Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeniging in 1916.De 36e Algemeene Vergadering dezer Vereeniging werd gehouden op 19 Mei j.l. te Amsterdam. Aan de openings redevan den voorzitter ontleenen wij een en ander: Spreker moest wederom achteruitgang van het ledental vaststellen, hetgeen ‘bewijs is, dat de daling van de Nederlandsche belangstelling in Zuid-Afrika, na den boerenoorlog ingetreden, nog niet tot staan is gekomen’Ga naar voetnoot1). Herinnerd wordt aan twee belangrijke feiten: Ten eerste: Er is in Zuid-Afrika een groei van het nationale zelfbewustzijn als nooit te voren en ten tweede: Wat de taal betreft, is het pleit reeds beslist ten gunste van het Zuid-Afrikaansch. ‘'t Is nu een feit geworden, dat de volksonderwijzer in Zuid-Afrika kennis moet hebben van het Afrikaansch. De Synode van de N.G. Kerk in de | |
[pagina 140]
| |
Oranje-Vrijstaat en die van de N.H. of Ger. Kerk in Transvaal hebben Afrikaansch aanvaard als kanseltaal; de nationalistische partijen erkennen het als hun officiëele taal; Universiteits-examens kunnen door middel van het Afrikaansch worden afgelegd; Afrikaansche dames - en dames zijn ook in Zuid-Afrika de draagsters van de mode - schrijven romans in 't Afrikaansch. Er zijn een aantal Hollandsch-Afrikaansche populaire aan wetenschap en belletrie gewijde tijdschriften.’ Het Volksblad te Bloemfontein is dag blad geworden; Onze Courant te Cradock ging over naar de nationalistische partij. Het dagblad De Burger werd om zijn partij kiezen voor Nederland door Jingo-adverteerders geboycot en...... dat liep uit op de oprichting van het grootscheeps opgezette ‘Afrikaans handelshuis’; opgericht werd een President Steyn-Studiefonds en...... zoo bruist daarginds het heerlijke nationale leven. Nederland blijft daarbij koel en passief; Universiteiten, vastgeroest in krenterige bepalingen, lokken allerminst studenten uit Zuid-Afrika. De Rotterdamsche handelshoogeschool maakt een gunstige uitzondering. De voorzitter herinnert er ten slotte aan, dat in Nederland Zuid-Afrikaansche rolprenten (films) voor bioscopen verkrijgbaar worden gesteld; dat het MaandbladGa naar voetnoot1) zooveel mogelijk ter lezing wordt gelegd, waar 't nut kan doen; dat Emiel Hullebroeck een aantal Afrikaansche liederen op muziek zal zetten. Helaas, hij moest er ook bijvoegen, dat het Maandblad uit Zuid-Afrika wordt geweerd.
Als wij de stemming der oprechte Afrikaanders kort willen weergeven, dan is deze op taalgebied de volgende: Zij willen niet ‘verengelst’ worden, maar evenmin door de ‘parmantige’ Nederlanders geschoolmeesterd; zij willen zich zelf zijn; maar... met hun gansche hart bieden zij Nederland hun vriendschap aan. Wij mogen met dien toestand tevreden zijn en herinneren aan het motto van Hollandsch Zuid-Afrika: Wij willen niet weder de fout begaan, die onze vaderen een eeuw geleden begaan hebben, door alle verbindingen met onze stamverwanten op geestelijk en stoffelijk gebied te laten varen. Is dat heusch waar, Nederlanders?
* * *
In diezelfde Alg. Verg. hield de heer onderwijzer E.C. Pienaar eene even geestige als geestdriftige rede over: De toekomstige volkstaal van Zuid-Afrika, Engels, Nederlands of Afrikaans? Het was een kranige rede, door de vergadering zeer toegejuicht. Het doet mij leed, dat plaatsgebrek mij verhindert er een overzicht van te geven. Het staat bij hem vast, dat het Afrikaansch de toekomstige volkstaal moet wezen. Hij is niet tegen het Engelsch, maar wel tegen ‘verengelsing’; hij wil dat die Afrikaansche ‘kombuistaal’ gerugsteund zal worden door het Nederlandsch, en daardoor sterk worden. Innig vurig is zijn geloof: ‘Zoolang er in Zuid-Afrika nog eén Afrikaner is, deze naam waard, zólang zal Engels niet onze volkstaal worden. Met Gezelle houden wij staande: ‘Gij zegt dat 't VlaamsGa naar voetnoot1) te niet zal gaan:
't en zal!
dat 't WaalsGa naar voetnoot2) gezwets zal boven staan:
't en zal!
Dat hopen, dat beweren wij,
dat zeggen en dat zweren wij,
zoo lange als wij ons weren, wij -
't en zal, 't en zal,
't en zal!’
18 Juli, '17. Dr. v.L. |
|