Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingen en Allerlei.Koninklijke steun.De heer S. van Lier Ez., penningmeester van het Comité voor Nederlandsche Kinderen in den Vreemde te Amsterdam, mocht het volgend schrijven ontvangen. 's-Gravenhage, den 14 Februari 1917. Hare Majesteit de Koningin heeft mij opgedragen ter kennis te brengen van het Comité voor Nederlandsche kinderen in den vreemde, dat Hare Majesteit met belangstelling en ingenomenheid heeft kennis genomen van den oproep in Neerlandia van Februari 1917, Orgaan van het Algemeen Nederlandsch Verbond en gaarne een bedrag van vijf honderd gulden heeft beschikbaar gesteld, voor verzorging dier kinderen in Nederland. De Particulier Secretaris van H.M. de Koningin, (w g.) VAN GEEN. | |
Steun voor de Holl. Kolonie te Roubaix.Ongeveer twee jaren geleden werd voor de Hollandsche Kolonie te Roubaix niet tevergeefs een beroep gedaan op de welgezindheid van hen, die belang stelden in het lot onzer stamgenooten daarginds. Doch de middelen zijn thans geheel uitgeput. Geen mogelijkheid is er voor die arme lieden om iets te verdienen, daar handel en nijverheid (meerendeels waren onze stamgenooten welgestelde opzichters of arbeiders in de bekende groote weverijen) stilstaan. Er is dringend nieuwe steun noodig. | |
[pagina 44]
| |
De heeren Mr. A.J.E.A. Bik, Carnegielaan 11, Den Haag; J.M. Pijnacker Hordijk, Nassauplein 30, Den Haag; H.J. Knottenbelt, Zuidblaak, 72, Rotterdam en Mr. H.K. Westendorp, Weteringschans 75, Amsterdam, hebben zich tot een commissie vereenigd en nemen gaarne gaven in ontvangst. H.M. de Koningin-Moeder ging reeds voor met een mooie gift. Neerlandia vestigt gaarne de aandacht op dit stambelang. | |
Nederlandsch Muziekleven.Tot directeur van de Rotterdamsche Muzieks: school van de Mij. tot bevordering der Toonkunst is benoemd de heer Wouter Hutschenruyter (geb. 1851), die zich te Utrecht als orkestleider steeds zulk een voortreffelijk Nederlander heeft betoond, door de Nederlandsche muziek de eer te geven die haar toekomt. Tot directeur van het Residentie-orchest is in de plaats van den aftredenden Mr. Viotta, benoemd Peter van Anrooy (geb. 1879), de toondichter der Piet Hein-rhapsodie. | |
Leest Neerlandia!Een belangstellend(?) lid zond ons een uitknipsel uit het Alg. Hbld. ter overneming in Neerlandia. Hij had het daarin reeds kunnen lezen, want het Hbld. nam het met vermelding van bron uit Neerlandia over. | |
Sommar Kombuistaal?Bij de viering van Dingaansdag te MelsetterGa naar voetnoot1) hield Ds. van HeerdenGa naar voetnoot2) een voordracht over ‘Die opvoeding van ons kinders’. Uit het verslag in ‘de Burger’ van 3 Jan. knippen wij dit mootje: ‘Handelende oor ons taal se die dominée, dat 'n mens hoor so dikwels vra: Ja, maar wat is nou hul taal? Dis nie Hollands, dis nie Engels nie, dis Sommar Kombuistaal. Dit kom daar nie op aan nie wat die taal is. Dis mij moedertaal. Wat beteken dit mij moedertaal? Dis die taal wat ons die eerste bij moeders knie gebruik het. En dis die taal wat vandag op die spel staan. Ds. van Heerden vertel ons toe hij in Engeland was, was hij een dag in 'n gesprek met 'n dogter van 'n miljonair, se sij: “Maar meneer, ek sie nie waarom U soo bekommer is oor Uw taal.” Ons is bekommer oor ons taal, omdat dit ons taal is wat ons volk aan mekaar hou. Praat een kind met sijn moeder Engels, dan kom daar dadelik een gevoel van verwijdering. Ons moedertaal is die voertuig van ons gedagte. Omdat ons 'n volk is, is daar geen ander voertuig om uitdrukking te gee aan ons gevoelens.’ | |
Waarom hij bedankte.Een uit Indië komend lid kreeg, zooals alle naar het vaderland keerende buitenlandsche leden, het verzoek zich bij Groep Nederland aan te sluiten. Hij weigerde en bedankte gelijk om ‘de allerdroevigste houding van een zuiver Nederlandsche vereeniging ten opzichte van het arme, diep verongelijkte België (in casu Vlaanderen). Daar was nu eens een schitterende gelegenheid om Groot-Nederland te doen optreden in vlammende protesten tegen 't brute geweld’... enz. enz. Wij zullen het bij deze enkele aanhalingen, die voldoende den verwarden gedachtengang van het bedankende lid kenschetsen, laten; maar nemen gaarne een gedeelte van een brief over, welke een der Hoofdbestuurders naar aanleiding van bedoeld protest schreef: ‘Het zijn de gebruikelijke verwijtingen, welke van den aanvang van den oorlog af van zekere zijden in Nederland gericht zijn tegen het Hoofdbestuur en tegen de Redactie van Neerlandia. Daartegenover hebben Hoofdbestuur en Redactie hun standpunt uiteengezet en verdedigd o.m. in de Neerlandia-nummers van November 1914, Februari 1915 en Januari 1916. Daarbij werd instemming betuigd door Prof. De Louter in het Januari-nr. 1915, en, wat ongetwijfeld het meeste gewicht in de schaal legt, door de vertegenwoordigers van het Verbond uit Vlaanderen blijkens hunne verklaring in het nummer van Januari 1916. De heer...... had van ons gewenscht vlammende protesten tegen de handelingen van Duitschland; opzweeping der hartstochten van dien aard, schijnt het, dat Nederland tegen Duitschland ware opgesprongen, zonder acht te geven op de kans van zelfvernietiging, als wanneer men onder de puinhoopen van Nederland zou hebben aangetroffen, met de wapens in de hand, het lijk van den “fieren” briefschrijver. Juist omdat het Verbond Algemeen is, is het standpunt dat zijn Bestuur heeft in te nemen van uiterst kieschen teeren aard, mag het niet lichtvaardig de eene partij in den Nederlandschen stam tegenover een andere stellen, wanneer geen van beiden met grond mogen verdacht worden van anti-Nederlandsche drijfveeren. Integendeel, aangenomen moet worden dat beiden uiteenloopende inzichten meenen te kunnen gronden op hunne liefde voor Neerland's taal en stamgemeenschap. In plaats van laf genoemd te worden, verdient het Hoofdbestuur eerder den lof, tegen allerlei bedreigingen in, pal te staan op het standpunt, dat het als het eenige juiste beschouwt.’ | |
Tram.In het weekblad ‘Van onzen Tijd’ geeft Dr. H.H. Knippenberg zijn steun aan de afleiding van het woord tram uit het oud germaansch. ‘Wat nu de Nederlandsche uitspraak van dit woord aangaat,’ schrijft hij, ‘of men moet uitspreken | |
[pagina 45]
| |
tram of trem, ik voor mij verkies de uitspraak tram met de Limburgers en de Friezen. In oorsprong is het woord reeds in het middelhoogduitsch en ook in het oud Zweedsch met een a-klank; het gewone volk spreekt zoowel in Friesland als in Limburg, twee gewesten, waar deftigheidsmotieven betrekkelijk weinig opgeld doen, van tram; voorzoover ik weet, is de uitspraak trem bijna uitsluitend beperkt tot de groote steden, waar men graag pronkt met een mondvol Fransch of Engelsch.’ In een tweede artikel over de kwestie struikelen we over het volgende: ‘Waarom ik geene Engelsche bronnen aanhaalde? Eerstens omdat ik voor mijn bewijsvoering in een aanteekening meende reeds voldoend materiaal geleverd te hebben. Tweedens omdat ik oogenblikkelijk geen gezaghebbend werk van Engelsche zijde bij de hand had. Bij mijn studie heb ik me meer met oud- en middelhoogduitsch bezig gehouden....’ Dat is merkbaar. | |
Las Abejasis de naam van een werk door onzen vertegenwoordiger te Mexico den heer J. de Boer in het Spaansch over de bijenteelt geschreven en door het Mexicaansche departement van Landbouw en Handel uitgegeven. | |
Volkswezen en Volkskracht.Onder dezen titel heeft de heer L. Simons in de reeks Handboekjes ‘Elck 't beste’ vier herdrukte opstellen laten verschijnen, van welke vooral ‘Nederland en Vlaanderen’ en ‘Stambelangen en Volkskracht’ de lezing waard zijn. Hoewel reeds meer dan 16 jaar oud, zijn deze opstellen vooral in verband met de huidige crisis merkwaardig. | |
De Spelling Kollewijnis de titel van een boekje, indertijd geschreven door J.W. Engelkes, van 't welk Dr. J.A. vor der Hake thans den 7en druk heeft verzorgd als ‘verkorte, herziene uitgave’ met toestemming van den schrijver. De heer Julius Ed. Gerzon, die zoo men weet adverteert in vereenvoudigde spelling, heeft een propaganda-brochure voor den Handel geschreven. | |
Koloniaal Instituut.Deel III is verschenen van het werk ‘Pandecten van het Adatrecht,’ het is bewerkt door de heeren Mr. J.F. Cornelis, Mr. F.M. van Exter, W.H. Alting von Geusau, Mr. J.E. Jonkers, J.A. Jonkman en Mr. D.H. Recter. | |
Bekendmaking der Nederl. nijverheid.Het bestuur van Tak Harderwijk (geïnterneerden) heeft den wensch te kennen gegeven, dat voor de Vlamingen in het Kamp voordrachten zullen gehouden worden over Nederlandsche nijverheid, met behulp van lichtbeelden of films. Het Dagel. Bestuur van Groep Nederland heeft daarvoor reeds de medewerking van enkele grootindustrieelen en sprekers weten te verkrijgen en roept eigenaars van fabrieken, die op deze wijze hun nijverheid bekend wenschen te zien gemaakt, op, zich tot het kantoor van het Algem. Nederl. Verbond te Dordrecht (Wijnstraat 81) te wenden. | |
Het Nederlandsch en de zang.Het Nederlandsch is evengoed geschikt om gezongen te worden als elke andere taal. Zing in Uw Moedertaal. Die taal kunt gij en het publiek begrijpen en gevoelen. Het Volkslied is de onsterfelijkheid in de muziek. Het is de plicht van hen, die het kunnen, om ons Volk bekend te maken met onze Nederlandsche liederen in onze schoone Moedertaal. Men moet ons Volk leeren durven zingen.
Dit zijn enkele gedachten uit de reeks, die Arnold Spoel geeft in zijn ‘Handboek voor Tooneelkunstenaars.’ | |
‘Het Nederlandsch Lied’.Deze vereeniging heeft aan hare leden weer eenige bundels Liederen van Groot-Nederland, verzameld door F.R. Coers Frzn. gezonden en wel: Kerstliederen, 4e, 5e en 6e reeks en een Vlaamsche bundel. | |
Jongens- en Meisjesbibliotheek.De heer A. Schabeek heeft 'n reeks eenvoudige, geillustreerde boekjes voor kinderen doen verschijnen, welke slechts tien cent per stuk kosten, hoewel ze drie vel druks beslaan. Vele bekende kinderschrijvers en -schrijfsters werkten er aan mee. Men herkent in de samenstelling den leider van de Handelsblad-kinderkrant, welke jammer genoeg, tijdens den oorlog ophield te verschijnen. | |
Uit Port. West-Afrika.Uit een brief van onzen vertegenwoordiger te Luimbole (Mombolo), den heer P.v.d Smit:
Voor den oorlog betrok deze kolonie een groot deel zijner benoodigde artikelen van Duitschland; nu natuurlijk niets meer. Zou het voor de Hollandsche handelaars en fabrikanten niet mogelijk zijn om een deel van de markt hier te veroveren? De Boerenbevolking breidt zich steeds uit, vasthoudende aan taal, zeden, gewoonte en godsdienst en dit zoo goed als zonder verband met Z.-A. en zonder degelijk onderwijs. Er is geen gevaar dat de Holl.-Afr. bevolking zich zal vermengen met of opgaan in de Portugeesche bevolking, want het onderscheid tusschen deze twee rassen is te groot. We verwachten echter dat met den vrede niet alleen de kaart van Europa, maar ook die van Afrika wel zal veranderen, en dan wellicht dit land ook een andere kleur kan krijgen. Steunt eigen Handel en Nijverheid! |
|