Engels als voertaal te gebruiken. Ook dit moet geleidelik geschieden. Laten wij 'n begin maken met de lagere klassen en eerlang zal men ook in de hogere klassen 't Hollands als voertaal kunnen gebruiken. Een afrikaner kind zal zijn natuurkunde, scheikunde, meetkunde, stelkunde en latijn veel spoediger en beter begrijpen in de verstaanbare en ongekunstelde hollandse termen, dan in de onverstaanbare engelse techniese termen. Er zijn geschikte handboeken voor al die vakken in 't Hollands verkrijgbaar, laten alle vak-onderwijzers zich dan zo spoedig mogelik meester maken van de hollandse termen van hun vakken en zij zullen hun volk 'n grooter dienst bewijzen dan door zich te veel met politieke aangelegenheden in te laten. Het is aanmoedigend te vernemen, dat er enkelen te Stellenbosch hun eksamen in 't Hollands afleggen.
Vóór de totstandkoming van de Unie was het Hollands op onze scholen 'n ongeneeslike lijder, en wel, omdat het onderwijs ervan meestal gebrekkig en onbevredigend was en omdat het zo stiefmoederlik behandeld werd door het Onderwijs Departement en ook, omdat de gebruikte boeken, meestal uit Holland, geheel en al te moeilik en ongeschikt waren voor Afrikaanse scholen en slechts erop berekend waren het Afrikaner kind een hekel aan 't Hollands te geven i.p.v. het liefde er voor in te boezemen. Thans in 1917 is echter 't onderwijs van 't Hollands tot 'n plezier geworden zowel voor de enthoesiastiese onderwijzer als voor de leerlingen en wel, omdat we nu gelijke taalrechten hebben, zwart op wit en omdat de boeken nu alle gebaseerd zijn op de behoeften van 't Afrikaner kind.
En nu, dat het Hollands zijn grote worstelstrijd heeft volvoerd, allengs tot zijn rechten komt en 'n veelbelovende toekomst tegemoet gaat, wordt het weer bedreigd met 'n gewisse dood, en ditmaal door zijn eigen kind, het Afrikaans. Het schijnt onrechtvaardig en jammer, dat 't Hollands op onze scholen juist nu bedreigd wordt door 't Afrikaans verplant te worden. Was het niet om 't Afrikaans, dan zou het Hollands alle kansen gehad hebben binnen 'n 50 jaar de algemene schrijftaal van de Afrikaner Natie te worden. Doch een algemene schrijftaal is nog geen volkstaal en 't Hollands kan onmogelik de volkstaal worden van de Afrikaners, omdat ze het nooit zullen leren spreken. Men kan 'n volk onmogelik 'n taal bevredigend aanleren, want volk en taal worden tezamen geboren en bovendien zal een angeleerde taal maar altijd uiterst gebrekkig wezen en 'n volk gekunsteld en onnatuurlik voorkomen en stremmen in zijn best mogelike, natuurlike, letterkundige en verstandelike ontwikkeling. Hoe onrechtvaardig en jammer het dan ook schijnt, dat 't Afrikaans toegelaten zal worden 't Hollands mettertijd op onze scholen te verplanten, toch is dit een noodwendig kwaad om een groots doel te bereiken n.l. 'n zelfstandig Afrikaner volk met zijn eigen natuurlik ontwikkelde volkstaal en letterkunde.
't Afrikaans is uit 't Hollands gesproten en als zulks is het veel, zeer veel aan 't Hollands verschuldigd. Vandaag nog is 't Afrikaans afhankelik van 't Hollands, want men put gedurig nog uit 't Hollands om de Afrikaanse woordenschat te verrijken en te veredelen. Er bestaat 'n zeer nauw verband tussen 't Hollands en 't Afrikaans en om die reden is 'n grondige kennis van 't Hollands onontbeerlik om 't Afrikaans te kunnen machtig worden, en dus zal men wellicht 't Hollands in de toekomst niet geheel en al uit onze scholen verbannen, maar het een ereplaatsje doen behouden, zoals het Latijn.
Wat ons nu te doen staat, is 't Afrikaans op te heffen tot 'n algemene volkstaal, die beide gesproken en geschreven kan worden; 't te zuiveren, te ontwikkelen, en als een drager van 'n hoge beschaving en 'n hoge kunst tot 'n gelijke van 't Hollands en 't Engels te verheffen.