Neerlandia. Jaargang 23
(1919)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaarverslag van het Hoofdbestuur over 1918.Inleiding.De belangen van het A.N.V. liggen tot ver over de grenzen in stamgebieden, die niet alleen in oorlog waren, maar ook door binnenlandsche verdeeldheden werden geteisterd. Dientengevolge had het Verbond in 1918 wederom met bijzondere moeilijkheden te kampen. De zoo lang verbroken verbindingen met het Buitenland worden echter langzamerhand hersteld en de geregelde briefwisseling met Groepen, Afdeelingen en Vertegenwoordigers zal vanzelf reeds een opleving ten gevolge hebben. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdbestuur.De samenstelling van het Hoofdbestuur onderging geen verandering. Alleen nam de heer Kapt. J.A. Snijders Jr., door ambtsplichten gedurende den geheelen oorlog verhinderd de vergaderingen bij te wonen, ontslag na een 10 jarige werkzaamheid als vertegenwoordiger voor de Groep Ned. Antillen, zijn stichting. Een plaatsvervanger werd nog niet aangewezen. Het Hoofdbestuur is thans als volgt samengesteld: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Dordrecht, voorzitter, Mej. E. Baelde, Rotterdam, Onder-Voorzitster; Mr. B. de Gaay Fortman, Dordrecht, Secretaris-Penningmeester; Prof Dr. P.J. Blok, Leiden; P.J. de Kanter, Dordrecht; Jhr. Mr. G.A.K. Michiels van Kessenich, Roermond; allen zitting hebbende voor Groep Nederland; A.C. van der Cruyssen, Antwerpen; Mej. R. de Guchtenaere, Gentbrugge; H. Meert, Brussel; Joh. C. Kesler, Brussel; Mr. W. Thelen, Brussel; Mr. Em. Wildiers, Antwerpen; allen zitting hebbende voor Groep België;Ga naar voetnoot1) Ch.R. Bakhuizen van den Brink, Rijswijk; J.C.S. Kasteleyn, Den Haag; Dr. W. van Lingen, Maastricht; Th. G.G. Valette, Den Haag; allen zitting hebbende voor Groep Ned. Oost-Indië; Prof. Dr. J. Boeke, Leiden; zitting hebbende voor Groep Ned. Antillen; Mr. Dr. C.F. Schoch, Amsterdam; Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, Den Haag; beiden zitting hebbende voor Groep Suriname. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Werkzaamheden.Het Hoofdbestuur vergaderde in 1918 vijf maal, te weten: 2 Maart, 10 April, 20 Mei, 31 Juli en 19 November, het Dag. Bestuur vele malen. Het Hoofdbestuur richtte zich tot Hare Majesteit om Haar dank te betuigen voor de onvermoeide pogingen door Haar aangewend om gedurende het moeilijke tijdperk dat ons land en volk hebben doorleefd en nog doorleven, ons goede recht op ongeschonden onafhankelijkheid en eenheid boven alle verdenking verheven te houden. Voorts meende het Hoofdbestuur goed te doen het afgetreden Ministerie te huldigen in den persoon van den Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. dr. J. Loudon. Het bood Z. Ex. in October een door den sierkunstenaar Georg Rueter vervaardigd schrijn aan, bevattende de duizenden naamkaartjes van Nederlanders uit alle klassen en rangen der maatschappij uit binnen- en buitenland, welke ten volle instemden met de dankbare bewondering voor de wijze, waarop deze Staatsman in de oorlogsjaren streefde naar vrijwaring onzer hoogste landsen stambelangen en door handhaving tegenover de strijdende partijen van de beginselen van het volkenrecht. Deze gevoelens kwamen ten slotte te Utrecht op 14 Maart j.l. tot treffende uiting op de Vaderlandsche Betooging voor de een- en ondeelbaarheid van Nederland, welke hoewel op de baten van 1919 behoorend, in verband met het voorafgaande, hier vermelding verdient. Herhaaldelijk werden door schriftelijke verzoeken en mondelinge besprekingen pogingen in het werk gesteld om een bevredigende regeling te zien getroffen voor de voedselvoorziening der Nederlanders in het buitenland, hetgeen eindelijk, zij het dan ook zeer laat, mocht gedeeltelijk gelukken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De belangen van Vlaamsche vluchtelingen en geïnterneerden werden, vooral op onderwijsgebied, zooveel mogelijk behartigd door op te komen voor onderwijs in het Nederlandsch, het verstrekken van studieboeken, het uitloven van boekprijzen bij overgangsexamens, enz. Voorts werd wederom geldelijke steun verleend aan het Comité voor Nederlandsche kinderen in den vreemde. De bijdrage voor het Steyn-gedenkteeken, dat te Deventer zal verrijzen, werd verhoogd. Het Zuid Afrikaansch Museum ontving mede een gift. Voor het Nederlandsch onderwijs in Rhodesië werd ¤ 50. - toegestaan gedurende drie jaren. Voor steun aan den Nederlandschen leerstoel te Londen werd ¤ 50. - uitgetrokken. Aan de Groep Nederland werd verzocht zich te wenden tot Wethouders van Onderwijs en Schoolcommissies om bij het onderwijs meer aandacht te wijden aan de kennis onzer Kolonien. Ter bevordering dezer kennis werd het Groepsbestuur ook in overweging gegeven samenwerking te zoeken met het Comité tot het houden van Indische lezingen en voordrachten. Soortgelijke samenwerking werd door het Hoofdbestuur verkregen of voortgezet met de volgende vereenigingen: Centrale Nationale Commissie, Landverhuizing, Vreemdelingenverkeer, Het Buitenland, Ned. Zuid Afr. Vereeniging, Kamers van Koophandel, Het Nederlandsch Lied, Koloniaal Onderwijscongres, Juliana-Scholen, Oost en West. Om na den vrede voorbereid te zijn voor de taak, die het Verbond ten opzichte van onze stambelangen buiten Nederland wacht, werd een vragenlijst aan al onze verbindingen en vele leden in het buitenland gezonden, ten einde een duidelijk overzicht te krijgen van de verspreiding der Nederlanders in het Buitenland, hun nooden en behoeften, waaraan almee onze grootste aandacht moet worden gewijd om te komen tot samenwerking van alle goede krachten. Daar ligt voor het A.N.V. nog een ontzaglijke taak te vervullen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Nederland.Hoewel de noodige herziening der Statuten tengevolge der verbroken verbindingen met de Groepen nog niet kon plaats hebben, meende Groep Nederland daarop niet te kunnen wachten en zette zij een Reglementsherziening door, die voornamelijk ten doel heeft een zelfstandiger optreden mogelijk te maken en de Afdeelingen tot een werkzamer aandeel in de beweging te prikkelen, waartoe het nieuwe lichaam, de Groepsraad, moet dienen. De Groep trad in 1918 naar buiten op doorde verspreiding van een ‘Manifest aan Landgenooten’, getiteld ‘de Ure van ons Nederlandsch Volksbestaan’, dat gevolgd werd door de uitgave van een vlugschrift: ‘De Aanval op Nederland’, hetwelk in verband met de annexatie-beweging in België de aantijgingen tegen ons land en volk bestrijdt, de houding van Nederland gedurende den Wereldoorlog verdedigt en zijn rechten bepleit. Het geschrift werd ook in Engelsche en Fransche vertaling in duizenden exemplaren vooral buiten Nederland verspreid. Ter bevordering van het onderwijs in het Nederlandsch, waaraan op L., M. en H. scholen meer zorg dient te worden besteed, stelde het Groepsbestuur een Onderwijs-Commissie in, die haar studie over een daarvoor noodige herziening van ons geheele onderwijsstelsel in een rapport neerlegde. Groep Nederland stortte gelijk ieder jaar, volgens reglement, haar batig saldo, ditmaal slechts f 8578, 97, in de kas van het Hoofdbestuur. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep België.Van alle stamgebieden, die deel uitmaken van het A.N.V, was Vlaanderen er het ergst aan toe. Geteisterd door den oorlog, verdeeld in eigen gelederen, kon deze groep, die trouwens geheel uit haar verband bleek gerukt, geen deel hebben aan het Verbondsleven. Toen de wapenstilstand werd gesloten en de Regeering van België weer in haar rechten trad, brak voor de Vlamingen van alle richtingen de donkerste tijd aan. Maar er is van Vlaamschen kant krachtig verzet. Uit België zelf moet de vrijmaking van het Vlaamsche volk komen; wie daar buiten zijn kunnen slechts zeer beperkten invloed oefenen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Ned. Oost-Indië.Hoewel weinig van het Verbondswerk in onze grootste kolonie werd vernomen, mag toch worden aangenomen, dat zij op het gebied van Ned. cursussen voor Inlanders, volksleesgezelschappen en boekerijen, lezingen enz. haar nuttigen arbeid voortzette. Het laatste verblijdende nieuws was dat het ledental met meer dan 300 is toegenomen, wat hoofdzakelijk te danken is aan de oprichting van de krachtige Afd. Medan, die een stuwkracht belooft te worden voor onze beweging in de Oost. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Suriname.Hoewel in 1918 uit enkele berichten bleek dat de opleving dezer Groep aanstaande was, kon het Hoofdbestuur nog geen regelmatige verbinding tot stand brengen. Nu de briefwisseling met onze West ook weder sneller en zekerder gaat dan in den oorlog, zal binnenkort de voeling met de Surinaamsche leden wel weer worden verkregen. Het verblijf van den heer J.S.C. Kasteleyn, lid van het Hoofdbestuur, zal daartoe ongetwijfeld het zijne bijdragen. Moge Suriname in het volgend jaarverslag weer een werkzame groep genoemd kunnen worden. Ieder lid van het A.N.V. doe ook daar zijn plicht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Ned. Antillen.Deze tot voor kort zoo rustig werkende groep vertoonde hetzelfde verschijnsel als de hoofdstam: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een groep leden wenschte meer invloed op den gang van zaken te hebben. De daardoor ontstane wrijving met het Bestuur leidde tot een reglementswijziging in de door de meerderheid gewenschte richting. Door een rondzendbrief ‘Aan onze landgenooten te Curaçao’ spoorde het Groepsbestuur de leden aan in de praktijk van het leven de beginselen van het A.N.V. voor te staan en toe te passen; door een liederenavond en een wetenschappelijke lezing zorgde het voor geestelijke ontwikkeling. Het Hoofdbestuur wendt pogingen aan om de stichting van een leeszaal en boekerij te bevorderen. Na 10 jaar zitting gehad te hebben in het Hoofdbestuur nam als afgevaardigde dezer Groep ontslag de heer kapt. J.A. Snijders Jr., aan wien indertijd de stichting der Groep (in 1904) te danken was. Hier past een woord van oprechten dank voor alles wat deze afgevaardigde in het belang dezer kolonie heeft gedaan. Toen bekend werd dat de heer O.L. Helfrich, oud-resident van Benkoelen, benoemd was tot Gouverneur van Curaçao, heeft een afvaarding uit het Hoofdbestuur zijn opwachting gemaakt om de belangen van het A.N.V. bij hem aan te bevelen. Zij mocht de verzekering van zijn steun ontvangen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zuid-Afrika.Aan een herstel der Groep Zuid-Afrika kon ook in het laatste oorlogsjaar niet worden gedacht. De tijdsomstandigheden waren ook daar niet bevorderlijk aan een opgewekt afdeelingsleven. Slechts van Kaapstad, Potchefstroom en Bloemfontein kwamen berichten en iaarverslagen. Blijkens deze handhaafden ze haar goeden naam en bleven werkzaam in den geest van ons Verbond ondanks de verliezen, die in het bijzonder Kaapstad door de griepepidemie heeft geleden in de heeren Dormehl en Ruysch van Dugteren. Voor deze Afdeeling maakten zich in het bijzonder verdienstelijk oud president F.W. Reitz, de Ned. Consul dr. H.H. Lorentz en Mevr. Loopuyt - Maas, welke laatste met steun van het Hoofdbestuur haar zorgen o.a. weder wijdde aan de Openbare Leeszaal. Deze Nederlandsche vrouw met haar innige Afrikaansche sympathieën heeft met den heer A.F.J. Benning vooral veel bijgedragen tot inzameling van gelden in de Kaapprovincie voor het miliesgeschenk aan Holland. Onder de samenkomsten door deze Afdeeling ingericht dient vooral vermeld het gezellig samenzijn op 31 Augustus ter viering van Koningin's verjaardag. Bloemfontein onderscheidde zich voornamelijk door het uitloven van prijzen voor de Taalbondexamens en een recitatiewedstrijd, en het bijeenbrengen van een belangrijke som voor de Nederlandsche kinderen in den vreemde, die in Nederland door de goede zorgen van het bekende Comite worden verpleegd. Ook deze Afdeeling met haar werkzamen secretaris, den heer F. Schuur, bevorderde in haar omgeving de milieszending ter leniging van den nood in Nederland. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buitenland.Met het overige buitenland wordt zoo men weet verbinding gehouden of gezocht door Zelfstandige Afdeelingen en Vertegenwoordigers. Hun aantal bedraagt thans 16 en 47. Hun werkzaamheden bleven gering door den oorlogstoestand, hoewel verscheidene toch nog gelegenheid vonden ondanks groote vertraging in de briefwisseling en moeilijke verbinding de belangen naar behooren te vervullen. Door den dood ontvielen ons de trouwe vertegenwoordiger voor Luxor (Egypte) de heer J.H. Insinger en H. Baron van Oldeneel, de stichter en voorzitter der Afd. Nieuw York. De groote kracht, die Zelfstandige Afdeelingen en Vertegenwoordigers in het buitenland kunnen ontwikkelen ook ter bevordering van de handels-en nijverheidsbetrekkingen met Nederland, heeft het Hoofbestuur tot het plan gebracht hun aantal uit te breiden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boeken Commissie.Verzonden werden slechts, met inbegrip van die, welke nog voor Z.-Afrika gereed staan ter verzending, 26 kisten boeken. De wekelijksche en maandelijksche verzending van dagbladen en tijdschriften naar tal van adressen in het buitenland, ging geregeld door. Van de verzonden kisten waren 14 bestemd voor onze militairen en 7 voor Belgische geïnterneerden. In de eerste maanden van het nieuw aangevangen jaar gingen voor het eerst in jaren weer kisten boeken naar overzeesche landen: 2 naar Paramaribo, voor de Evang. Broedergemeente (onderwijs-afdeeling), 4 naar de Tokai-Verbeter-Inrichting in Kaap-Provincie, Z.A. Het aantal leden ging weer iets achteruit en bedraagt nu 461. De geldmiddelen vertoonen evenzeer achteruitgang. De inkomsten over 1918 bedroegen f 5439.755 waaronder f 1400. - van het Hoofdbestuur, de uitgaven f 4070.06. Het aantal adressen in den vreemde, waarmede de B. C in betrekking staat, breidde zich uit tot 317. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neerlandia.De uitgave van Neerlandia bracht wederom moeilijkheden met zich De nog steeds hooge papierprijzen en de herhaaldelijk verhoogde drukkosten stelden aan de uitgave van ons orgaan geldelijke eischen, die de kas zeker niet zou hebben kunnen bevredigen, als door vermindering van den omvang niet eenigszins daaraan was tegemoet gekomen. Dat het uiterlijk er tengevolge dezer tegenwerkende factoren niet beter op is geworden, mogen de leden voorloopig nog voor lief nemen. Een vereeniging als het A N.V. mag een rooialer maandblad verlangen, maar zoolang de tijdsomstandigheden nog ongunstig blijven, dient er bij de beoordeeling van Neerlandia rekening mede te worden gehouden. Den medewerkers, ook die uit het buitenland, welke weer vastere verbinding met ons krijgen, moest in verband met de beschikbare ruimte, tot ons leedwezen, de noodige beperking worden opgelegd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geldmiddelen.De rekening over 1918 bedraagt in uitgaaf en ontvangst f 17853.70 en sluit met een nadeelig slot van f 265.255. Ook hierin spiegelt zich de dure tijd af, die niet naliet onze uitgaven te doen stijgen op een wijze, die het bestaan van het Verbond in gevaar zou hebben gebracht, wanneer in de kasmiddelen geen gunstige wending was gekomen door de stichting van het Steunfonds, dat in 1918 tot het begeerde bedrag van f 100.000. - klom, waardoor buiten het ontoereikend geworden bedrag der inkomsten van de leden voortaan op een jaarlijksche aanvulling van 4 à 5000 gld. kan worden gerekend. Deze zal echter nauwelijks voldoende blijken om de verhoogde exploitatiekosten van alles en ook de noodzakelijk gebleken verhooging der salarissen van het personeel en de pensioenregeling voor de vaste beambten te dekken. Een in uitzicht gestelde verhooging der Regeeringssubsidie zal een machtige steun voor het Hoofdbestuur kunnen zijn om aan zijn omvangrijke plannen gevolg te kunnen geven. Zoo zullen na den vrede de belangen der Nederlanders en stamverwanten over de geheele wereld worden gebaat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ledental.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Slotwoord.Gelijk na het sluiten van den wapenstilstand de toestand niet met één slag weer normaal werd en de menschheid nog een lange overgangstijd wacht alvorens vrede en welvaart weer zullen heerschen, zoo zal ook het vereenigingsleven, vooral van een Verbond dat zijn vertakkingen over heel de wereld heeft, nog langen tijd noodig hebben om weer op peil te komen Toch past ons vertrouwen in de toekomst ondanks de tijdelijke ontreddering van een Groep als Vlaanderen en de verbreking van den band met vele buitenlandsche leden tengevolge van den nood der tijden. Het Alg. Ned. Verbond is bestand gebleken tegen de slagen van het noodlot, tegen verdachtmaking en ondermijning, het heeft door zijn onzijdige houding en door weerstand te bieden aan den drang van partijschappen om zich te mengen in de staatkunde van andere naties het zijne bijgedragen om Nederland buiten den wereldbrand te houden. Dit standpunt moge de felle partijmannen ter linker en ter rechter zijde zwak hebben toegeschenen, het zal op den duur blijken te zijn geweest in het belang niet alleen van ons Verbond maar van den geheelen stam. Dusdoende bleef het Verbond staan boven de partijen en zal het veel kunnen doen om allen, die behooren tot den Nederlandschen stam weer tot eendrachtigen strijd voor de gemeenschappelijke belangen saam te brengen |
|