Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||
Aankoop en kultuur van grond in Nederlandsch-Indië.Naar aanleiding van den brief van den Heer H. Wesselman te Port Darwin, opgenomen in het ‘Overzicht’ onder de rubriek ‘Oost-Indië’ (zie Neerlandia, Oct.-nr. blz. 169) gaf een alleszins tot oordeelen bevoegd oud-O.-I. hoofdambtenaar ons belangrijke inlichtingen. Ter verduidelijking laten we den hoofdinhoud van bedoelden brief hier voorafgaan:
De Heer W., die verscheidene jaren in Australie heeft doorgebracht en alle moeilijkheden en bezwaren verbonden aan het ‘landleven’ in de wildernis heeft doorgemaakt, wenschte inlichtingen te bekomen omtrent de voorwaarden vereischt voor den aankoop en de cultuur van grond in Neêrlandsch Indie en wendde zich te dien einde tot de gegadigde autoriteiten. Het antwoord op zijn schrijven liet zich meer dan negen maanden wachten, en was in zulke vage termen vervat, dat hij van verdere stappen in die richting heeft moeten afzien. Hij zegt, en niet ten onrechte, dat de prijzenswaardige pogingen van den heer Valette om Nederlanders op te wekken zich in Nederlandsch-Indie te vestigen en hun kapitaal daar om te zetten, noodwendig schipbreuk moeten lijden op te weinig initiatief van de zijde der Regeering. De hooge loonen, die in Australie betaald moeten worden, maken het voor den kleinen grondbezitter bijna onmogelijk zijn levensonderhoud in landbouw en veeteelt te vinden, en dus zou Indie de aangewezen plaats zijn voor diegenen, die over een klein kapitaal te beschikken hebben.
Bedoelde oud-O.-I. hoofdambtenaar nu schrijft:
De door den Heer Wesselman gestelde vraag is zoo vaag, dat daarop ook niet anders dan een vaag antwoord kan verwacht worden. De Heer W. vraagt: de voorwaarden vereischt voor den aankoop en kultuur van grond in Nederlandsch-Indië. Het antwoord hierop zou kunnen luiden: voor den aankoop.... geld, en voor de kultuur, ethnografische, geografische, landbouwkundige kennis.... gezond sterk lichaam, heldere geest, opgewekte zin. Maar dit zal wel niet de bedoeling zijn van den Heer W. Hij spreekt van den kleinen grondbezitter, voor wien het van wege de hooge loonen in Australie bijna onmogelijk is, zijn levensonderhoud in landbouw en veeteelt te vinden. Indien het niet de bedoeling is, zelf de handen uit de mouw te steken, maar zich te bedienen van betaalde werkkrachten, zou ik iemand met Indie onbekend, onbekend ook met den aard der bevolking, met den grond, met de eischen van de verschillende cultures niet durven aanraden op goed geluk naar Indië te gaan, om dadelijk zelfstandig in landbouw of veeteelt iets te ondernemen. Laat hij dan trachten eerst op een bestaande onderneming ondergeschikt werkzaam te worden gesteld, en in Indie landwijs en cultuurwijs te worden. Over de verschillende cultures in Indië bestaan vele meer of minder uitgebreide werken; o.m. het groote werk van Dr. K.W. van Gorkom ‘Oost-Indische cultures’, opnieuw uitgegeven door Dr. H.C. Prinsen Geerligs. In de serie: ‘Onze Kolonien’ van de Hollandia-Drukkerij, onder redactie van Van Sandick, zijn meen ik daaromtrent ook practische wenken gegeven. Het vraagstuk omtrent den afstand van grond wordt voor het overige beheerscht door art. 62 van het Regeerings-reglement en de daaruit voortvloeiende agrarische regelingen. In het algemeen wordt in N.-I. door particulieren landbouw gedreven:
Het meest voorkomende is thans de afstand in erfpacht voor 75 jaren tegen betaling van een canon, een bij openbare inschrijving geboden pachtsom van ten minste f 1.- per jaar en per bouw.Ga naar voetnoot1) De betaling gaat eerst in met het 6e jaar en 10 jaar is men vrij van de verponding of grondbelasting. Ook kunnen perceelen van ten hoogste 25 bouws en voor ten hoogste 25 jaar (behoudens verlenging na afloop) in erfpacht worden uitgegeven, en kan dan aan minvermogenden voor de uitoefening van den kleinen land- en tuinbouw van staatswege geldelijke bijstand worden verleend in den vorm van bouw- en bedrijfscredier. Als erfpachters worden alleen toegelaten Nederlandsche onderdanen, ingezetenen van Nederland of van Nederlandsch Indië en vennootschappen van koophandel, gevestigd in Nederland of in Nederlandsch-Indië. Uitvoerig is een en ander te vinden in den Regeerings-Almanak voor N.-I. van 1916, eerste gedeelte, blz. 185 enz. en verder in een vanwege de Indische Regeering bij de Landsdrukkerij uitgegeven handleiding: Agrarische regelingen met vervolg, verkrijgbaar bij 's Lands dépot van leermiddelen te Batavia. |
|