Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdJaarverslag van het Hoofdbestuur over 1916.Inleiding.In het afgeloopen jaar werden aan de verbinding tusschen het Hoofdbestuur eenerzijds en de Groepen en Zelfstandige Afdeelingen buiten Nederland anderzijds, wederom veel moeilijkheden in den weg gelegd. Dientengevolge kon de algemeene leiding, welke het Hoofdbestuur aan den gang van zaken heeft te geven, niet altijd in de gewenschte mate tot uiting komen. Toch zijn er, uit hetgeen in het verslagjaar voorviel, nog wel feiten van beteekenis te boeken. En indien de tijdsomstandigheden, gelijk we hopen, spoedig een gunstige wending mochten nemen, zal allicht het volgend jaarverslag van een opgewekter en werkzamer Verbondsleven kunnen getuigen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdbestuur.De samenstelling van het Hoofdbestuur onderging in 1916 weinig verandering. Wijlen Ds G. Haspels kon zijn benoeming tot afgevaardigde van Groep Nederland in het Hoofdbestuur niet aannemen wegens gezondheidsredenen, zoodat de vacature Prof. Fabius open bleef. Dr. W. van Lingen nam de plaats in van den heer J.M. Pijnacker Hordijk, die 14 jaren zitting had voor Groep Ned. Oost-Indië en aan wien het A.N.V. veel verschuldigd is. Ook als oud-Hoofdbestuurder blijft hij met raad en daad de belangen van ons Verbond behartigen. Thans moet het Hoofdbestuur weder een kracht missen, die dagelijks met onvermoeiden ijver en belangstelling medebestuurde, den heer N.J. Roelfsema. Als Secretaris-Penningmeester volgde hij den heer Mr. W. Dicke in 1912 op en zette diens arbeid op waardige wijze voort. Het Verbond is den heer Roelfsema veel dank verschuldigd voor de nauwgezette wijze, waarop hij het Algem. Secretaris- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Penningmeesterschap waarnam en zijn medeleden, in het bijzonder die van het Dagelijksch Bestuur, zullen de aangenaamste herinneringen behouden aan de samenwerking. Het Hoofdbestuur verrichtte vooral nuttigen arbeid op het gebied der liefdadigheid voor landgenooten en stamverwanten. Voor vier doeleinden: Steun aan Watersnoodslachtoffers, Volksopbeuring in Vlaanderen, Nederlandsche kinderen uit den Vreemde en de Ned. Kolonie te Roodebeeke was het in 1916 werkzaam. Het stelde daarvoor zijn geheele organisatie beschikbaar en de verantwoordingslijsten in Neerlandia bewijzen elke maand, hoe een over heel de wereld verspreide vereeniging als het A.N.V. goed werk kan verrichten, als hulp noodig is voor Nederlanders en stamverwanten. Ook voor de onvoldoende voedselvoorziening van de Nederlanders in Duitschland sprong het Hoofdbestuur in de bres. Het te dier zake aan den Minister van Buitenlandsche Zaken gericht adres is in het jongste April-nummer van Neerlandia opgenomen. Het Hoofdbestuur meende goed te doen, als zoovele vereenigingen, op uitnoodiging van den Anti-Oorlog-Raad een telegram van instemming te zenden aan President Wilson voor zijn vredespogingen. Aan dit telegram lag geenerlei politieke bijbedoeling ten grondslag; de houding van strikte onzijdigheid welke het Hoofdbestuur steeds heeft gevolgd, werd ook in dit geval niet uit het oog verloren. Toen in een vergadering der Afd. Amsterdam de veronderstelling werd geopperd, dat de meerderheid van het Hoofdbestuur blijk zou hebben gegeven dat haar sympathie in een bepaalde richting zou gaan, heeft het in de bladen geprotesteerd, evenals tegen het eigenmachtig optreden van enkele Studenten-Afdn. bij de opening der Vlaamsche Hoogeschool. Ook dit lag in de eenmaal aangenomen lijn van strikte onzijdigheid. Verschillende vereenigingen, wier streven aan het onze verwant is, ontvangen steun van het A.N.V., voor het minst wordt waar mogelijk samenwerking gezocht. Wij noemen de Kamers van Koophandel in het buitenland, de Ned. Zuid-Afr. Vereeniging, Het Nederlandsch Lied, Koloniaal Onderwijs Congres, Vereeniging Het Buitenland, Landverhuizing, Wilhelmina-Hospitaal te Smyrna, Ned. Aardrijkskundig Genootschap, Kon. Aardrijkskundig Instituut, Juliana-Scholen, Vereen. voor Correspondentie-onderwijs, Studiefonds voor Zuid-Afrikaansche studenten, Oost en West. Wat het Hoofdbestuur voor de groepen deed, vindt men bij deze afzonderlijk vermeld. Het Hoofdbestuur was als volgt samengesteld: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Dordrecht, voorzitter; Mej. E. Baelde, Rotterdam, onder-voorzitster; N.J. Roelfsema, 's-Gravenhage, secretaris-penningmeester; P.J. de Kanter, Dordrecht; Jhr. Mr. G.A.H. Michiels van Kessenich, Roermond; allen zitting hebbende voor Groep Nederland. A.C.v.d. Cruyssen, Antwerpen; Mej. R. de Guchtenaere, Gent-Brugge; Joh. C. Kesler, St.-Gilles-Brussel; H. Meert, Brussel; Mr. W. Thelen, Brussel; Mr. Em. Wildiers, Antwerpen; allen zitting hebbende voor groep België. Ch.R. Bakhuizen v.d. Brink, Rijswijk; J.S.C. Kasteleijn, 's-Gravenhage; Dr. W. van Lingen, 's-Gravenhage; Th.G.G. Valette, 's-Gravenhage; allen zitting hebbende voor Groep Nederl. Indië. Prof. Dr. J. Boeke, Leiden; Kapt. J.A. Snijders Jr., Arnhem; beiden zitting hebbende voor Groep Ned. Antillen. Mr. Dr. C.F. Schoch, Amsterdam; Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, 's-Gravenhage; beiden zitting hebbende voor Groep Suriname. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Nederland.Zie Jaarverslag dezer GroepGa naar voetnoot1).. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep België.Waar in de beide eerste jaren van den oorlog sommige Vlaamsche Hoofdbestuurders nog wel eens gelegenheid hadden een Hoofdbestuursvergadering bij te wonen, bleef deze aanraking den laatsten tijd geheel uit. Ook schriftelijk kon slechts weinig verbinding worden verkregen. Wel bereikte ons nu en dan een bericht over de hervatte en geregeld plaats hebbende werkzaamheden van eenige Vlaam, sche Takken, vooral Antwerpen, Brussel en Gentmaar van een algemeen Verbondsleven werd niets gemerkt. Dit kon ook moeilijk, daar de Vlamingen zoowel in eigen land als daarbuiten meer dan ooit in verschillende kampen verdeeld zijn en de statuten van het Verbond nooit richtsnoer konden zijn in zulke nimmer te voorziene wereldgebeurtenissen. Het gelukte de Administratie geregeld Neerlandia aan de Antwerpsche leden te doen toekomen. Aan enkele andere adressen in België werden ook geregeld Neerlandia-nummers toegezonden, maar meermalen bleek, dat van geregelde ontvangst geen sprake was. Het lijvige verslag der werkzaamheden van Tak Antwerpen, in 1916 verschenen, was niet alleen merkwaardig als bewijs van Nederlandsch leven in de Scheldestad ook in deze tijden, maar evenzeer om de uitspraak dat ‘het A.N.V. moet staan boven en buiten alle partijen, groepjes, kliekjes en kapelletjes.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Ned. Oost-Indië.De vooruitgang van het ledental dezer Groep wijst op meer belangstelling in ons streven. Met dankbaarheid mag het feit worden vermeld, dat de Regeering in Nederlandsch-Indië blijk gaf van waardeering en medewerking aan het streven der Groep, in het bijzonder haar ijveren voor Volksleesgezelschappen en boekerijen, door haar een jaarlijksche subsidie van f 2000.- toe te kennen. Nuttig werk verrichtte de Groep ook door het inrichten van avondcursussen voor Inlanders, die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in aanmerking komen om onderwijs in het Nederlandsch te ontvangen. Het Groepsbestuur huldigde de nagedachtenis van Mr. C.Th. van Deventer door de inschrijving te openen voor een gedenkteeken te zijner eere op te richten. Vooral van inlandsche zijde werd daartoe bijgedragen. Het Groepsbestuur bracht een belangrijk rapport uit betreffende aanvangsbezoldigingen voor ambtenaren en aanneming van buitenlanders in Indischen dienst, het onderwerp dat de Afd Haarlem aanhangig had gemaakt. Het rapport, met groote kennis van zaken samengesteld, kwam tot de slotsom, dat er voor het A.N.V. geen aanleiding bestond om bij de Regeering op verandering van beginsel in dezen aan te dringen. De Groep had het verlies door den dood te betreuren van een zijner beste bestuurders, den alom geeerden heer Jan Dinger. Door vertrek naar Nederland, waar hij de betrekking van Secretaris-Generaal van het Departement van Koloniën aanvaardde, verloor het Groepsbestuur zijn uitnemenden voorzitter Dr. E. Moresco. De lichtbeeldenafdeeling der Groep bleef onder de leiding van Mr. A.B. Cohen Stuart haar nuttig ontwikkelingswerk voortzetten. Voor zoover de plaatsruimte het toeliet maakte Neerlandia in woord en beeld meermalen reclame voor Indië en thans overweegt het Hoofdbestuur uitbreiding der bemoeiïngen van het Verbond ten bate onzer Koloniën, o.m. door te bevorderen dat meer Nederlanders dan tot dusver Indische betrekkingen aanvaarden en door uitbreiding van de kennis onzer Koloniën op onze scholen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Suriname.Deze Groep kon nog altijd niet gereorganiseerd worden. De tijdsomstandigheden bleven ook in dit gebied belemmerend werken. Intusschen vond het Hoofdbestuur gelegenheid de belangen van het Verbond in deze kolonie te bepleiten bij den nieuwen gouverneur, den heer G.J. Staal, en er bestaat reden om te hopen, dat Suriname spoedig weer in de rij onzer Groepen zal kunnen plaats nemen met een nieuw krachtig bestuur, dat den verzuimden tijd moge inhalen. De 250-jarige herdenking van Suriname als Nederlandsche Kolonie zal zoowel in moederland als kolonie de overtuiging hebben verlevendigd dat ook in West-Indië nog veel goeds te verrichten is, mits met allen ernst en gebruikmaking van alle beschikbare krachten aan den heropbloei van Suriname gewerkt wordt. Voor den band met het moederland kan een sterke Groep Suriname van het A.N.V. van groote waarde zijn. Het kort geleden gestichte Studie- syndicaat voor Suriname, waarin twee onzer hoofdbestuurders zitting hebben, zal een nauwere aansluiting zeker bevorderen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep Nederlandsche Antillen.Deze Groep vormt nog steeds een rustig werkende kracht in het Verbond. Door Bestuurs- of leden-bijeenkomsten, door studiebeurzen te verleenen, waartoe de gouvernementssubsidie haar grootendeels in staat stelt, houdt zij de belangstelling in Nederlandsch leven wakker. De Curaçaonaar J.H. Sprockel, die vijf jaren grootendeels voor rekening van het A.N.V. in Nederland had gestudeerd, ging weer naar zijn geboortegrond terug als onderwijzer 1e klasse, als hoedanig hij op Curaçao veel zal kunnen doen om den Ned. Stam tot nut te zijn. Het A.N.V. heeft veel genoegen aan dezen pupil beleefd. Over de stichting eener boekerij en leeszaal op Curaçao is het Hoofdbestuur nog in onderhandeling o.m. met het Kon. Aardrijksk. Instituut, dat duplicaten van historische geschriften beschikbaar stelde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zuid-Afrika.Ook hier blijft het Verbondsleven lijden onder den oorlog en Afdeelingsnieuws komt schaars in, wat nog met wil zeggen dat het niet verzonden wordt. De enkele malen, dat er wat doorkomt, blijkt dat de Afdeelingen toch ‘doortrappen’, al vragen ze van het Hoofdbestuur tegemoetkoming en geduld met betrekking tot het nakomen harer verplichtingen. Zoo schreef kort geleden de Secretaris der Afdeeling Nijlstroom: ‘Wij waren juist voor het uitbreken van de groote oorlog bezig de Tak achtermekaar te maken, door een flink Hollandsch Afrikaansch konsert te geven, doch door de oorlog is alles in duigen gevallen en wordt slechts alleen van de bibliotheek gebruik gemaakt. Ik ben dan ook niet in staat geweest met mijne vrienden iets te doen terwijl eenige inkomsten gebruikt zijn voor aankoop van Afrikaansche literatuur voor de bibliotheek. De H.H. Leden hebben dan ook niet hunne bijdragen mij afgedragen, terwijl ik thans met mijn nog niet geheel volledig bestuur niet bij machte ben dit te doen. Ik meen met alle vrijmoedigheid er bij U te moeten op aandringen ons verschuldigd bedrag voorloopig maar af te schrijven, terwijl ik U verzoek de eens opgegeven leden als zoodanig te blijven beschouwen, want zeker houdt de geregelde ontvangst van Neerlandia de beweging gaande. U moet niet vergeten dat bij ons allen op de voorgrond staat het aanwakkeren van Afrikaansch-Hollandsch als taal en daarin werken de leden van ons Verbond hier allen te samen en heeft ons Verbond dus steeds goede uitkomsten, al wordt dat niet in groote vergaderingen verkondigd. U weet wat onze moeilijkheden zijn geweest en Waterberg-district heeft daarvan zijn deel zeker gehad, doch nog maar geduld.’ Met geduld betere tijden afwachten voor nieuw eendrachtig samengaan blijve de leus van de Afrikaners. Met het Afrikaansch staat het er beter dan ooit voor. Neerlandia heeft er ook in 1916 meermalen bewijzen van bijgebracht. Voor de propaganda van het Nederl. Lied in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zuid-Afrika stelde het Hoofdbestuur f 300.- beschikbaar. Ook besloot het Nederlandsche tooneelvoorstellingen in Zuid-Afrika te bevorderen. Met de Nederlandsche Vereeniging te Pretoria onderhandelden wij over de oprichting van een Afdeeling van het A.N.V. aldaar. Voorloopig werd verkregen, dat een aantal Neerlandia's geregeld tegen betaling aan genoemde Vereeniging voor haar leden worden gezonden. Moge deze aanknooping tot aansluiting leiden. Aan Afd. Kaapstad werd steun verleend ten bate eener leeskamer. Toen de treurmare van President Steijn's plotselingen dood Nederland bereikte, zond het Hoofdstuur een telegram van rouwbeklag aan Mevr. Steijn. Bevoegde pennen hebben de buitengewone verdiensten van dezen grooten Afrikaner in Neerlandia geschetst. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buitenland.Uit vele oorden bereiken ons herhaaldelijk, zij het in dezen tijd spaarzaam, de bewijzen dat men meeleeft met den kleinen staat aan de Noordzee die tot heden te midden van den wereldbrand zijn neutraliteit wist te handhaven. Opmerkelijk is ook hoe de kennis van Nederland en zijn taal meer en meer beoefenaars vindt in Amerika, Duitschland, Engeland en andere streken; Neerlandia gaf er herhaaldelijk in uitvoerige artikelen of mededeelingen blijk van. Ons land heeft nog altijd een goeden naam over heel de wereld Dat een man als de heer Knobel, die in verscheiden landen als Nederl. Consul of Gezant werkzaam was, onlangs nog getuigde van den belangrijken arbeid van het A.N.V. in den vreemde tot behoud en versterking van den Nederlandschen geest, pleit zeker wel voor onzen invloed en de doorwerking onzer beginselen. De verslagen, onzer buitenlandsche vertegenwoordigers stellen dat mede herhaaldelijk in het licht, terwijl de vele vragen om inlichtingen op allerlei gebied het bewijs leveren dat onze leus: met raad en daad voor volk en stam, niet ijdel is.
Het Verbond bestaat uit: 5 Groepen: Nederland, België, Ned. Oost-Indië, Ned. Antillen en Suriname; 17 Zelfstandige Afdeelingen, zetelend te: Berlijn (Duitschland), Bingen a/d R. (Duitschland), Bloemfontein (O.V.S.), Bremen (Duitschland), Chicago (N.-Amerika), Chicago-Roseland (N.-Amerika), Johannesburg (Transvaal), Kaapstad (de Kaap, Z.-A.), Keulen (Duitschland), Leipzig (Duitschland), Nieuw-York (Noord-Amerika), Nijlstroom (Transvaal), Potchefstroom (Transvaal), Boekarest (Rumenië), Smyrna (Kl.-Azië), Stellenbosch (de Kaap Z.-A), Ventersdorp (Transvaal); 50 Vertegenwoordigers:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boeken-Commissie.Veel sterker dan in 1915 ondervond de Commissie in 1916 den terugslag der tijdsomstandigheden. De inkomsten bleven ongeveer gelijk, mede door het aanwerven van nieuwe leden, waardoor ondanks het bedanken van enkele het getal toch iets vooruitging Toch is deze vermeerdering minder dan ooit te voren. De uitgaven bleven door sterke vermindering der werkzaamheden ver beneden die van het vorig jaar. Het voordeelig saldo is dus grooter en zal de Boeken-Commissie in betere tijden uitnemend te stade komen bij de verwachte sterke opleving harer werkzaamheden na den oorlog. Het aantal verzonden kisten of die ter verzending gereed staan bedroeg slecht 55, waarvan de meeste bestemd waren voor militaire bezettingen hier te lande. Aanvragen voor militairen komen nog slechts weinig voor; wel aanvullingen naar reeds bekende adressen. Het aantal militaire adressen, waarmee de Boeken-Commissie sinds 1 Aug. 1914 in betrekking staat bedraagt 321 en betreft: Nederl. forten, stellingen en liniën, garnizoenen, bezettingen enz; hospitalen van het Roode Kruis, interneerings-depots, verblijfplaatsen voor Belgische vluchtelingen, gevangenkampen van Vlamingen in Duitschland en plaatsen aan het Belgische front. Het geheele aantal kisten aan al deze adressen verzonden bedraagt 551. Het aantal adressen van Zeemanshuizen en kolonies van Nederlanders in den vreemde vermeerderde tot 311. Onze Boeken-Commissie kwam ook in verbinding met de Vereeniging tot verbreiding van kennis over Nederland in den Vreemde. In de samenstelling der Boeken-Commissie kwam eenige verandering, doordat de heer J.H.J. Vink, sedert vele jaren medewerker en de laatste jaren een der Toeziende Leden, wegens verandering van woonplaats als zoodanig ontslag nam. Grooten dank is het Verbond hem schuldig voor wat hij voor de Boeken-Commissie gedaan heeft. Datzelfde kan getuigd worden van de correspondente voor de Kaap-Provincie, die thans als Mevr. Bloem-Maas in Nederland woont. De Afd. Kaapstad verloor in haar een uitstekend Secretares. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neerlandia.Ons maandblad handhaafde zich aanvankelijk in den gewonen omvang, maar heeft eindelijk ook onder den invloed der hooge papierprijzen eenige beperking moeten ondergaan. Pennestrijd over de brandende kwesties van den dag werd zooveel mogelijk vermeden, daar de meeningen te zeer uiteenloopen om te verwachten dat breedvoerige gedachtenwisseling er over eenig praktisch nut zou opleveren. Bovendien wenschte de redactie niet af te wijken van den tot heden gevolgden stelregel, de vertegenwoordigers der Groepen te laten oordeelen over de opneming van desbetreffende stukken. En voeling, in het bijzonder met Vlaanderen, bleek ook dit jaar zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk. Binnen deze beperking bleef Neerlandia zooveel mogelijk in woord en beeld getuigen van wat er op Nederlandsch gebied hier en elders omgaat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geldmiddelen.Uit de rekening en verantwoording over 1916, welke in ontvangst en uitgaaf sluit met een som van f 17833.22, blijkt dat ook nu nog met een batig saldo kon worden gesloten. De Nederlandsche Regeering steunde ons wederom met een subsidie van f 3600.-. Nu en dan toonden belangstellende leden door extra-giften, hoezeer zij begrijpen, dat voor de behartiging der aan het Verbond toevertrouwde belangen veel geld noodig is. Aan een hervorming der organisatie, die groote geldelijke offers eischt, kan niet worden gedacht, zoolang het Verbond niet over een vast bedrijfskapitaal beschikt van zoodanige grootte, dat de daaruit te kweeken rente een beduidende bron van inkomsten vormen. De door het Hoofdbestuur gelegde grondslag zette uit tot f 4962.59½ door rente-bijschrijving en enkele nieuwe giften. Tot onze groote voldoening verklaarde de Administrateur op onze uitnoodiging zich bereid krachtige pogingen in het werk te stellen om een groot fonds bijeen te brengen. Hoewel zijn beperkte tijd hem niet de gelegenheid bood onafgebroken aan de verwezenlijking van dit denkbeeld te werken, mocht het hem toch gelukken reeds verscheiden mooie toezeggingen van vermogende Verbondsvrienden te verwerven. Hij hoopt dezen zomer nog beter te mogen slagen en rekent daarbij op den steun van allen, die hem in dezen met wegwijzing of aanbeveling van dienst kunnen zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ledental.
Hoewel bovenstaande cijfers niet geheel betrouwbaar zijn, omdat de postverbindingen slecht zijn, wijzen zij toch weder op eenigen vooruitgang en vooral uit het buitenland komen herhaaldelijk bewijzen, dat men meeleeft met het Verbond en het een onmisbaar middenpunt en verzamelplaats acht voor de verspreide deelen van den Nederlandschen Stam. |