hollandsch hart vergeet zijn broeders niet’ en de Amerikanen van Nederlandschen bloede gevoelen sterk hunne saamgehoorigheid met het oude vaderland. Dat boek nu van dr. Beets is inderdaad de volle aandacht waard van allen, die in de geschiedenis en ontwikkeling van onzen stam belangstellen. In het ‘Theologisch Tijdschrift’ van Augustus j.l. heb ik er enkele bladzijden aan gewijd en mijne dankbaarheid uitgesproken voor dit werk, dat ons de lotgevallen verhaalt van die Nederlandsche afgescheidenen, die in 1846 en volgende jaren het vaderland verlieten en zich in Michigan en Jowa vestigden. Zij stichtten daar eene Kerk en het is hare geschiedenis, die dr. Beets vertelt, een stukje kerkhistorie dus, maar, het is duidelijk, meteen een verhaal van den groei van een tak van onzen stam. Groei - inderdaad. Gingen bij de groote trek ongeveer 8000 menschen over den oceaan, in 1918 telde de Chr. Geref. Kerk in N.-Amerika ruim 91.000 zielen. Wat ons nu als Nederlanders bijzonder belang inboezemt is de vraag, in welke mate onze taal zich in die gemeenschap heeft gehandhaafd? Hoe staat het met de amerikanisatie dezer Nederlandsche kolonisten? Van den aanvang af openbaarde zich natuurlijk eene sterke zuiging van de groote Engelsch sprekende omgeving op het kleine hoopje Nederlanders, waarvoor met name de jongeren gevoelig waren. Nu betoogde ééne groep, dat neiging tot, overneming van de Engelsche taal bij prediking en onderwijs meteen het loslaten beteekende van de oude, gereformeerde geloofswaarheden. De andere groep voerde daar tegen aan, dat, aangezien nu eenmaal de jonge lieden sterk tot het Engelsch getrokken werden, men juist, om hen voor die rechtzinnigheid te bewaren, voor hen dienst in het Engelsch houden en in die taal hun catechisatie geven moest. Geen isolement, maar het gereformeerde beginsel doen doordringen overal en dus in het Engelsch als voertaal. Slechts langzaam won deze laatste strooming aan invloed, in 1907 telde men acht Engelsche gemeenten met 572 gezinnen, terwijl daarnaast het Duitsche element (onder de oorspronkelijke kolonisten waren immers ook Oostfriezen en Bentheimers) vertegenwoordigd is door elf gemeenten met 400 gezinnen. De drie taalgroepen hebben ieder hun eigen orgaan, ‘De Wachter’, de ‘Reformierte Bote’, terwijl dr. Beets zelf hoofdredacteur is van ‘The Banner’. Het Nederlandsch element is nog het sterkste, wat er aan stichtelijke en meer wetenschappelijke lectuur van de pers komt is overwegend Nederlandsch, een aantal professoren der theologische school geven Nederl. handboeken, sinds 1914 is daar een afzonderlijke professor voor onze taal. Dat dr. Beets zijn lijvig boek in het Nederlandsch schrijft, teekent ook. En zijn blad ‘The Banner’ (vóór mij ligt het nummer van 3 Juli 1919), schoon Engelsch van taal, is zóó vol van Hollandsche namen, dat wij ook daaruit besluiten tot een nog krachtig Hollandsch element, gelijk dat blad zijne lezers van toestanden en verschenen boeken ten onzent op de hoogte houdt. Maar toch - wij vreezen. Want de christelijke scholen zijn voor 't allergrootste deel veramerikaniseerd, het Engelsch is er voertaal, het Nederlandsch wordt er alleen als vak onderwezen. Hier is invloed van dr. Abr. Kuyper, die reeds in de ‘Heraut’ van 1896 uitsprak, dat de bijzondere school goed Amerikaansch zijn moest, want hoofddoel achtte hij, dat het kind werd gevormd tot een ‘echt Amerikaansch calvinist’. Juist andersom dus als de oudste voortrekkers, die in de eigen taal den schutsmuur der rechtzinnigheid zagen. Maar als aldus de scholen zijn, dan is de toekomst niet onzeker. Intusschen, al zal in de volgende tijden onze taal terrein verliezen, altijd zullen in deze krachtige kerkelijke gemeenschap Nederlandsche tradities blijven werken, Nederlandsche boeken gelezen worden, Nederlandsche belangen behartigd. En dat het boek van dr. Beets ons in dit alles zoo voortreffelijk binnenleidt is niet een zijner kleinste verdiensten. Het heeft daardoor eene algemeene beteekenis verkregen. Ten slotte wijs ik nog op blz. 381-384, waarin merkwaardige mededeelingen over de Nederlandsche gereformeerden in de Argentijnsche republiek, gemeenten te Buenos Ayres, Rosario de Santa Fé en Tres Arroyos, terwijl te Chubut Zuid-Afrikaansche Boeren zich nederzetten. Ik mag niet meer plaatsruimte in Neerlandia vragen, maar heb, hoop ik, genoeg gezegd om de lezers van ons maandblad van de beteekenis van dr. Beets' arbeid te overtuigenGa naar voetnoot*). Leiden, 14 Nov. 1919. L. KNAPPERT. |
|