Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAmsterdam (Jongel. Afdeeling).De heer Leo Meert, voorzitter van het Vlaamsch Handelsverbond hield op 2 Mei l.l. eene lezing over de Sociale Vlaamsche beweging en het Vlaamsch Handelsverbond. | |
[pagina 97]
| |
's-Gravenhage.De Secretaris schrijft: Op 16 Mei hield de Afd. 's-Gravenhage en Omstr. een samenkomst, waarin de heer Van Hinloopen Labberton, leider en de heeren Abdoel Moeis en Laoh, leden van de Afvaardiging van het Comité ‘Indië Weerbaar’ spraken over de rol van de Nederlandsche taal in de geestelijke weerbaarmaking van Indië. De aankondiging van deze samenkomst had niet op de gewone wijze plaats, maar geschiedde door middel van een vlugschriftje, dat het bestuur onder den naam ‘Vlugmare der Afd. 's-Gravenhage en Omstr. v.h.A.N.V.’ aan de leden toezond. De bedoeling van de Vlugmare, die op ongeregelde tijden, telkens als er aanleiding voor bestaat, zal worden uitgegeven, is samenwerking tusschen bestuur en leden te verkrijgen en de leden op te wekken om meer dan tot dusverre geschiedde mede te werken tot het bereiken van het doel en tot verbreiding der beginselen van het A.N.V. Behalve de aankondiging der samenkomst deed het bestuur de mededeeling, dat het den heer L. Simons, lid v.h. Groepsbestuur, had aangewezen als voorzitter der Afd., en zulks ter vervanging van Generaal de la Fontaine Schluiter, die in verband met zijn leefiijd den uitdrukkelijken wensch te kennen had gegeven om van het voorzitterschap ontheven te worden. Velen zullen het zeker betreuren, dat Genl. Schluiter, die de Afd gedurende 15 jaren op verdienstelijke en sympatieke wijze heeft geleid, als voorzitter is afgetreden; gelukkig echter behouden wij hem als bestuurslid in ons midden. Voor den verderen inhoud van de Vlugmare verwijzen wij naar de bijdrage der Taalcommissie in dit nummer. ***
De samenkomst met ‘Indië Weerbaar’ was inderdaad zeer belangrijk, niet alleen voor onze Afd. maar voor het geheele A.N.V. Uit de doorwrochte, goed gestaafde inleiding van den heer Labberton, maar vooral uit hetgeen de inleider en de beide inlandsche leden van de Afvaardiging naar aanleiding van de gestelde vragen, in het midden brachten, bleek toch ten duidelijkste, dat het A.N.V. op het gebied van onze taal in Indië een mooie taak kan verrichten en dat de ontwikkelden onder de Indische bevolking van ons Verbond steun verwachten om het aanleeren van de Nederlandsche taal in Indië te bevorderen. Wij moeten ons bepalen tot enkele hoofdtrekken van het gesprokene. Voor de bevolking van N.-I. is kennis van de Westersche wetenschappen - vooral van de technische - en van de Westersche beschaving langzamerhand een levensbehoefte geworden. Die kennis kan zij slechts verkrijgen door middel van een der Westersche talen. Noodzakelijk is dus dat de ontwikkelde inlanders zich zulk een taal eigen maken om daarna hun verdere landgenooten met onze wetenschap en beschaving in kennis te brengen, opdat die gaandeweg ook in de landstalen uitdrukking kunnen vinden. Het spreekt vanzelf dat daarvoor in de eerste plaats in aanmerking komt en moet komen: de Nederlandsche taal. Wat de ontwikkelde inlanders nu vragen is hen in de gelegenheid te stellen Nederlandsch te leeren. In plaats dat wij Nederlanders deze gelegenheid met beide handen aangrijpen om den band tusschen moederland en koloniën nauwer toe te halen en om te voorkomen dat de inlandsche bevolking haar heil zal gaan zoeken bij een andere mogendheid dan Nederland, nemen vele Nederlanders een afwijzende houding aan tegenover den drang van den inlander om Nederlandsch te leeren en worden de Nederlandsch sprekende inlanders veelal achtergesteld bij hun rasgenooten, die onze taal niet machtig zijn. Laat het A.N.V. trachten hierin verandering te brengen. Het zou een goed werk doen in 't belang van Nederland en Indië beidenGa naar voetnoot*). | |
's-Gravenhage (Jongel.-Afd.)Donderdag 26 April hield deze afdeeling een vergadering, gevolgd door een lezing van mejuffrouw A. Salomons over ‘Dichters en hunne gedichten’. De vrij talrijke aanwezigen zullen haar dankbaar blijven voor den bijzonder aardigen en aangenamen avond. Het bestuur is thans als volgt samengesteld: C.Ch. van der Vlis, voorzitter; S.H. van Kuijk, secretares, Leeuwendaallaan 3, Rijswijk; A. Hofland, penningmeester; J. Hofker, 2de secretaris; mej. J. van Emden, mej. H.P. van Nieuwenburg en mej. A. Prins. | |
's-Hertogenbosch.Voor de afdeeling 's-Hertogenbosch hield op 20 April j.l. de heer T.H. Begemann, fabrikant te Helmond, eene lezing over het onderwerp: Nederland staat er goed voor. De zeer onderhoudende, goed uitgewerkte en overtuigende voordracht, gaf een duidelijk beeld van Nederlands plaats onder de volkeren en de toekomst die het nà den oorlog wacht. De ebbe, die in het leven van alle volkeren voorkomt, ligt in ons land niet ver achter ons, maar thans is de vloed op komst. Spreker deelde o.a. mede, dat er van Aug. 1915 tot Nov. 1916 in ons land 150 nieuwe fabrieken werden opgericht; wees op de werven bij Dordrecht, die een beeld bieden als nergens ter wereld; de plannen voor een nieuwe sluis te IJmuiden, die de grootste ter wereld zal zijn en voerde zijn toehoorders de wereld door om hun te toonen al die groote werken van energie, durf en ondernemingsgeest door Hollanders tot stand gebracht; een werkelijk verbazende feitenreeks. De vraag, of wij in staat zijn in den economischen strijd der volkeren mede te doen, beantwoordde spreker met een volmondig ja en voegde er aan toe dat wij de vergelijking met andere landen schitterend kunnen doorstaan. | |
Rotterdam.Ook deze Afdeeling heeft een vergadering gehouden, onder voorzitterschap van den heer J.J. Korndorffer, waarin afgevaardigden van het ‘Comité Indië Weerbaar’ hun denkbeelden hebben uiteengezet. | |
Zaandam.De Boekencommissie dezer Afd. erkent met dank een gift van f 5.- van Generaal-Majoor Ophorst, als bewijs van waardeering voor het werk ten behoeve van de verschaffing van leesstof voor de gemobiliseerden. |