Uit Interneeringskamp Harderwijk.
Aan het Jaarverslag van den Studiekring tot uitbreiding van de ‘Werkschool’, onder eere-voorzitterschap van den heer K. Praats, is het volgende ontleend:
Op 12 November 1915 werd door enkele geinterneerden uit het Kamp te Harderwijk overgegaan tot de stichting van een ‘Studiekring tot uitbreiding van de Werkschool’. Als doel stelden ze zich voor: de zelfontwikkeling van de geinterneerden te bevorderen, op allerlei wijze aan deze vakopleiding mede te werken.
Er bestond reeds een Werkschool met een zeer groot aantal leerlingen. Toch waren er nog te veel onverschilligen. De oprichters van den nieuwen kring gingen zich bezig houden met onderwijs, dat zich in de eerste plaats richtte tot de minst intellectueel bedeelden.
Vier leergangen voor de analphabeten werden ingesteld, twee leergangen van lager Nederlandsch, drie van lager Fransch, vier van lager rekenen. Voor spraakgebrekkigen werd ook een cursus geopend.
De kring won elken dag nieuwe leden. Op 1 Januari 1916 bereikte hij zijn hoogste ledenaantal: 790. Tengevolge van de drukke tewerkstelling is dit cijfer op 550 teruggevallen.
Van de maandelijksche bijdragen werden vakboeken gekocht. De Vakbibliotheek telt nu 488 werken in 617 boekdeelen en 4 tijdschriften in 34 deelen. Tijdschriften mochten er wel meer zijn, maar ze zijn duur. Die boeken kosten ons fl. 928.94. De Belgische Regeering via den heer Poullet, Minister van Wetenschappen en Kunsten, gaf ons 150 gulden. Van een onbekende, door bemiddeling van den heer O. Buyse, Afgevaardigde bij de Centrale Commissie, ontvingen we twee maal 100 gulden. Dat alles werd aan boeken verbruikt. Er wordt een druk gebruik van gemaakt.
Na opheffing van de interneering - dat komt wel eens! - zullen de boeken onder de leden worden verdeeld. Een resultaat waarover de Kring zich vooral meent te mogen verheugen, is het volgende: vrij talrijke leden kochten voor eigen rekening één of meer boeken. Door onze bemiddeling werd op die manier bijna fl. 250 besteed aan technische werken over werktuigkunde, electriciteit, bouwkunde, land- en tuinbouw, veeteelt, taalkunde, wiskunde en allerlei andere wetenschappen.
Veertig lezingen over technische en wetenschappelijke onderwerpen werden gehouden.