Kort verslag der Groepsvergadering van 5 April 1916.
I. Het jaarverslag over 1915 wordt goedgekeurd. De Rekening en Verantwoording over 1915 is gereed en door de Commissie van Kasnazieners in orde bevonden. De stukken zullen ten spoedigste aan het Bestuur ter goedkeuring worden voorgelegd.
II. Tot onder-voorzitter wordt met algemeene stemmen gekozen de heer M. Middelberg.
III. Verkiezing afgevaardigde in het Hoofdbestuur (vacature Mr. C.Th. van Deventer).
Hoewel het Groepsbestuur het aanbod van den heer J.M. Pijnacker Hordijk, 'om als afgevaardigde aan te blijven, niettegenstaande hij reeds te kennen had gegeven zijn mandaat op ultimo 1915 te willen neerleggen, op hoogen prijs stelt, meent het dit offer niet te mogen aanvaarden. Besloten wordt. Ds. W. van Lingen uit te noodigen als afgevaardigde van de Groep Indië in het Hoofdbestuur zitting te nemen.
IV. Vergadering met de afgevaardigden van de Afdeelingsbesturen.
Deze bijeenkomst zal plaats hebben op een nader te bepalen datum in de maand Mei.
V. Subsidie-aanvragen van de Afdeelingen.
Alle Afdeelingen, uitgezonderd de Afdeeling Soerabaja hebben een gedeelte van de Regeeringssubsidie aangevraagd. In beginsel bestaat tegen de toekenning der gevraagde bedragen geen bezwaar; deze aangelegenheid zal echter uitvoeriger worden behandeld in de bijeenkomst met de Afdeelingsafgevaardigden.
VI. Van Deventer-hulde.
De inzameling van gelden voor een borstbeeld of geschilderd portret van wijlen Mr. C.Th. van Deventer levert gunstige resultaten op. Vooral van Inlandsche zijde wordt groote belangstelling betoond.
VII. Verspreiding gekleurde portretten van H.M. de Koningin en de leden van het Koninklijk Huis.
Het heeft de aandacht getrokken, dat in de woningen van Inlanders veelal portretten prijken van vreemde Staatshoofden, terwijl de beeltenis van onze Koningin weinig of niet wordt aangetroffen. De oorzaak hiervan is, dat er geen goedkoope portretten van onze Koningin in den handel zijn.
Besloten wordt de tusschenkomst in te roepen van eenige groote invoerhuizen. Wellicht zullen deze genegen zijn b.v. als reclame-artikel portretten van de Koningin in omloop te brengen.
VIII. Ingekomen stukken.
a. Betreffende de Vereeniging Nederlandsch Fabrikaat. Het Groepsbestuur heeft deze Vereeniging zijn steun toegezegd en de Afdeelingen uitgenoodigd mede werkzaam te zijn in het belang van de Hollandsche nijverheid.
De Afdeelingen van het A.N.V. zouden de taak van de Vereen. Nederl. Fabrikaat in Indië kunnen overnemen. Blijkens een ontvangen schrijven heeft bedoelde Vereeniging hiertegen geen bezwaren en schenkt zij de voorkeur aan het oprichten van Indische afdeelingen.
b. Het Studiefonds Midden-Java heeft het Groepsbestuur verzocht zijn instemming te betuigen met een door het Fonds aan de Indische Regeering in te dienen rekest, houdende verzoek om meer eenheid te brengen in het stelsel van subsidies aan studeerenden, die bestemd zijn om in Indischen dienst te treden.
Waar deze aangelegenheid niet bepaald een zuiver Nederlandsch belang is en bovendien een zaak is van Regeeringsbeleid, welke nauw samenhangt met tal van omstandigheden, welke alleen door de Regeering beoordeeld kunnen worden, meent het Groepsbestuur niet te kunnen ingaan op het verzoek van het Studiefonds.
c. De 1ste Luitenant der Artillerie L.J.C. Bakker heeft zich tot het Groepsbestuur gewend met het verzoek werkzaam te zijn in het belang van de verdediging van Indië.