Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 181]
| |
Huldiging.Een die het volle leven kamp gaf, ongebogen, onversleten, onver vaard tot op dezen dag. Als 'n professor 70 jaar wordt, wordt hij rustend ambtenaar. In het vereenigingsleven kent men geen officieelen leeftijd voor aftreden. En zoo mag het zijn, dat Dr. Kiewiet de Jonge in het volle genot van een goede gezondheid nog immer den algemeenen voorzitterszetel bekleedt van ons Verbond, dat voor een groot deel zijn levenswerk is. Zijn 70sten verjaardag wilden velen, die jarenlang met hem voor het welzijn van den Nederlandschen Stam mochten samenwerken, wat men noemt ‘niet onopgemerkt laten voorbijgaan.’ En wat de jubilaris zelf het liefst in eigen stillen kring had herdacht, is dientengevolge geworden tot een landsgerucht, want van alle oorden stroomden 29 September in de bekende woning aan de Binnenkalkhaven te Dordrecht, die zoovele jaren talrijke land- en stamgenooten gastvrij ontving, bloemen, brieven, telegrammen en kaartjes binnen. En het werd een lusthof, een huis vol menschen, die behoefte gevoelden eens openlijk te getuigen, hoezeer zij waardeeren wat de thans 70-jarige en zijn trouwe gade voor vele Nederlanders en stamverwanten gedurende de beste jaren van hun leven zijn geweest. De Commissie voor de huldiging bestond uit mej. E. Baelde en de heeren Ch.R. Bakhuizen vanDr. H.J. Kiewiet de Jonge.
den Brink, Prof. Dr. J. Boeke, Mr. W. Dicke, Marc. Emants, S.M. Hugo van Gijn, P.J. de Kanter, Dr. W.J. Leyds, Dr. N. Mansvelt, Prof. Dr. J.W. Pont, Mr. W. de Ridder, N.J. Roelfsema, N. Roodenburg, C. van Son, en Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler. Als hun woordvoerder trad op de heer De Kanter, die uitvoerig de groote verdiensten van den Alg. Voorzitter schetste en hem ten slotte verzocht zijn portret te willen laten schilderen door een Nederlandsch kunstenaar, een hulde die Dr. Kiewiet de Jonge tot genoegen der Commissie gaarne aanvaarddeGa naar voetnoot1). Daarna bood de heer Marc. Emants met een kernachtige toespraak, waaraan licht en schaduw schakeering gaf, een oorkonde aan, geteekend door den heer K.H. Holthuis (Groningen) en van den volgenden inhoud: In de Algemeene Vergadering van Groep Nederland van het Algemeen Nederlandsch Verbond, gehouden 14 April 1917 te Arnhem werd Dr. Hermannus Jacob Kiewiet de Jonge, op voorstel der Afdeelingen's Gravenhage en Amsterdam, met algemeene stemmen benoemd tot eere-voorzitter dezer Groep. - Het Groepsbestuur bevestigt hiermede dit eerevoorzitterschap onder betuiging van zijn groote waardeering voor de degelijke, onpartijdige en hoffelijke wijze, waarop Dr. Kiewiet de Jonge, de stichter van het Verbond in Nederland, gedurende 13 jaren de vergaderingen heeft geleid en voor de belangrijke diensten, welke hij aan de Hoofdgroep van het Verbond, dadelijk na de oprichting in 1898 als Secretaris, sedert 1904 als Voorzitter, heeft bewezen. | |
[pagina 182]
| |
Dr. Leyds legde met een hartelijk vriendenwoord zijn hand als ‘de collectieve hand der Boeren van Zuid-Afrika’ in die van den jarige, een diep treffend oogenblik. Onder de Afdeelingen, die door een bloemstuk van hun waardeering hadden doen blijken, behoorde de Zaanstreek, die een fleurig schip in aanbouw bood, waarbij Mevr. Veen-Brons de volgende dichterlijke opdracht voegde: Een schip in aanbouw is 't Zaandamsche wapen,
Symbool van dùrf - èn 't wijst de toekomst in,
Het spreekt van moed bij 't allereerst begin,
Èn duidt op daden, dingen die nog slapen.
En voor ons geestesoog zien wij nu dagen
Den man met kloeken wil en rappe vuist,
Die 't éérst den hamer door de ruimte druischt,
De werf deed dreunen van de mokerslagen.
En als hij poost en and'ren verder bouwen,
Denkt hij gerust: ‘de kiel heb ik gelegd
En 'k weet, mijn hand was vast, mijn werk is hecht,
Het is een schip, waarop men kan vertrouwen’.
Kiewiet de Jonge beukte d'eerste slagen,
Hij legde een kiel op vaderlandschen grond.
Bouwmeester van het Nederlandsch Verbond,
Uw werk was hecht, 't zal rijke lading dragen!
Namens de Afd. Deventer bracht Mevr. Van Hooff-Gualthérie van Weezel een gekruide hulde aan den voorzitter in den vorm van een Deventer koek. Het Hoofdbestuur der Ned. Z.-Afr. Vereeniging, dat der Tucht-Unie en meer algemeene of plaatselijke vereenigingen, in wier besturen onze voorzitter almee tot meerdere eere van het A.N.V. zitting heeft, lieten zich evenmin onbetuigd. Burgemeester en Wethouders van Dordrecht gaven door hun tegenwoordigheid bij de huldiging, blijk van belangstelling. De Commissie weet dat de Algemeene Voorzitter, die zelf mede Neerlandia redigeert, dit alles, het liefst zou hebben geweerd uit de kolommen van ons maandblad, maar aan de geschiedenis van ons Verbond zou daarmee zeer te kort zijn gedaan. De gehuldigde moet zich dit nu maar eens laten welgevallen en mag al blij zijn dat de woorden van waardeering en hoogachting, welke dien zonnigen dag in zoo rijke verscheidenheid gesproken en geschreven werden, hier niet worden herhaald. Mogen alle goede wenschen voor een vreugdigen levensavond, zoo onbekrompen en hartelijk geuit, in vervulling gaan. Namens de Commissie:
Dordrecht, October 1917. C. VAN SON. Leden van 't Algem. Nederl. Verbond, gedenkt het Comité voor Nederlandsche kinderen in den vreemde!!! |
|