Motie Stud.-Afdeeling Delft.
Geachte Redaktie,
Delft, 22 Januari 1918.
Op voorstel van de vereenigde besturen der studenten-afdeelingen van het ‘Algemeen Nederlandsch Verbond’ was van de hoofdredaktie van het Algemeen Nederlandsche studentenweekblad ‘Minerva’ de toezegging verkregen tot benoeming van een vast medewerker voor Groot-Nederlandsche studentenbelangen.
Intusschen verscheen in het ‘Minerva’-nummer van 22 Nov. 1917 een verslag van de algemeene redaktievergadering van 17 Nov., daaraan voorafgaande, met vermelding, dat aangenomen was het voorstel: ‘De algemeene redaktievergadering van het A.N.S.W. “Minerva” besluit het korrespondentschap te Gent op te heffen, daar de Gentsche universiteit, zooals zij thans is, niet als Groot-Nederlandsche universiteit erkend kan worden.’
Van redaktioneele zijde werd dit bericht aangedikt door den heer J.R., die meende te moeten schrijven: ‘Wij Nederlandsche studenten, erkennen niet en zullen nooit erkennen als onze Nederlandsche broeders hèn, die hun hoogeschool buigend aannamen uit de handen van de overweldigers van hun vaderland, betaald met het geld en het bloed van hun trouwgebleven land- en stamgenooten. Laten zij van hun gouverneur, van hun keizer een eigen blad vragen, die het hun zeker niet onthouden zal, - en laat hen daarin schrijven.
De plaats van den Gentenaar blijft open, om straks, na den oorlog te kunnen worden ingenomen door één die niet een groote zaak verried, om er een kleine mee te winnen, door een van de strijders van den Yser.’
Naar aanleiding hiervan kreeg ik van het bestuur der Delftsche studenten-afdeeling van het A.N.V. onderstaande motie, aangenomen in zijn vergadering van 10 Dec. 1917.
‘Het bestuur van de Stud.-afd. Delft van het “A.N.V.” gezien de redaktioneele uiting van den heer J.R. in het “Minerva”-nummer van 22 Nov. l.l.,
geen partij willende kiezen voor, maar ook niet tegen het Vlaamsche aktivisme, stelt voor terug te komen op het verzoek aan de “Minerva”-redaktie tot benoeming van een medewerker voor Groot-Nederlandsche studentenbelangen.
en verzoekt den algemeenen sekretaris de andere studenten-afdeelingen uit te noodigen, zich hierbij aan te sluiten.’
Thans kan ik, namens alle vereenigde besturen, verklaren dat zij met de Delftsche motie instemmen. Wij hebben dan ook ons verzoek tot benoeming van een vast medewerker aan ‘Minerva’ ingetrokken.
Hoogachtend,
H.G.C. COHEN STUART,
Alg. Sekr. v/d. vereenigde besturen der Stud.-afdeelingen A.N.V.