van stemginger, maar wat heeft die ‘vertaalde’ gember met onze stem te maken?
Toen wij in een koekbakkerswinkel een boterkoek bestelden, keek het winkeljufje ons aan met groote oogen van niet begrijpen; na een poosje ging haar echter een licht op en vroeg zij: ‘Bedoelt U misschien een botercake? Ja, dan weet ik wel, wat U bedoelt.’
In een winkel van damesartikelen zagen wij op een papier aangekondigd ‘chempjes.’ Hoewel als lang getrouwd man niet geheel onkundig op het gebied van dameskleeding, konden wij maar niet begrijpen, wat een chempje voor een kleedingstuk kon zijn, totdat wij de aangekondigde voorwerpen wat nauwkeuriger bekeken en tot het vermoeden kwamen, dat bedoeld werd guimpe.
Al deze staaltjes van dwaze aanstellerij verzamelden wij in de hofstad.
M.C.v.R.v.N.