Neerlandia. Jaargang 20

Oost-Indië.

Beknopt Verslag der Groepsbestuursvergadering van 5 April 1916.

Aanwezig zijn de heeren Moresco, Roessingh van Iterson, Hoekstra, Middelberg, Hillen, Hoesein Djajadiningrat en Van Emden.

Behandeld werden de volgende punten:

I. Jaarverslag over 1915. (Zie hieronder).

De heer Roessingh van Iterson deelt mede, dat hij met de heeren Hoekstra en Hillen de rekening en verantwoording over 1915 heeft nagezien en in orde bevonden.

II. Verkiezing onder-voorzitter.

Met algemeene stemmen wordt als zoodanig gekozen de heer M. Middelberg, die bereid wordt gevonden het onder-voorzitterschap te aanvaarden.

III. Verkiezing afgevaardigde in het Hoofdbestuur.

In verband met het overlijden van onzen afgevaar-

[p. 214]

digde Mr. C.Th. van Deventer, was bericht ontvangen, dat de heer J.M. Pijnacker Hordijk, die den wensch had te kennen gegeven 31 Dec. 1915 zijn mandaat als afgevaardigde neer te leggen, besloten had aan te blijven. Hoezeer zulks ook door het Groepsbestuur op prijs werd gesteld, meende het dit offer van den heer Pijnacker Hordijk niet te mogen aanvaarden, en werd besloten de Afdeelingen te verzoeken candidaten te stellen voor de opengevallen plaats.

Uit de voorgedragenen wordt gekozen Dr. W. van Lingen en besloten hem uit te noodigen als afgevaardigde in het Hoofdbestuur op te treden, en den heer Pijnacker Hordijk den buitengewonen dank te betuigen voor zijne welwillendheid.

IV. Vergadering met de afgevaardigden van de Afdeelingen.

Besloten wordt deze vergadering te doen plaats hebben in de maand Mei, op een nader vast te stellen datum.

De besprekingen zullen hoofdzakelijk betreffen de verdeeling van de Regeeringssubsidie, terwijl voorts de aandacht der afgevaardigden zal worden gevestigd op het verspreiden van gekleurde portretten van H.M. de Koningin en de leden van het Koninklijk Huis.

Hierop wordt uitvoeriger teruggekomen bij de behandeling van punt VII.

V. Subsidie-aanvragen van de Afdeelingen.

Door de Afdeeling Buitenzorg is gevraagd om f 500.-, teneinde hare veelzijdige taak naar behooren te kunnen vervullen; de Afdeeling Semarang heeft gevraagd de beschikking te krijgen over eene som van f 200.- voor propaganda-doeleinden. De aanvraag van de Afdeeling Batavia is nog niet ontvangen, doch de heer Roessingh van Iterson weet mede te deelen, dat de Afdeeling f 500.- zal aanvragen voor de oprichting van een volksleeszaal. De Afdeeling Soerabaja heeft gericht geen aanvraag te zullen doen.

In beginsel bestaat tegen het toekennen aan de Afdeelingen van de gevraagde bedragen geen bezwaar.

De heer Roessingh van Iterson deelt mede, van den heer H.E. Steinmetz te hebben vernomen, dat te Menado de wensch is geuit een volksleesgezelschap op te richten en wijst erop dat voor eventueelen steun aan de totstandkoming van zulk een instelling een gedeelte van de Regeeringssubsidie beschikbaar zal moeten worden gehouden.

VI. Van Deventer-hulde.

De heer Roessingh van Iterson deelt mede, dat er reeds ruim f 1900.- is ontvangen voor het borstbeeld, en dat verwacht wordt, dat er meer dan f 2000.- zal binnenkomen.

VII. Verspreiding gekleurde portretten van H.M. de Koningin en de leden van het Koninklijk Huis.

Het heeft de aandacht getrokken, dat in de woningen van vele Inlanders portretten prijken van vreemde Staatshoofden en hoogwaardigheidsbekleeders, terwijl de portretten van onze Koningin en de leden van ons Vorstenhuis er weinig of niet worden aangetroffen.

De vraag is gerezen of het niet mogelijk zou zijn ook van onze Koningin op groote schaal portretten onder de Inlandsche bevolking te verspreiden.

De aangewezen weg lijkt ten deze een of meer groote invoerhuizen in den arm te nemen. Wellicht zouden deze genegen zijn portretten als hier bedoeld als reclame-artikel in omloop te brengen. De heer Middelberg verklaart zich bereid deze aangelegenheid met eenige hoofden van groote invoerhuizen te bespreken.

VIII. Ingekomen stukken.

a. Van de Afdeelingen zijn brieven ingekomen, waarin steun wordt toegezegd om zooveel mogelijk de belangen van de Hollandsche nijverheid hier te lande te bevorderen. Het Groepsbestuur had gemeend, dat teneinde versnippering van krachten te vermijden, het wenschelijk zoude zijn, dat de Afdeelingsbesturen de taak op zich namen, welke zou kunnen worden verricht door eventueel in Indië te stichten Afdeelingen van de Vereeniging Nederlandsch Fabrikaat. Een en ander was aan het Bestuur van evenbedoelde Vereeniging medegedeeld.

Blijkens een van dat Bestuur ontvangen schrijven wordt echter de voorkeur geschonken aan het oprichten van zelfstandige afdeelingen in Indië van de Vereeniging Nederlandsch Fabrikaat.

b. Brief Studiefonds Midden-Java over subsidiestelsel voor studeerende jongelieden. Het Studiefonds wijst erop, dat voor verschillende klassen van a.s. Gouvernementsambtenaren verschillende regelingen zijn getroffen inzake het verleenen van subsidiën en bepleit de wenschelijkheid, dat voor alle gelijke bepalingen in het leven worden geroepen. Het Studiefonds wil deze zaak per rekest bij de Regeering voorbrengen en verzoekt de instemming van het Groepsbestuur.

Het Groepsbestuur, overwegende, dat het verleenen van subsidiën en andere voorrechten aan a.s. Gouvernementsambtenaren een zaak is van Regeeringsbeleid, welke ten nauwste samenhangt met de wet van vraag en aanbod, meent in deze geen invloed te moeten aanwenden bij de Regeering, te minder waar hier geen sprake is van een bepaald Nederlandsch belang, en besluit zulks ter kennis van het Bestuur van het Studiefonds Midden-Java te brengen.

c. Brief van den 1sten Luitenant der Artillerie L.J.C. Bakker, over de taak van het A.N.V., inzonderheid met betrekking tot eene propaganda voor de verdediging van Indië.

Den heer Bakker zal in overweging worden gegeven zich als spreker over de Indische verdediging aan te melden bij onze Afdeelingen, waarin het Groepsbestuur hem allen steun zal verleenen.

IX. Mededeelingen.

De heer Roessingh van Iterson deelt nog mede, dat in een onlangs verschenen Staatsblad de tekst van een met Engeland gesloten grensverdrag uitsluitend in het Engelsch is opgenomen.

De voorzitter wijst erop, dat in voorbereiding is

[p. 215]

de oprichting van een Centraal Maleisch Translaatbureau, inplaats van een Algemeen Maleisch Vertaalbureau.