Roseland-Chicago.
De secretaris der Afd. Roseland zond een uitknipsel uit Amerikaansche krant met een uitvoerig verslag van een feestavond voor de leden der Afdeeling gegeven, waarop voornamelijk Nederlandsche muziek en zang elkaar afwisselden, voordrachten en tooneelstukjes ten beste werden gegeven.
Aan dezen welgeslaagden avond werkten mee de dames Aukes, Engelsman, Hooning, De Leeuw, Van der Meer, Pon, Soeter, Wiersema en de heeren Andriesse, Bos, Germeraad, Heerema, Hooning, Van Kooten, Koster, Kruiff, De Leeuw, Madiol, Van der Meer, Moore, Rimmelzwaan en Van Vlijmen; zoo men ziet, bijna allen goede Nederlandsche namen.
‘Reeds lang voor het openingsuur’, zegt het verslag, ‘begonnen de belangstellenden toe te stroomen, en het duurde ook niet lang of de zaal was meer dan gevuld en het getal zitplaatsen was lang niet voldoende voor de aanwezigen, niettegenstaande men nog van alle kanten met stoelen kwam aandragen, zoodat velen genoodzaakt waren te staan.
Mr. G. Pon, president der vereeniging, sprak op hartelijke wijze de menigte toe, waarna door het orkest van Mr. Paul Rijnberk 't “Wien Neêrlandsch Bloed” gespeeld werd, hetwelk door bijna alle aanwezigen staande werd medegezongen.’
Is zulk een opkomst en zulk een geestdrift in een buitenlandsche Afdeeling niet beschamend voor sommige laksche Afdeelingen in het Vaderland?