landers en aan de andere zijde de eenvoudige handwerkersstand.
De kolonie van Tres Arroyos ten slotte, eveneens vrij belangrijk in zielenaantal, is bijna uitsluitend gesticht door immigranten van 1889-1890. Zij draagt een ander karakter dan de kolonies van Buenos Aires en Rosario, men vindt er die scherpe scheiding niet. Zij bestaat in hoofdzaak uit eenvoudige menschen, namelijk landbouwers en werklieden. Deze kolonie acht zich gelukkig in het bezit eener eigen Nederlandsche school en kerk.
* * *
Een zeer belangrijk aandeel in de uitbreiding der betrekkingen tusschen Nederland en Argentinië hebben de Nederlandsche aannemers gehad.
In het jaar 1882 werd door de Regeering van de Argentijnsche Republiek besloten tot den aanleg van een geheel nieuwe haven te Ensenada bij La Plata, even ten zuidwesten van Buenos Aires, volgens een ontwerp, opgemaakt door den Nederlandschen ingenieur J.A.A. Waldorp.
Tot de daarvoor noodige werken behoorden zeer belangrijke baggerwerken, terreinvorming door opspuiting van zand, bouw van kaaimuren, enz., welke werken werden aangenomen door de firma Lavalle, De Medici & Co. voor een bedrag van ongeveer 8 millioen gulden.
De heer Waldorp, kennende de uitnemende geschooldheid van de Nederlandsche aannemers op waterbouwkundig gebied, wist te bewerken, dat de genoemde firma zich de medewerking verzekerde van wijlen den heer J.C. van Hattem te Sliedrecht, en zoo werd in de jaren 1884-1890 een groot deel van de bagger- en rijswerken, voor den havenaanleg noodig, uitgevoerd door de firma Lavalle, De Medici en Van Hattem.
De Argentijnsche Republiek is voor de Nederlandsche aannemers een ruim arbeidsveld gebleven.
Daargelaten eenige baggerwerken en terreinophoogingen van minder belang in de jaren 1889, 1895 en 1896 uitgevoerd door de heeren P.J. Dirks en W.H.J. Dates, beiden Nederlanders, wonende te Buenos Aires en M.C. van Hattem te Sliedrecht, werd door deze heeren in 1890 van de Argentijnsche Regeering aangenomen het verdiepen van 19 tot 22 voet van de Barra de San Pedro in de rivier La Plata, welke baai den toegang van zeeschepen tot de rivieren Parana en Uruguay zeer beperkte. De gebaggerde hoeveelheid bedroeg ongeveer 17 millioen M3.
In de jaren 1898-1904 werden door dezelfde aannemers gemaakt de oorlogshavens te Puerto Belgrano bij Bahia-Blanca, omvattende havenkommen, inrichtingen voor scheepsherstelling en uitrusting, een droogdok, 4 batterijen kanonnen, werkplaatsen, pakhuizen, steenkolenbergplaats, woningen, kazernen, hospitaal, enz., terwijl mede door hen is gebouwd een strategische spoorweg, welke zich bij het station Purito Alta aan het hoofdspoorwegnet aansluit. Aan voornoemde werken werd verwerkt een bedrag van ongeveer 19 millioen gulden.
Door de heeren Dirks en Dates zijn voorts in de jaren 1903-1905 uitgevoerd hoogst belangrijke werken tot verbetering van het kanaal van Martin - Garcia, in de rivieren La Plata, Paraná en Uruguay en in de havens Ingeniero White bij Bahia-Blanca, Galvan en Cuatreros.
Op 30 Dec. 1910 werd geopend de door de firma Dirks, Dates & Co. ontworpen en gebouwde haven van Santa Fé.
Dezelfde firma begon in 1911 een spoorweg in de provincie Buenos Aires ter lengte van 550 K.M.
Omvangrijk zijn ook de werken uitgevoerd door de Nederlandsche aannemers de heeren H.W. Ackermans en H. van Haaren, in Argentinië vertegenwoordigd door den heer J.A.J. van Haaren.
In verband met den havenaanleg te Rosario werd door de genoemde heeren uitgevoerd een grondverbetering voor den bouw van een electrische centrale voor de havenexploitatie en een klein baggerwerk tot verbetering van den mond van de rivier Riachuelo in de Republiek Uruguay, om een toegang te verkrijgen tot de granietgroeven, waaraan moesten worden ontleend de bouwstoffen voor den kaaimuur en de rijswerkbestortingen, en het baggeren van grint in de rivier Uruguay te Colon en het vervoeren van deze naar de havenwerken van Rosario.
Het totaal van de werken door de heeren Ackermans & Van Haaren uitgevoerd, ten behoeve van den aanleg van de haven Rosario en wat daarmede in verband staat, omvat nagenoeg 9 millioen M3. baggerwerk, waarvan ruim 5.6 millioen M3. werd verwerkt tot terreinophooging, het maken van 620.000 M3. zinkstuk, het baggeren van 60.000 M3. grint en het vervoeren van 30.000 scheepston grint van Colon naar Rosario.
In Aug. 1911 werd door de heeren Ackermans & Van Haaren aangenomen het uitvoeren voor de Electrische Maatschappij te Rosario van verschillende werken te Sorento aan de Parana even bovenwaarts Rosario.
Sedert het jaar 1910 bouwen zij in vereeniging met de firma Daydé, Fougerolle Fréres en Groselier te Parijs, een 1150 M. langen tunnel tot aanvoer van water uit de rivier La Plata naar Buenos Aires. Sedert het jaar 1912 hebben zij in uitvoering voor ongeveer 1.6 millioen gulden baggerwerk voor het maken van een haven voor kleine zeeschepen te Quequen, gelegen tusschen Buenos Aires en Bahia-Blanca.
Dit zijn slechts eenige gegevens betreffende het aandeel dat Nederlandsche aannemers en ingenieurs gehad hebben in de waterbouwkundige werken, de laatste kwart eeuw in Zuid-Amerika uitgevoerd.
Niet alleen is daardoor krachtig meegewerkt aan de Nederlandsche welvaart, maar de oude naam van Nederland als waterbouwkundige natie is er door bevestigd en in aanzien verhoogd.
* * *
Juist toen bovenstaand artikel geschreven was, kregen wij een correspondentie uit Argentinië in Het Vaderland onder de oogen, waarin hulde wordt gebracht aan het ‘particulier initiatief’ der Nederlanders in Zuid-Amerika.