Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOost-Indië.De Julianascholen in N.-I.Ga naar voetnoot1)Het zal dengenen, die belangstellen in de oprichting van jongevrouwenscholen in Indie volgens het plan ontworpen door mevrouw Hissink-Snellebrand, zijn opgevallen, dat het Bestuur der Vereeniging, hier te lande tot stand gekomen om dit doel te bevorderen, in lang niets van zich heeft doen hooren. Dit was het gevolg van de omstandigheid, dat genoemde dame niet zoo spoedig als zij zich had voorgesteld den Gouvernementsdienst heeft kunnen verlaten, en het Bestuur van oordeel was dat de zaak door niemand met zooveel kans op goede uitkomst ter hand kon worden genomen als juist door haar, van wie het denkbeeld was uitgegaan, en die zich dadelijk bereid had verklaard zich met de uitvoering daarvan te belasten. Met groot genoegen kan het Bestuur thans berichten, dat eene belangrijke schrede voorwaarts is gedaan, sedert mevrouw Hissink-Snellebrand in Maart j.l. op haar verzoek eervol uit 's lands | ||||||||
[pagina 206]
| ||||||||
dienst is ontslagen. Zij is dadelijk daarop aan het werk gegaan en wel op de volgende wijze: Mevrouw Hissink-Snellebrand heeft voor eigen rekening te Malang (res. Pasoeroean) een perceel gekocht, groot 12000 M2 met een steenen gebouw, dito bijgebouwen, vele klapperboomen en andere vruchtboomen, een bloemenkweekerij, een weide enz. voor de som van f 15000 met ongeveer f 3000 onkosten. Daar heeft zij zich thans gevestigd, voorloopig met vijf meisjes. Twee waren er reeds, toen haar laatste brief van 11 April j.l. geschreven werd; drie werden verwacht, en nog vijf anderen kunnen dadelijk geplaatst worden, want er is plaats voor tien; voor dit aantal zijn ijzeren kribben aangeschaft uit een bedrag voor rekening der vereeniging door haren vertegenwoordiger te Batavia, den heer Lankhout, verstrekt.
Juliana-stichting.
Aan mevr. Hissink-Snellebrand is voorloopig een crediet geopend van f 150. - 's maands gedurende een jaar. Zij stelt zich voor binnenkort aan de uitbreiding te beginnen, en ziet in het vooruitzichteen groote toeneming van het aantal meisjes. Het Bestuur zal zooveel in zijn macht is steun verleenen, doch meent tevens een beroep te mogen doen op dien van het publiek. Zoolang de uitvoering van het plan nog op zich liet wachten, meende het Bestuur zich van propaganda te moeten onthouden. Nu echter de hand aan den ploeg geslagen is, hoopt het ten zeerste, dat de toegezegde jaarlijksche bijdragen zullen worden verhoogd, en dat haar aantal belangrijk zal toenemen. Het oogenblik tot krachtig en doortastend handelen is gekomen. Het uiterst sympathieke streven van mevrouw Hissink-Snellebrand, dat door haar uiteengezet is in eene lezing in het Indisch Genootschap tijdens haren verloftijd, en dat zij te voren en daarna met menigeen besproken heeft, verdient ten volle bevorderd te worden door allen, die voor den vooruitgang van Ned.-Indië gevoelen, en die weten te waardeeren wat door meergenoemde dame reeds uit eigen middelen is gedaan. Met een enkel woord moge er aan herinnerd worden, dat het streven hierop gericht is om meisjes, behoorende tot de Indo Europeesche maatschappij, in een internaat te vereenigen, waar zij, behalve schoolkundigheden, ook zullen opdoen de kennis van al hetgeen zij noodig hebben voor het maatschappelijk leven, bepaaldelijk op het gebied van land- en tuinbouw, huishoudelijken- en handenarbeid, zoodat zij in de gelegenheid zullen zijn een nuttigen werkkring te verwerven en in eigen onderhoud te voorzien. Ook na het aangaan van een huwelijk zal de vergaarde kennis haar ten goede komen, en zullen zij op haar beurt aan eigen kinderen en aan die van anderen hare practische geoefendheid kunnen overdragen. Aan de thans tot stand gekomen inrichting heeft mevrouw Hissink-Snellebrand den naam gegeven van Juliana-Stichting. Zij verzoekt om toezending van boeken. Vooral die een goed overzicht geven van de Nederlandsche letterkunde en aardrijkskunde. De boeken, bij het vertrek uit Nederland medegenomen, zijn thans in de voor avondschool bestemde lokalen gerangschikt. Zij verzoekt ook huishoudgoed. Het verlangen is mede een aangrenzend perceel voor f 5000. - aan te koopen, dat vroeger een geheel uitmaakte met het reeds aangekochte stuk grond. Op dat perceel staat een huis, dat groot genoeg is voor eene helpster met een twintigtal meisjes. Worden gunstige resultaten verkregen, dan zal het aangewezen zijn, nog andere inrichtingen van dien aard in het leven te roepen. Het Bestuur zal echter voor het oogenblik zeer verheugd zijn, indien voldoende hulp verleend wordt voor de instandhouding van de geopende inrichting, voor het overnemen van het door mevrouw Hissink-Snellebrand aangekochte en voor den aankoop van het daarnaast gelegen perceel. Voor nadere inlichtingen wende men zich tot een der ondergeteekenden. Van bereidwilligheid tot het verleenen van geldelijke bijdragen gelieve men bericht te geven aan mevrouw M. van Humalda van Eysinga-Versteegh, Frans van Mierisstraat 501, te Amsterdam.
Den Haag, 26 October 1917.
|
|