De Hollandsche kolonie te Boekarest.
De Hollandsche kolonie te Boekarest bestaat uit ongeveer 20 leden, waarvan het meerendeel gehuwd is Op een enkele uitzondering na vinden allen hun werkkring in de Roemeensche petroleum, waarin verschillende maatschappijen Nederlandsch kapitaal hebben gestoken. Daar de leden der hier te lande bestaande Nederlandsche Vereeniging te veel verspreid wonen en het geregeld samenkomen der leden door de minder goede verbindingen der petroleumterreinen met de hoofdstad zeer bemoeilijkt wordt, werd alras door de hier ter stede wonende Hollanders de behoefte gevoeld, een plaats van geregelde samenkomst vast te stellen. Deze werd gevonden door de oprichting van een ‘Hollandsche Kegelklub’, die de leden gedurende het winterseizoen iederen Zaterdagavond met hunne dames vereenigt, en waar ook den Hollanders uit de provincie, die tijdelijk in de hoofdstad vertoeven, gelegenheid wordt gegeven hun landgenooten te ontmoeten. Dank zij een jaarlijksche gift van Z.Exc. Hr. Ms. Gezant Jhr. J. van Vredenburch, zijn de geldmiddelen van dien aard, dat tweemaal jaarlijks, op St. Nicolaas en bij het einde van het kegelseizoen, een gezellige bijeenkomst kan worden gehouden, waarop gekegeld wordt met uitreiking van verschillende prijzen aan de beste spelers. Ter gelegenheid van het Nieuwjaarsfeest vereenigde Z.Exc. weder vele Hollanders, zoowel uit de provincie als van hier, in de ruime zalen van zijne woning, waar hij en mevr. Van Vredenburch met hun bekende gastvrijheid ons allen in de gelegenheid stelden elkaar met het nieuwe jaar geluk te wenschen. Een dertigtal personen, waaronder een tiental dames, hadden van de vriendelijke uitnoodiging gebruik gemaakt. Ik geloof zeker uit naam van alle hier gevestigde Hollanders te mogen spreken, wanneer ik hier den heer en mevr. Van Vredenburch hartelijk dank zeg voor de wijze waarop zij steeds toonen mede te leven met de Hollandsche kolonie.
Niet onvermeld mag blijven, dat de opengevallen plaats van Consul-Generaal, ontstaan door het overlijden van den vorigen, thans bezet is geworden door een Hollander. Eveneens is de kanselier, die tijdelijk het consulaat had waargenomen, bij deze gelegenheid door een Hollander vervangen. Deze benoemingen zijn zeer zeker als een stap in de goede richting te beschouwen, daar nog steeds te veel consulaten onder beheer van vreemdelingen staan.
Dit is niet een verwijt aan de vreemde consuls want voorzoover het hier betreft, bleek het maar al te duidelijk bij het graf van den overleden Consul-Generaal hoe zijn werk door de Hollandsche kolonie gewaardeerd werd, terwijl plannen opgeworpen zijn om den aftredenden kanselier een huldeblijk aan te bieden.
Waar dit mogelijk was liet de kolonie ook van hare weldadigheid blijken door een belangrijk bedrag aan het Koninklijk Nationaal Steun-Comité in het moederland over te maken, terwijl ook talrijke steunpenningen werden aangekocht.
Als merkwaardigheid wil ik nog meedeelen, dat de kolonie bij het uitbreken van den oorlog onverwachts met twee leden vermeerderd werd, doordat het hen bij het in orde brengen van hun papieren bleek, dat zij van Hollandsche nationaliteit waren; hoewel beiden meerderjarig, was hun dit tot nu toe onbekend gebleven. Het moederland hebben zij nooit gezien en evenmin zijn zij onze taal machtig. Tot hun eer dient gezegd, dat zij sedert dien zich met ijver op het aanleeren onzer taal hebben toegelegd. Niet minder geldt dit van hunne vrouwen.
Hiermede heb ik iets verteld omtrent onze kolonie. Hopende, dat U het de moeite waard vinden zult dit te plaatsen, wellicht is het mij dan mogelijk U nu en dan van het leven en streven der Hollanders hier te lande iets mee te deelen.
.. S.
De Redactie van Neerlandia plaatst gaarne dit stukje en houdt zich voor mededeelingen omtrent ons stamleven in alle oorden van de wereld in woord en beeld zeer aanbevolen.