Neerlandia. Jaargang 21
(1917)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOverzicht der Hoofdbestuursvergadering van 6 Januari.Aanwezig: de heer Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, voorzitter, mej. E. Baelde, onder-voorzitster, en de heeren P.J. de Kanter (alleen middagvergadering), J.S.C. Kasteleyn, Dr. W.v. Lingen, Jhr. Mr. G. Michiels van Kessenich, Mr. Dr. C.F. Schoch, Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler en N.J. Roelfsema, secretaris-penningmeester. Afwezig met kennisgeving: de Heeren Ch.R. Bakhuizen v.d. Brink, Prof. Dr. J. Boeke, Kapt. J.A. Snijders Jr., Th.G.G. Valette en de Vlaamsche leden.
De voorzitter opent de vergadering met een gelukwensch aan de aanwezigen bij de intrede van het nieuwe jaar en wijst er op dat 1917 voor het A.N.V. een zeer belangrijk jaar kan worden, een jaar waarin het op een tweesprong kan komen te staan. Wat zal de naaste toekomst voor onze Vlaamsche Groep brengen? Zal zij, als in Belgie weer normale toestanden heerschen, in haar ouden vorm kunnen worden gehandhaafd? Of zal een ingrijpende hervorming noodzakelijk en mogelijk blijken? Jammer dat geen der Vlaamsche Hoofdbestuurders aanwezig is om uiteen te zetten hoe de toestand thans in België is. Wij zullen den loop der dingen moeten afwachten en inmiddels volharden in onze onzijdige houding, dus noch ter linker noch ter rechter zijde mogen afwijken van onze gedragslijn. Het doet spr. genoegen den heer Michiels van Kessenich te kunnen verwelkomen en hem een aangename samenwerking toe te wenschen in den kring der hoofdbestuurders, waarin bij uiteenloopende meeningen toch steeds een prettige toon heerscht. De heer Michiels van Kessenich dankt den Voorzitter voor de tot hem gesproken woorden. Het streven van het A.N.V. is hem sympathiek en spr. hoopt dat het hem gegeven zij in het belang van het Verbond werkzaam te kunnen zijn. | |
Punt I. Notulen der vergadering van 11 October 1916.Deze worden met enkele redactie-wijzigingen goedgekeurd. | |
Punt II. Ingekomen stukken en mededeelingen.Telegrammen aan mevr. Steijn en Pres. Wilson. De voorzitter deelt mede dat, toen de droevige tijding kwam dat Pres. Steijn was overleden, het Dag. Bestuur besloot een telegram van rouwbeklag te zenden. Spr. legt er den nadruk op welk een ontzaglijk verlies de geheele Nederlandsche stam door Steijn's dood heeft geleden. Enkel zij, die het groote voorrecht hadden, hem persoonlijk te kennen, kunnen naar waarde die grootsche figuur schatten Spr. kan zich Z.-A. niet denken zonder President Steijn. In Amsterdam heeft de N.Z.A.V. | |
[pagina 20]
| |
zijn uitvaart plechtig herdacht, en spr. heeft er het Verbond vertegenwoordigd. Hij twijfelt niet of de vergadering zal het telegram goedkeuren. Algemeene instemming.
De Voorzitter wijst verder op het telegram aan President Wilson verzonden. Het geschiedde op verzoek van den Ned.-Anti-Oorlograad. In het zoo eenvoudig mogelijk gesteld telegramGa naar voetnoot1) is alleen een gevoel van menschelijkheid tot uiting gekomen zonder eenige inmenging in politiek. De vergadering keurt ook dit telegram goed.
Gift van den heer J.v.d. Wall te Parijs. De Voorzitter deelt mede dat de heer Van der Wall, die tegen het einde van elk jaar een gift aan het A.N.V. doet toekomen, thans f 200.- voor het Kapitaalfonds en f 75.- voor de gewone kasmiddelen heeft gezonder. Namens het Hoofdbestuur is dank betuigd voor zijn opnieuw betoonde belangstelling.
Zedelijke steun en medewerking, gevraagd door de Vereeniging voor Correspondentie-onderwijs te Amsterdam. Na een uiteenzetting der bedoeling, wordt besloten dat het Hoofdbestuur een afgevaardigde zal zenden naar een door het Nut bijeen te roepen vergadering van belangstellenden in dit onderwerp. | |
Punt III. Begrooting voor 1917Ga naar voetnoot2).De Secretaris-Penningmeester geeft een uitvoerig overzicht van den stand der kasmiddelen. Spr. komt daarbij tot het besluit, dat de geldelijke toestand voor het oogenblik wel niet zorgwekkend is, maar dat toch groote zuinigheid geboden blijft en dat het - ook uit een geldelijk oogpunt beschouwd - voor het Verbond van veel belang zal zijn, als het aantal der leden, in het bijzonder ook die in Nederland, weder toeneemt. De begrooting wordt in haar geheel goedgekeurd. Een lid vraagt nog of er een vaste verhouding bestaat tusschen de belasting der Groepen en den post onder de uitgaven: Steun aan de Groepen. Uit de cijfers blijkt dat niet ten volle. Spr. zou als beginsel willen zien gehandhaafd dat bij elke begrooting opnieuw werd bepaald of elke Groep aanspraak kan maken op een tegenpost als steun.
* * *
De Voorzitter brengt na de rust het eerst ter sprake de ontslagaanvrage van den heer Roelfsema. De vergadering zou gaarne zien dat de heer Roelfsema aanbleef, tot het gelukt is een geschikt opvolger te vinden. De heer Roelfsema zegt het voor en tegen van zijn aanblijven ernstig te hebben overwogen. De uitbreiding van zijn persoonlijke werkzaamheden veroorlooft spr. tot zijn spijt niet op zijn ontslagaanvrage terugkomen, al waardeert hij ten volle de goede zijde aan zijn tegenwoordig ambt verbonden, waaronder zeker op den voorgrond treden de aangename kennismaking en samenwerking met zijn medeleden en de gelegenheid om als lid van het bestuur een blik te slaan op vele zaken en toestanden, die hem anders onbekend zouden zijn gebleven.
De Voorzitter brengt hierna ter sprake wat de dagbladen hebben gemeld over de vergadering der Afd. Amsterdam op Woensdagavond 3 Januari. Volgens sommige verslagen zou de Afdeelings-Voorzitter, Prof Te Winkel, zich in dier voege hebben uitgedrukt, dat de stipte politieke onzijdigheid van het Hoofdbestuur in twijfel zou kunnen worden getrokken. Besloten wordt staande de vergadering aan Prof. Te Winkel te telegrafeeren:
‘Vergaderde Hoofdbestuur verzoekt U beleefd omgaand te melden of volgende aanhaling uit courantenverslagen over Afdeelingsvergadering Amsterdam het door U gesprokene juist weergeeft: ‘.....dat de meerderheid van het Hoofdbestuur zeer zeker niet pro-Entente was en Prof. Van Hamel juist een goed tegenwicht voor deze meerderheid zou vormen.’ Nadat het antwoord is ingekomen zal een bericht voor de Pers door het Dagelijksch Bestuur worden opgesteld en aan de leden der vergadering ter goedkeuring worden toegezondenGa naar voetnoot1). | |
Punt IV. Poging tot vermeerdering der kasmiddelen.Het lid, dat verzocht had dit punt op de dagorde te plaatsen, wijst op de telkens terugkeerende klachten over te geringe geldmiddelen, waardoor de groote en grootsche belangen van het A.N V. te weinig kunnen worden behartigd. Naar spr's meening teren de Groepen en Afdeelingen te zeer op de hoofdkas. Om meer middelen te verkrijgen ter bereiking van de mooie idealen, stelt spr. voor een oproeping te doen tot alle leden, om ten minste een halven gulden als bijzondere bijdrage voor het Verbond af te zonderen. | |
[pagina 21]
| |
Vanwege het Dagel. Bestuur wordt gewezen op de pogingen, die thans door het Hoofdbestuur in den persoon van den Administrateur worden aangewend, om een Kapitaalfonds bijeen te krijgen. Het Hoofdbestuur heeft in zijn goede dagen zelf den grondslag gelegd voor zulk een fonds door telkens wat af te zonderen en zoo heeft het nu uit eigen middelen bijna f 5000.- bijeen. De pogingen van den Administrateur zijn reeds voor een deel geslaagd; hij werkt gestadig aan het plan. Waar bovendien in den laatsten tijd voor twee belangrijke doeleinden geld is gevraagd: Vlaamsche Volksopbeuring en steun aan Nederlandsche kinderen uit het Buitenland, is het niet gewenscht thans voor de algemeene kas nog eens een beroep op de leden te doen. | |
Punt V. Oost- en West-Indië.Is uitbreiding van bemoeiingen van het Verbond ten bate onzer Koloniën mogelijk? De Voorzitter acht deze uitbreiding mogelijk en gewenscht en wijst op een viertal punten:
1. Het gebrek aan Ned. personeel voor verschillende betrekkingen in Indië. Er heerscht in Nederland nog te zeer een vooroordeel tegen Oost- en West-Indië. In Neerlandia kon het aanvaarden van betrekkingen in Indië in korte pakkende stukjes meer worden aangemoedigd. Spr is daarin versterkt door het lezen van het boek over Mr. Van Deventer door de heeren Dr. Colenbrander en Stokvis uitgegeven.
2. In ons land worden in den laatsten tijd tooneelstukken vertoond, spr. denkt o.m. aan ‘Blank en Bruin’ van Marisini en enkele stukken van Fabricius, die een valsch licht werpen op Indische toestanden. De verhoudingen zijn niet zooals ze daarin worden voorgesteld. Het gevaar ligt hier in het onvermogen van het groote publiek om den afstand te meten tusschen tooneel en werkelijkheid. Nooit geeft een tooneelstuk werkelijkheid; dat doet geen enkele uiting van kunst. In de toepassing echter is het op effect berekend uitbeelden van Indische toestanden, die zoo ingewikkeld zijn en zooveel takt bij goeden wil vereischen, niet zonder bedenking. Het tooneel is een macht ten goede, maar kan het ook zeer ten kwade zijn.
3. Het optreden van den nieuwen goeverneur van Suriname, Z.Exc. Staal, van wiens bestuur alle goeds mag worden verwacht en die o m. bij de aanvaarding van zijn ambt een vernieuwde inspanning voor de welvaart der Kolonie in uitzicht heeft gesteld.
4. Een bijdrage van den heer Oudschans Dentz in de Indische Gids, waarin ook het denkbeeld van meer Ned. jongelui naar Indië wordt aanbevolen. Het A.N V. kan door zijn verspreiding en door Neerlandia er veel toe bijdragen dat jonge Nederlandsche dokters, ingenieurs, ambtenaren worden aangespoord het gebrek aan Indisch personeel te verminderen en te voorkomen dat vreemdelingen de plaats innemen, die voor Nederlanders bestemd waren. Niet dat spr. geen schaduwzijden erkent van het leven in de tropen, maar schaduwzijden heeft voor jongelui het leven hier te lande ook. Spr. vraagt of de Indische afgevaardigden eens overleg willen plegen over de beste wijze, waarop uitbreiding onzer bemoeiingen in dezen kan geschieden. Een lid merkt op, dat aanneming van voldoende personeel in Nederland voor den Indischen dienst tegenwoordig een punt van bijzondere zorg is van het Ministerie van Koloniën, dat tal van maatregelen treft, welke zulk een aanneming kunnen helpen bevorderen Koloniën zal ongetwijfeld de medewerking van het A.N.V. in die richting op prijs stellen en allicht bereid zijn om steun te verleenen. Een ander lid deelt nog mede dat er een nieuw populair tijdschrift over Indië zal verschijnen met medewerking van Koloniën. Nog wordt gewezen op het werken van ‘Oost en West’ in deze richting. De vereeniging organiseert cursussen, geeft handige boekjes uit en heeft een inlichtingsbureau, dat juist op personeelgebied goede diensten bewijst. Ook het Koloniaal Instituut verricht in dezen goed werk. Besloten wordt dat de Indische afgevaardigden dit onderwerp nog eens nader zullen bestudeeren en zoo mogelijk met een bepaald voorstel zullen komen. | |
Punt VI. Suriname.De toestand der Groep. Na eenige beraadslagingen over de middelen om deze groep te reorganiseeren, wordt de verwachting uitgesproken, dat het optreden van den nieuwen gouverneur de herleving in de hand zal werken. | |
Punt VII. Nederlandsche Antillen.Dit punt wordt tot een volgende bijeenkomst uitgesteld. | |
Punt VIII. Zuid-Afrika.1. Schrijven van de N.Z.A.V. betreffende de propaganda van het Nederl. Lied door Mevr. Tilanus-Griethuyzen in Zuid-Afrika. Medegedeeld wordt dat de berichten over deze propagandareis gunstig luiden en de steun van het A.N.V. dus nuttig blijkt.
2. Nog is een brief ingekomen van de N.Z.A.V. waarin gewezen wordt op het belang van Hollandsche Toneelvoorstellingen in Z.-Afr., zooals de proef door Louis de Vries en zijn gezelschap, genomen bij hun terugkeer uit Indië, bewezen heeft. Gewezen wordt op hetgeen Ou-Boet in het Dec.-nr. van Neerlandia over deze voorstellingen heeft geschreven. Jammer genoeg gaan onze mailbooten niet meer om de Kaap en een rechtstreeksche Stoomvaartverbinding ligt nog ver in het verschiet. Besloten wordt aan de N.A.Z.V. te antwoorden dat het A.N V. deze zaak in het oog houdt. Een lid merkt op dat het aanbeveling zou verdienen, als iemand zich voor een kunstreis door Z.-A. weer aanbiedt, te trachten in Z.-A. zelf een waarborgfonds bijeen te brengen. De Voorzitter deelt nog mede, als bewijs van | |
[pagina 22]
| |
doorwerking der A.N.V.-denkbeelden in Z.-A., dat in Elizabethstad (Kongo) een nieuwe Afdeeling is gesticht. 3. Van Afd. Kaapstad is een schrijven ontvangen als toelichting op de in de vorige vergadering behandelde aanvraag om steun. Besloten wordt £ 10.- toe te staan aan deze werkzame afdeeling. |
|