Zuid-Afrika
Ter gedachtenis.
Het bericht over de verwoestingen, die de Spaansche griep hier heeft aangericht - hoe zij van aard veranderde tusschen Europa en hier en hoe links en rechts in alle kringen de ziektegevallen tot sterfgevallen werden - dat bericht is waarschijnlijk wel al doorgekomen. Misschien ook tijding van den dood van de twee mannen, bestuursleden van onze afd. A.N.V., aan wier nagedachtenis Neerlandia wel enkele woorden van hulde mag brengen.
Fred. Dormehl was een man, die niet voor het groote publiek optrad, maar de man van groote werkkracht, sterk in zijn ideaal voor en zijn geloot in zijn volk, ...de stuwkracht in een kleinen kring van menschen, wier namen in het openbare leven misschien meer dan de zijne genoemd worden.
Zijn vast geloof in de toekomst van wie hij ‘onze menschen’ noemde, gaf hem de overtuiging, dat de tijd van groote volksontwikkeling aanstaande was, dat de dorst naar kennis hen naar boeken in eigen Afrikaansche taal zou doen grijpen, dat uiteindelijk een Afrikaansche en Nederlandsche kultuur in onderling verkeer de hindernissen niet meer zou kennen, die nu zoo dikwijls in den weg staan aan 't elkaar begrijpen. Hijzelf ging vóór op dien weg en ontmoette den Hollander zonder vooroordeel, gevende en nemende, als vrienden doen. Een krachtige persoonlijkheid, die het goed is te ontmoeten - zoo was hij jaren lang lid van ons afdeelingsbestuur.
En C.J.L. Ruysch van Dugteren. Ook in hem verliest onze afdeeling een persoon, die moeilijk te vervangen is. Was de heer Dormehl als Afrikaner een van hen, die den Hollander 't naast staan -