Neerlandia. Jaargang 20
(1916)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingen en allerleiGroot-Nederlandsch.Het Tweede-Kamerlid Knobel heeft den minister van koloniën gevraagd wat de redenen waren, waarom het verslag van de Nederlandsch-Engelsche commissie voor een grensregeling op Borneo alleen in het Engelsch was uitgebracht. Het antwoord van den minister is kenschetsend. ‘Onzerzijds hebben er geen bijzondere redenen bestaan om te handelen als in de vragen bedoeld.’ Aan de Nederlandsche leden is ‘te dezen opzichte geenerlei opdracht verstrekt. Het vermoeden ligt voor de hand, dat het verslag alleen in het Engelsch werd opgesteld wijl vermoedelijk de Engelsche leden der commissie niet het Nederlandsch verstonden, de hulp van een beëedigd tolk ter plaatse van onderzoek niet te verkrijgen was en derhalve het uitbrengen van een verslag in twee talen moeilijkheden met zich zou hebben gebracht.’ De minister heeft waarschijnlijk hiermede juist het Groot-Nederlandsche standpunt van de Nederlandsche commissie eden aangegeven. Groot-Nederlandsch, niet in den zin dat er iets groots of grootsch aan is, maar dat er zich een gemeenschappelijk karaktertrek van Groot-Nederland in vertoont. Zoowel Afrikaanders als Vlamingen en wij Nederlanders laten grif onze taal op zij zetten en doen er zelf aan mee. Uit zoogenaamde beleefdheid, omdat de ander de taal niet verstaat, uit onverschilligheid - wat komt 't er op aan, niet waar? - laten ze hun taal achter af dringen of houden haar achterbaks. Wat er de gevolgen van zijn geweest in Vlaanderen en Zuid-Afrika weet men. Voorloopig is het kwaad in ons land niet zoo groot, maar het gemis aan gevoel van eigenwaarde, dat uit die slapheid te dezen opzichte blijkt, is erg genoeg. Laten wij bij het beoordeelen van de Afrikaanders en Vlamingen in hun taalstrijd ook eens bedenken, hoe wij ons zouden houden. Wij vreezen, dat zich hier een karaktertrek van Groot-Nederland openbaart. Het is Klein-Nederlandsch. | |
De Toorts.In de bange dagen, die de oorlog ook voor ons land heeft gebracht, is er ontegenzeggelijk een opleving van vaderlandsliefde geweest. En ook is het zoogenaamd Groot-Nederlandsche besef, het gevoel van den band die de volken van Nederlandsche sprake samenbindt, in ruimer kring verspreid. Het lijden van onze Vlaamsche broeders, van het beste deel onzer Afrikaander broeders heeft vele harten in ons land getroffen, die tevoren weinig toegankelijk waren voor het besef van stambroederschap. Die verhoogde belangstelling in het algemeene stam leven heeft reeds geleid tot de uitgave van een tijdschrift de Dietsche Stemmen, en nu is er een weekblad bijgekomen, de Toorts, gewijd aan die stambelangen. Het heeft een redactie, waarin een Afrikaander - prof. dr. H.D.J. Bodenstein - een Vlaming - dr. René de Clercq - en een Nederlander - mr. W.J.L. van Es - zit. Het wil opkomen voor handhaving van het koninkrijk der Nederlanden en versterking zoowel van zijn stoffelijke als zijn geestelijke weermacht; voor een zelfsandig Vlaanderen in een vrij en onzijdig België; voor handhaving van het Dietsche element in Zuid-Afrika als een afzonderlijk volk met eigen taal en beschaving in het tegenwoordige staatsverband. Wij begroeten het weekblad met ingenomenheid als strijdende voor eenzelfde doel als waarvoor Ver- | |
[pagina 158]
| |
bond en Neerlandia strijden. Weliswaar heeft de Toorts dit met de Dietsche Stemmen gemeen, dat er voor Verbond en Neerlandia minder vriendelijke dingen in staan, maar, komaan!, deze beiden kunnen een stootje velen. Dat is ook tijdens den oorlog gebleken. Variis modis benefit. Langs verschillende wegen naar hetzelfde doel. | |
Nederl. scheepvaart en welvaart.Volgens het laatste consulair verslag uit Buenos Aires behaalde de scheepvaart onder Nederlandsche vlag tengevolge der hooge vrachten groote winsten en nam, evenals in andere La Platahavens, te Buenos Aires sterk toe. Te Buenos Aires kwamen in 1915 115 stoomschepen aan met 1.067.579 M3., tegen 56 stoomschepen met 633.092 M3. in 1914 en 58 stoomschepen met 510.328 M3. in 1913. | |
De eerste Holl. kolonisten op Manhattan.Op 4 Mei had te Brooklijn een plechtigheid plaats ter herdenking van de landing der Hollanders in 1626. Ter viering van dit feit werd aan de Battery de Cityvlag geheschen, die de kleuren der Nederlandsche toont, behalve dat inplaats van de roode een oranje baan is gekomen. De New-Yorksche Holland Society had de aandacht erop gevestigd, dat de herdenking te laat kwam, daar de eerste Nederlanders niet in 1626, maar in 1613 aan land kwamen. Echter ondanks deze vergissing in de historische data, had de plechtigheid het vastgestelde verloop. Zeshonderd kinderen zongen een cantate, woorden van den advocaat John B. Pine, compositie van den heer Victor Herbert en getiteld: ‘The Orange, White and Blue’. Daarna bood de voorzitter van het City Flag Comittee aan het Gemeentebestuur een nieuwe vlag aan, die vervolgens door een tweetal daarvoor aangewezen schoolkinderen werd geheschen. Een lezer van het Handelsbl., die als Nederlander tot deze plechtigheid was genoodigd, deelde bovenstaande bijzonderheden over deze plechtigheid mede, welke toont, dat in de groote Republiek het oude Holland nog niet wordt vergeten. | |
Uit en Thuis.Onder dezen verzameltitel geeft de heer C. Morks Czn. te Dordrecht geïllustreerde werkjes uit over verschillende streken van Nederland. Als eerste deeltje is verschenen ‘Mooi Walcheren’, waarin de schrijver, die zich Neerlandicus noemt, er de aandacht op vestigt, welk een schat aan landschapschoon ons land bezit en hoevelen er nog onbekend mee zijn. Teekening van een nieuw gebouw voor de Theologische School en het Calvijncollege te Grand Rapids.
Nu zij, die 's zomers ‘een ruimer baen’ kiezen, noodgedwongen het eigen land moeten bereizen, zal veel ontdekt worden en als gids zullen daartoe de Uit-en-Thuis-deeltjes goede diensten kunnen bewijzen. | |
Langs de Noordzee.Tot bovengenoemd doel zal ook kunnen bijdragen Sleeswijk's kaart van Nederland, langs de Noordzee, pas verschenen in zeer duidelijken kleurendruk en met aanwijzing der kilometers-afstanden. Nu onze badplaatsen langs de zee dezen zomer weer overvuld zullen zijn, kunnen deze kaarten velen den weg wijzen. | |
Zuid-Angola.Voor deze streek treedt sedert de vorige maand als vertegenwoordiger van het Algem. Nederl. Verbond op de heer Herman Smit Azn., Randfontein, Humpata, via Mossamedes, Port.-West-Afrika.
In Noord-Angola is als zoodanig werkzaam onze landgenoot, de heer P. van der Smit, Bihé Sacanjimba (Port. West-Afrika). | |
Watersnood.Voor de slachtoffers van den watersnood zond de Afdeeling Chicago als eerste gevolg van een inzameling f 240.-, welk bedrag aan het Algem. Steuncomité is afgedragen. | |
Portret Prof. Fredericq.Van het portret, dat in het April-nr. werd opgenomen, zijn een honderdtal afdrukken gemaakt op karton, met de handteekening van Prof. Fredericq er onder. Exemplaren zijn verkrijgbaar tegen toezending van 10 cent per stuk, aan het kantoor van het Algem. Nederl. Verbond, Wijnstraat 81, Dordrecht. | |
Theologische School te Grand Rapids.In het Mei-nr. deelden we een en ander mede over de Theologische School te Grand Rapids, die in Maart zijn 40-jarig bestaan herdacht. Om een feestgave van blijvende beteekenis bijeen te brengen, werd toen een 10-daagsche veldtocht tot inzameling van bijdragen ondernomen, die 50.000 dollar moest opbrengen om het doel, een nieuw gebouw, te verwezenlijken. Het bedrag is, dank zij vooral den ijver van den secretaris, Ds. Van der Meij, zoogoed als bijeen en de teekening van het geschenk reeds gemaakt. ‘De Spiegel’, het bekende geillustreerd Christelijk Weekblad, gaf er onderstaande afbeelding van. |
|