Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNederland.Verslag der Algem. Vergadering van Groep Nederland, gehouden te Arnhem op 14 April 1917.Aanwezig van het Groepsbestuuur: De heer Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, voorzitter; de dames E. Baelde, D. Bogaert-De Stürler de Frienisberg, A.C. Veen-Brons, en de heeren: Mr. A.L. van Blommestein, 2de secretaris; Dr. F. Buitenrus Hettema, Marc. Emants, Mr. W.J.L. van Es, J.P.C. Hartevelt, Mr. K.M. Phaff, Th. van Welderen Baron Rengers, L. Simons, C. van Son, 1ste secretaris en Prof. D.J. te Winkel.
Vertegenwoordigde Burger-Afdeelingen: Alkmaar, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Deventer, Dordrecht, Gouda, 's-Gravenhage Groningen, Haarlem, 's-Hertogenbosch, Leeuwarden, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht, Wageningen, Walcheren, Zaanstreek, Zwolle. Stud.-Afdeelingen: Amsterdam (St. Univ.), Amsterdam (Vr. Univ.), Delft, Utrecht en Wageningen. Jongel.-Afdeelingen: Amsterdam, Deventer, 's-Gravenhage, Haarlem, Rotterdam, Utrecht. Voorts eenige belangstellende leden, waaronder Dr. W. van Lingen, lid van het Hoofdbestuur voor Groep Nederl. Indië.
De voorzitter opent te half 11 de vergadering en houdt de openingsrede, welke in dit Neerlandia-nummer is afgedrukt. Het gedeelte der rede, aan de nagedachtenis van President Steijn gewijd, wordt door de vergadering staande aangehoord.
Na het ei de der openingsrede stelt de heer W.F. Gerdes Oosterbeek, namens de Afdeelingen Den Haag en Amsterdam voor, als de voorzitter bij zijn besluit tot aftreden blijft, hem het eere-voorzitterschap van Groep Nederland aan te bieden. Onder luide toejuichingen keurt de vergadering dit voorstel goed. De voorzitter zegt bij zijn besluit tot aftreden te moeten blijven en het eere-voorzitterschap te willen aanvaarden.
De vergadering besluit, op voorstel van den voorzitter, een telegram aan H.M. de Koningin te zenden van den volgenden inhoud: ‘De Algemeene Vergadering van Groep Nederland van het Algem. Nederl. Verbond spreekt tegenover Uwe Majesteit hare betuiging uit van dankbare waardeering voor de leiding en steun, dien het Nederlandsche volk in deze ernstige tijden van Haar mag ondervinden.’ In den loop van den dag kwam daarop het volgend antwoord: ‘Hare Majesteit betuigt hoogstderzelver dank voor in telegram neergelegde gevoelens.’ Vervolgens richt de voorzitter een woord van welkom tot de afgevaardigden van de nieuwe Burger-Afdeeling Wageningen en de nieuwe Jongel.-Afdeelingen Alkmaar en Deventer, tot den heer Van Lingen, Hoofdbestuurslid voor Oost-Indië, tot den heer Van Heusden, oud-voorzitter van de Afd. Berlijn, en tot den heer Dubois, die de geïnterneerde Vlamingen te Amersfoort vertegenwoordigt. Bij de tot dezen laatste gesproken woorden heft de vergadering staande de ‘Vlaamsche Leeuw’ aan. (Voor de uitvoerige omschrijving en toelichting van elk punt van behandeling, wordt verwezen naar de dagorde, opgenomen in het Maart-nr. van Neerlandia). | |||||||||||||||||||
II. Jaarverslag van den secretarisGa naar voetnoot*).De heer Dr. Schepers (Haarlem) breng den secretaris een woord van lof voor het jaarverslag. Naar aanleiding van de lijst van Afdeelingen maakt spr. het bezwaar, dat daarop Afdeelingen voorkomen met minder dan 10 leden, terwijl zulk een Afdeeling toch 1 stem uitbrengt. De voorzitter deelt mede, dat deze kwestie thans van geen praktisch belang is, daar geen der bedoelde Afdeelingen vertegenwoordigd is op deze vergadering. Voor de toekomst zal er in het reglement in voorzien kunnen worden. Mevr. Veen-Brons (G.b.s.) merkt op, dat het kwijnen van een Afdeeling veel afhangt van de meerdere of mindere werkzaamheid van het Afdeelingsbestuur. Overwogen zou kunnen worden, als een Afdeeling kwijnt, een Groepsbestuurslid af te vaardigen om plannen tot grooter werkzaamheid te bespreken. De vergadering keurt dit goed. Ook het jaarverslag wordt goedgekeurd. | |||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||
III. Rekening en Verantwoording over 1916Ga naar voetnoot1), Begrooting voor 1917Ga naar voetnoot2).Beide worden goedgekeurd. | |||||||||||||||||||
IV. Verkiezing van 3 afgevaardigden in het Hoofdbestuur.V. Verkiezing van 6 leden van het Groepsbestuur.De heer Dr. Schepers (Haarlem) acht het gewenscht vóór de stemming enkele punten op te lossen; o.a. of er een speciaal Studentenbestuurslid zal zijn of niet. De heer Van Son (G.b.s.) deelt mede, dat de Stud.-Afdeelingen een plaats in het Groepsbestuur verlangen. Tot nu toe was dit stilzwijgend geschied; het moet nu reglementair vastgesteld worden. Het Groepsbestuur heeft inmiddels met den wensch der studenten rekening gehouden. De heer Schepers (Haarlem) wijst op het geval van een student te Haarlem, die ophield corpslid te zijn en om die reden vanzelf zijn lidmaatschap als lid van de Stud.-Afd. Am terdam van het A.N.V. zou hebben verloren. Dit acht spr. in strijd met de grondslagen van het Verbond. De heer Van Blommestein (G.b.r.) deelt mede, dat zoover hij weet bij geen enkele Stud.-Afd. de bepaling in het reglement voorkomt, dat alleen corpsleden lid kunnen zijn. Mocht dit het geval zijn, dan is dit een groote inbreuk op de grondregelen van het Verbond. Spr. vermoedt dus, dat in het genoemde geval de feiten eenigszins anders zijn. De heer Domela Nieuwenhuis Nijegaard (Stud.-Afd. A'dam) zegt, dat te Amsterdam het initiatief bij de corpsleden was; een bepaling als genoemd werd toen ook opgenomen; later bleek, dat dit in strijd met de statuten was en werd de bepaling niet toegepast. De geheele kwestie is thans vervallen door de nieuwe groepeering der Amsterdamsche studenten in een ‘studieverband’. De heer Van Lier (Amsterdam) heeft groote ingenomenheid met het plan om de studenten een vaste plaats in het Groepsbestuur te verzekeren; maar het is nog niet officieel geregeld, dus mag van toepassing nog geen sprake zijn. De heer Van der Vlis (Jongel.-Afd. Den Haag) houdt een betooging voor een ander verkiezingsstelsel. Hij wil nu de stemmen op denzelfden persoon uitgebracht voor verschillende plaatsen bijelkaar tellen. De heer Van Es (G.b.s.) merkt op, dat voor deze stemming dubbeltallen zijn opgemaakt volgens reglementair voorschrift, doch dat de Afdeelingen geheel vrij blijven te stemmen op wie ze willen; verleden jaar is besloten de dubbeltallen alleen als aanbeveling te doen gelden. Van een bijeentellen der verschillende stemmen kan thans geen sprake zijn; het bestaande stemstelsel is misschien foutief, maar we kunnen nu niet plotseling voor deze stemming een ander stelsel gaan invoeren. Mej. Baelde (G.b.s.) zegt nog, dat alle namen door de verschillende Afdeelingen voor de open plaatsen genoemd, tijdig aan alle Afdeelingen zijn medegedeeld, als men in de Afdeelingsvergaderingen geen namen van andere candidaten dan van het Groepsbestuur wist, dan ligt de schuld daarvan bij de Afdeelingsbesturen. Op voorstel van den heer Schuurmans Stekhoven (Stud.-Afd. Utrecht) wordt na nog eenige gedachtenwisseling besloten het tot nu toe toegepaste stemstelsel nog te doen gelden, doch aan het Groepsbestuur op te dragen een beter stemstelsel te ontwerpen en dit aan de volgende algemeene vergadering voor te leggen. In de commissie voor het opnemen der stemmen worden gekozen: mej. Hoogewerff (Rotterdam) en de heeren E.A. Veen (Zaandam) en H.G.C. Cohen Stuart (Delft). | |||||||||||||||||||
VI. Voorstellen van het Groepsbestuur.a en b. Beide worden na korte bespreking zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
c. Motie (instelling eener commissie). De heer Gerdes Oosterbeek (Den Haag) stelt als amendement voor, dat zooveel mogelijk rekening gehouden zal worden met de wenschen van deze Groepsvergadering en dat de najaarsvergadering uiterlijk op 1 November 1917 zal plaats hebben. Spr. meent, dat het Groepsbestuur geen besluit van de vergadering had behoeven af te wachten, doch zelf het initiatief had kunnen nemen tot vorming van de thans voorgestelde commissie. Ook ware het beter geweest, indien het rapport vroeger aan de Afdeelingen was rondgezonden; het had dan in de Afdeelingsvergaderingen behandeld kunnen worden. De heer Simons (G.b.s.) deelt mede, dat de Gemengde Commissie rekening zal houden met de wenschen van de Groep. De voorstellen der Propaganda-Commissie konden geen bepaalde meerderheid vinden in het Groepsbestuur. Een kleine commissie kan beter voorstellen doen, die tot leidraad kunnen dienen, en daarom is het niet wenschelijk thans uitvoerige besprekingen te houden. Spr. verzoekt uitdrukkelijk, dat de Afdeelingen voorstellen en plannen bij de nieuwe Commi sie indienen, maar voorloopig verder vertrouwen hebben in de Commissie. De heer Lugard (Deventer) gevoelt meer voor een algemeene bespreking op deze vergadering om zoo tot daden te komen, en niet alles telkens aan een Commissie op te dragen. Mevr. Veen-Brons (G.b.s.) ontraadt dit voorstel van den heer Lugard ten sterkste; in het Groepsbestuur waren reeds de grootste meeningsverschillen, zoodat op deze algemeene vergadering in een kort oogenblik zeker niet tot een welomschreven plan van werken is te komen. Het voorstel wordt aangevuld met het amendement van de Afdeeling Den Haag aangenomen zonder hoofdelijke stemming. | |||||||||||||||||||
VII. Voorstellen, moties en vragen der Burger-Afdeelingen.Afd. Amsterdam (telegram aan Pres. Wilson). De Afd. Amsterdam verklaart genoegen te nemen met de voorlichting in het Maart-nr. van Neerlandia gegeven bij het voorstel.
Afd. Arnhem. Benoeming van een Commissie betreffende het onderwijs in de Nederlandsche taal. De heer Schepers (Haarlem) acht het niet wenschelijk, dat het Verbond zich met de onderwijskwestie gaat bemoeien. De heer Ham (Wageningen) betoogt, dat de wetenschappelijke ontwikkeling niet alleen bij het lagermaar ook bij het middelbaar onderwijs slecht is. De heer Hartevelt (G.b.s.) licht het voorstel-Arnhem nader toe. De heer De Koning (Amsterdam) is het eens met het voorstel van de Afdeeling Arnhem, maar wil het aldus wijzigen, dat het onderzoek zal gelden inplaats van meer tijd ‘meer zorg aan de Nederlandsche taal bij het onderwijs te besteden, vooral ook bij het onderwijs van andere vakken en talen.’ Als voorbeeld noemt spr., dat in het buitenland een slechte vertaling in goede eigen taal gesteld wordt boven een goede vertaling in slechte eigen taal. Bij ons niet, en daardoor kent men hier vaak beter de vreemde talen dan de eigen taal. De heer Buitenrust Hettema (G.b.s.) wijst nog op het groot aantal germanismen, dat over- | |||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||
genomen wordt bij het onderwijs in natuurkunde, scheikunde, enz. De heer Schepers (Haarlem) kan zich geheel vereenigen met deze bedoeling van het voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement-Amsterdam aangenomen en het geheele voorstel-Arnhem aldus gewijzigd goedgekeurd.
Afd. 's-Gravenhage. De voorstellen a, b en c worden zonder hoofdelijke stemming verwezen naar de Commissie, welke zal onderzoeken of een andere werkwijze voor het Verbond mogelijk en wenschelijk is.
d. Bestuurlijke scheiding van België.
De heer Plokhooy (Den Haag) verklaart, dat het voorstel voornamelijk is gedaan om aan de aanwezigen op deze vergadering gelegenheid te geven zich uit te spreken over dit onderwerp. Groepsbestuurders, Afdeeliagsvertegenwoordigers en belangstellenden in ‘Musis Sacrum’ te Arnhem.
De voorzitter vraagt of de vergadering bespreking van dit onderwerp goedkeurt. De vergadering antwoordt bevestigend. De heer Plokhooy zegt dan, dat een eerste vraag is, of het Verbond belang heeft bij het activisme. We moeten ons daarbij op zuiver Nederlandsch standpunt stellen, al gaat dit in tegen het belang van Duitschland of Frankrijk. Wij moeten daarbij geheel ons eigen inzicht volgen, al denken de Vlamingen zelf daar anders over. Spr. acht het van het grootste belang, dat de Vlamingen een eigen Vlaamsche Regeering krijgen onder den Koning van België, Albert. en dit is ook het doel van de activisten. Prof. Te Winkel (G.b.s.) acht het verkeerd in deze vergadering het activisme te bespreken, terwijl de Vlamingen ze'f over deze kwestie zoo geheel verschillend denken. De heer Van Son (G.b.s.) is zelf voor de motie-Den Haag, maar ontraadt toch bespreking, omdat de afgevaardigden van Groep België in het Hoofdbestuur ontraden hebben, dat Groep Nederland zich in deze kwestie zou mengen. De heer Buitenrust Hettema (G.b.s.) betwijfelt of we ons nog kunnen houden aan dien raad, maar we moeten er niet over spreken omdat we zitten midden tusschen brandende gebouwen, en de omstanders staan gereed ons huis ook in brand te steken. We kunnen niet vrijuit spreken, en we moeten ons dus niet opwinden en niet noodeloos verdeeld zijn. De heer Plokhooy is tevreden gesteld, dat het activisme eens besproken is; hij wijzigt de motie aldus: ‘Groep Nederland van het A.N.V. spreekt den wensch uit, dat na den vrede er zal zijn een Vlaamsch geregeerd Vlaanderen onder den Koning van België, en dat het Algem. Nederl. Verbond op het daartoe geschikte oogenblik alle pogingen zal aanwenden om daartoe te geraken.’ De heer Van Es (G.b.s.) acht het onmogelijk in dezen tijd in het Verbond een onderwerp te behandelen waar we eigenlijk slechts weinig van weten; de meeste Nederlanders weten er niets van. Spr. heeft daarom dikwijls gewild, dat Neerlandia er over schreef, doch de redactie vond dit te gevaarlijk. Het is gewenscht, dat zulk een belangrijke zaak in Neerlandia althans uiteengezet wordt. De heer Simons (G.b.s.) acht het gewenscht de motie van den heer Plokhooy aldus te wijzigen: ‘Groep Nederland spreekt den wensch uit, dat na den vrede er zal zijn een Vlaamsch bestuurd Vlaanderen in een hersteld België en dat het A.N.V. de Vlamingen in hun rechtmatig streven zal steunen.’ De heer Plokhooy vereenigt zich met deze wijziging. De heer Van Welderen Baron Rengers (G.b.s.) wijst er op, dat we ons met deze moties geheel op politiek terrein bevinden. Het pas verschenen Witboek toont aan hoe nauwkeurig alles bekeken moet worden wil men het Verbond of ons land niet in gevaar brengen. De sympathie in het Verbond voor de Vlamingen is vanzelfsprekend; en onze Regeering moeten we niet meer moeilijkheden in den weg leggen dan er al zijn. Spr. stelt daarom voor de moties niet te behandelen. De voorzitter dringt er ten sterkste op aan | |||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||
niet op onbezonnen wijze en in opgewonden stemming zulk een moeilijke, ingewikkelde kwestie te behandelen. Wat zou een motie in welke richting ook, beteekenen? Het eenige gevolg zou zijn, dat na den vrede aan de Vlamingen de gelegenheid is ontnomen zich weder in het Verbond te vereenigen, als het onpartijdige lichaam. Alle Vlamingen willen niet anders, dan dat het Verbond zich buiten hun partijstrijd houdt, een strijd, die tenslotte behoort tot de binnenlandsche kwesties van een ander land. De heer Lugard (Deventer) wil daden. We moeten niet den schijn van karakterloosheid op ons laden. Het is ook onze zaak; we moeten de Vlamingen steunen. Op voorstel van den heer Heijnings (Deventer) wordt met 96 tegen 34 stemmen en 5 blanco besloten de debatten te sluiten en de moties niet te behandelen. e. Dit voorstel wordt aangenomen. De heer Buitenrust Hettema (G.b.s.) zegt, dat in Neerlandia had medegedeeld kunnen worden, dat de Gouverneur-Generaal van Nederl. Indië besluiten had uitgevaardigd in het belang van de vereenvoudigde spelling. | |||||||||||||||||||
VIII. Wenschen der Stud.-Afdeelingen.Van de Vereenigde Besturen der Stud.-Afdeelingen: Overeenkomstig de voorlichting van het Groepsbestuur wordt besloten z.h. st., dat het Dagel. Bestuur met de Stud -Afdeelingen een regeling als voorgesteld zal vaststellen, welke dan daarna in het reglement kan worden opgenomen.
Vrije Universiteit. a. Commissie van Redactie voor Neerlandia. Wordt verwezen naar de Gemengde Commissie (zie VI c).
b. Nederlandsch-sprekende consuls. De vergadering vereenigt zich z.h. st. met de voorlichting van het Groepsbestuur. | |||||||||||||||||||
IX. Voorstellen der Jongel.-Afdeelingen: Afd. Den Haag en O.Voorstel betreffende het lid kunnen blijven van studenten van Jongel.-Afdeelingen. De heer v.d. Vlis (Den Haag, Jongel.-Afd.) acht het van groot nadeel, dat jongelieden in het Verbond, die student worden, lid moeten zijn der Stud.-Afdeelingen, vooral als deze ongeveer dood zijn. Die leden gaan dan voor het Verbond verloren. De heer Nieuwenhuijzen (Utrecht, Stud.-Afd.) vreest, dat de leden der Jongel.-Afd. het onaangenaam zullen vinden zooveel ouderen in hun Afdeeling te hebben. Spr. is voor onderling overleg tusschen de Studenten- en Jongel.-Afdeelingen. Besloten wordt, dat ook hieraan de Gemengde Commissie aandacht zal schenken.
Uitslag der stemming voor afgevaardigden in het Hoofdbestuur:
Voor 6 leden van het Groepsbestuur:
Na een vrije herstemming over de laatste plaats wordt de heer S.L. van de Vegte gekozen met 101 stemmen tegen 33 op den heer Van Vessem; Mr. Loosjes kreeg 1 stem. | |||||||||||||||||||
Rondvraag.De heer Van Heusden (Afd. Berlijn) spreekt zijn teleurstelling er over uit, dat het Verbond niet méér gedaan heeft voor huisvesting en verzorging van Nederlandsche kinderden uit den vreemde, waarvoor de Commissie, daartoe gevormd, zooveel hulp en geld kan gebruiken. Na eenig debat sluit de voorzitter de verdere. bespreking over dit onderwerp.
De heer Nieuwenhuijzen (Utrecht. Stud.-Afd.) vestigt de aandacht op de landverhuizing. De verwachting is, dat na den oorlog op groote schaal landverhuizing zal plaats hebben. Spr. hoopt, dat het Verbond zijn invloed zal doen gelden om te zorgen, dat de Nederlandsche landverhuizers bij voorkeur naar die streken gaan, waar ze niet verloren zijn voor den Nederlandschen stam, bijv. naar Zuid-Afrika. Mej. Baelde deelt mede, dat het Verbond in voortdurende aanraking is met het Bureau voor Landverhuizing. Sinds 50 jaar is men in Nederland bezig een wet op de landverhuizing te ontwerpen, doch tot nu toe kwam er niets van.
De heer Schepers (Haarlem) vestigt de aandacht op de Padvindersvereeniging en hoopt, dat het Verbond ook deze Vereeniging als een in nationalen zin werkende, zal erkennen en steunen. Spr. brengt daarop hulde aan den voorzitter voor de leiding dezer vergadering. De voorzitter sluit met een kort woord de vergadering. Mr. A.L. VAN BLOMMESTEIN. | |||||||||||||||||||
Naschrift.Het Groepsbestuur brengt gaarne een woord van dank aan de Afdeeling Arnhem voor haar ontvangst. Vrijdagavond waren haar Bestuur en het Groepsbestuur gasten van den Afdeelingsvoorzitier, Mr. C.J. Baron van Tuyll van Serooskerken. Na afloop der Algem. Vergadering vereenigden zeer velen zich aan een gezelligen gemeenschappelijken maaltijd in ‘De Zon’. Per extra-trams werden ze te acht uur naar den op alle rangen dichtbezetten schouwburg gereden, waar, nadat de muziek het Verbondslied had gespeeld, de Haghe Spelers van Emants' Door de praatjes een voortreffelijke opvoering gaven. Een inzameling bij het uitgaan van den schouwburg ten bate van het Comité voor Nederlandsche kinderen in den vreemde, in de pauze door den heer Heijnings van Deventer aangekondigd, bracht f 125.- op. Bericht: Wegens gebrek aan ‘nietjes’ verschijnt Neerlandia voorloopig niet gehecht. Red. |
|