Het Gebed voor Vlaanderen.
Wij geven hieronder het ‘Gebed voor Vlaanderen’, dat door onzen militairen veiligheidsdienst uit het postverkeer gebannen werd.
Het verscheen in het ‘Kerkboek voor den Vlaamschen soldaat’, goedgekeurd door Mgr. Marinis, hoofdaalmoezenier van het Belgisch leger, en toegelaten op het front.
Niet zonder ontroering zullen onze lezers kennis nemen van dit gebed, geboren uit lijden en bloed en liefde voor Vlaanderen. Het is de stem van onze dooden die door onzen mond vraagt dat hun bloed niet nutteloos gestort weze:
‘Mijn God, gelijk moeders hoekske in vaders huis, zoo bemin ik Vlaanderen in België; daar is 't mij warmst en best; daar kent men, begrijpt men, bemint men mij heel; daar wonen de menschen die leven zooals ik leef, met de oude gebruiken, gewoonten en zeden, die de mijne zijn; daar spreekt men mijn zoete moedertaal; daar voel ik mij heelemaal thuis; daar staat mijn huis, ligt mijn dorp te midden der huizen en dorpen van mijn vrienden en magen; daar ligt mijn arbeidsveld; daar bouw ik eenmaal mijn eigen huis, waar mijn kindertjes mij toelachen; daar zijn de graven van mijn voorouders; daar voel ik 't verleden van mijn bloed en zijn voortzetting in de toekomst.... Heere, dit is 't land van mijn hart en 't gebed, dat ik voor Vlaanderen stort, komt, ik gevoel het, uit het innigste hoekje van mijn hart op: spaar het, verlos het, herstel het, loon en zegen het?’
(Standaard 11-4-19).
* * *
Landbouwarbeid door leerlingen der Ambachtsschool en Centrale Werkplaats te Kaban Djabé (Bataklanden, Sumatra).