Neerlandia. Jaargang 23
(1919)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOost-Indië.Indonesisch Verbond voor Studeerenden.Dit Verbond heeft weder een congres gehouden op 31 Januari en 1 Februari te 's-Gravenhage. Eigenlijk was het een verlengstuk van het congres, dat op 29-31 Augustus gehouden is te Wageningen en waarover geschreven werd in het Octobernummer van Neerlandia. Men wilde op het jongste congres nog eens uitrechten, waarvoor in Wageningen de tijd te kort geschoten was en.... men heeft er dan ook flink gevochten in onstuimige debatten. Men was samengekomen voor de behandeling van twee onderwerpen:
Die onderwerpen werden ingeleid elk door een Javaan, eeu Chinees, een Nederlander. Jonge mannen met het hart vol idealen openbaarden daar wat er in hen leeft, stormden tegen elkaar in met jeugdig vuur om straks broederlijk met elkander te maaltijden en te gevoelen, dat ‘de broederkring is wijd getrokken
om zeeën en gebergten heen’.
De Westerlingen konden niet nalaten - zij spraken immers uit wat zij dachten en gevoelden! - den hoogeren graad van ontwikkeling van 't Westen te doen uitkomen; de Oosterlingen lieten zich dat niet aanleunen en pleitten voor ‘Ebenbürtigkeit’. En zoo ging het op elkaar los zonder dat er sprake was van rassenhaat.
Ik gevoel zeer veel voor dit ‘Verbond’ en verwacht er veel goeds van voor toekomstig samenwerken in Indië Daarom wil ik het Verbond, voor zoover de lezer er nog geen kennis mee maakte, met een enkel woord inleiden: Het is opgericht in 1917 en stelt zich ten doel:
In alle plaatsen, waar jongelieden zich voorbereiden voor de a.s. Indische levenstaak, zijn vereenigingen die zich bij het Verbond hebben aangesloten; te ramen aldus een eerbiedwaardig aantal leden, een kleine 1000 a.s. ambtenaren, artsen, officieren, kooplieden, planters, zendelingen, enz. Het Verbond is vol goeden moed voor zijn toekomstigen bloei. Men schrijft daarover: Het Ind. Verb. is zijn tweede jaar ingetreden, verjongd en versterkt, in opgewekte snelle gang, doelbewust’. ‘Een nieuw Dagelijksch Bestuur troont aan het | |||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||
hoofd van den Raad; een Rotterdamsch driemanschap beheert met koopmanswijsheid en studentikozen geest de gelden; de stichter van het Verbond is bereid een Indisch correspondentschap te scheppen.’ ‘Het ledental groeit gestadig; het toestroomen o.m. van de medici der Tropische Leergangen, van de Indische juristen, van de onderwijzers en van de studeerenden aan Post-, Suiker- en Dordtsche Middelbaar Technische School wordt verwacht’. ‘Twee secties zijn - binnen de Verbondseenheid - ontworpen, in groote woorden: een politiek-sociaal-economische en een letterkundig-kunstzinnig-wijsgeerig-religieuze’. Geëindigd wordt met den wensch: ‘Moge het in elk geval geschieden, dat wij, Indonesiërs, Indo-Chineezen en Hollanders, in het Ind. Verb. van studeerenden vereenigd met alle krachten streven naar verzoening, vertrouwen en vreedzame democratische samenwerking - naar onzen en aller Volkenbond’.Ga naar voetnoot1) Bij de oprichting van het Verbond hield men zich buiten de politiek, maar thans heeft men zich, gelijk gebleken is met volle borst daarop geworpen. Beschermers en donateurs hebben daarover het hoofd geschud, maar dien koers niet kunnen tegenhouden. Het Verbond besloot op het congres te Wageningen tot de weder-oprichting van het maandschrift Hindia Poetra, waarvan de jongste afleveringen voor mij liggen. Is dit maandschrift in de eerste plaats een tribune voor de leden van het Verbond, tevens moet het belangstelling wekken bij allen, die zich meer nadrukkelijk met Indische zaken bezig houden. Het was wel een goede gedachte van de Redactie, in een rondschrijven aan tot oordeelen bevoegde personen de zaak van het Verbond eens nadrukkelijk aan de orde te stellen. Aan dat ‘rondschrijven’ is het volgende ontleend: ‘De redactie van “Hindia Poetra” orgaan van het Indonesisch Verbond van Studeerenden, overwegende, dat genoemd Verbond nu ruim een jaar bestaat en groeit, dat het niet zijn congressen te Leiden en Wageningen en met zijn orgaan Hindia Poetra getoond heeft hoe het werkt, heeft de eer te verzoeken Uw oordeel over het Verbond onomwonden te kennen te geven met machtiging tot publicatie.... en, om der wille van de eenheid in de verscheidenheid, dat oordeel te vervatten in een antwoord op de volgende vragen...: 1e. Draagt het Indonesisch Verbond van Studeerenden de mogelijkheid in zich van invloed te zijn op de evolutie van Indonesië? 2e. Zoo ja, welke is die invloed? 3e. Is de ingeslagen weg de juiste om dien invloed te bemachtigen?’ Een aantal personen. tot oordeelen bevoegd en wier namen een goeden klank hebben in zaken, Insulinde betreffende, gaven aan die uitnoodiging gehoor. Die antwoorden zijn afgedrukt in het Februarinummer van Hindia Poetra. Het zij ook mij gegund mijn antwoord op die vragen zoo kort mogelijk te geven: 1. Ongetwijfeld; die invloed kan zeer groot zijn. 2. Ongeveer duizend personen, die na eenige jaren in verschillende ambten en betrekkingen werkzaam zullen zijn, voeden elkander op tot hun mooie levenstaak; leeren - meer dan vroeger het geval was - elkander waardeeren en hoogachten; worden door gemeenschappelijk overleg wel gedrongen - zich zelven af te vragen: in welken geest zal ik daarginds werkzaam zijn; en... zullen, ieder in zijn kring, ook invloed oefenen door meer belangstelling te wekken voor 't geen hun eigen geest vervuld. 3. Een maandblad als spreektribune; persoonlijke aanraking van de verschillende studiegroepen op de congressen; de daar gehouden beraadslagingen; zeker, dat alles mag wel de goede weg genaamd worden, die kan leiden tot het beoogde doel. Alleenlijk, men kieze niet te spoedig partij; men trachte niet op te treden als een politieke partij, o.a. om bij verkiezingen invloed te oefenen; men wachte met dergelijk optreden tot men zelf een werkkring in de maatschappij gevonden heeft; men zoeke eerlijk naar waarheid met de mooie geestdrift der jonge jaren, maar meene niet te spoedig er geheel achter te zijn; en vooral, bij het smeden van toekomst plannen ten voordeele van Indonesië, vergete men niet de grondige bestudeering van de individuen op wie men die plannen wil toepassen. Gaarne wensch ik aan het Ind. Verb. van studeerenden een lang en krachtig leven. M. v. L. |
|