's-Gravenhage en Omstreken.
De Secretaris schrijft:
Op 26 Februari hield dr. N.B. Tenhaeff voor de leden en genoodigden een rede over ‘Nationale Idialen,’ waarin hij op boeiende en geestige wijze de denkbeelden van den Dietschen Bond over het Groot-Nederlandsch activisme ontwikkelde. Plaatsgebrek verhindert ons van de door de aanwezigen met aandacht gevolgde voordracht een verslag te geven. Belangstellenden verwijzen wij naar het artikel van zijn hand getiteld: ‘Groot-Nederlandsch activisme over de geheele lijn’ in De Toorts, waarvan het 1e gedeelte verscheen in het nummer van 8 Maart. Van de gelegenheid tot gedachten wisseling maakten o.a. gebruik de bestuursleden Marc. Emants en dr. v. Weel; de eerste om de houding van het A.N.V. tijdens den oorlog te verdedigen en om samenwerking tusschen A.N.V. en D.B. te bepleiten; dr. v. W. om, naar aanleiding van de eenigszins smalende wijze, waarop dr. T. zich over het purisme had uitgelaten, het nut in het licht te stellen van het werk der Taalcommissie.
De inleider bleek, evenals de heer E., voorstander van samenwerking van A.N.V. en D.B. en verdedigde zijn uitlating over het purisme met er op te wijzen, dat het werk van de T.C., op zich zelf zeer verdienstelijk is, maar dat de Groot Nederl. organisatie daarin niet geheel mag opgaan, dat er nog belangrijker dingen zijn, waarop de aandacht dient gevestigd te worden en te blijven.
Ter afwisseling onthaalde de bariton Gen. Lecointre met talent begeleid door Mej. Jos. Lijdsman, de vergadering op eenige liederen van Nederlandsche en Vlaamsche woord- en toondichters, zijn mooie stem en gevoelvolle voordracht oogstten een welverdienden bijval.
De jaarvergadering op 10 Maart koos in het bestuur, in plaats van de 4 in 1918 afgetreden leden, die zich niet herkiesbaar hadden gesteld: Mej H. van Nieuwenburg en de H.H.A. Colijn, dr. C. Gerretson en Jhr. R. Groeninx van Zoelen.
Met voldoening kunnen wij vaststellen, dat de jaarvergadering beter bezocht was dan gewoonlijk.