Neerlandia. Jaargang 19

Van de Afdeelingen.

Amsterdam (Stud-Afd.).

Het bestuur dezer Afdeeling is thans als volgt samengesteld: mej. D.M. Mauritz, voorzitster; S.H.E. Domela Nieuwenhuis Nijegaard, 1ste schrijver; P.S. Pretorius, penningmeester; J.H. Kremer, ondervoorzitter; R. Reitz, 2de schrijver.

Arnhem.

Voor de leden dezer Afdeeling en die van Vreemdelingenverkeer trad de vorige maand de heer D.J. van der Ven op met een belangwekkende lezing over klokkenspellen.

De spreker vertoonde een aantal mooie lichtbeelden.

Het bestuur der Afd. Arnhem is thans als volgt samengesteld: Mr. C.J. Baron van Tuyll van Serooskerken, voorzitter; Dr. P. Ribbius, 2e voorzitter; W.G. Wieringa, secretaris (voorloopig waarnemend penningmeester); Jhr. J. Beelaerts van Blokland, J.P.C. Hartevelt, H.P. de Joncheere.

Dordrecht.

16 Nov. hield Mr. Dr. J. Eysten voor deze Afdeeling een voordracht over de verdediging van Nederland, voorheen en thans, een onderwerp van den dag, dat meer belangstelling had verdiend dan de leden hebben getoond.

's-Gravenhage (Jongel.-Afd.).

De secretares, mej. Jo van Emden, schrijft:

Zaterdag 13 Nov. 1.1. hield de heer K.A. Mayer, oud-voorzitter van Jong-Vlaanderen, een lezing voor onze Afdeeling, welke getiteld was: ‘Albrecht Rodenbach’, de groote Vlaamsche dichter.

Hij vertelde hoe Rodenbach, bezield door den omgang met zijn leermeester, Hugo Verriest, het middelpunt van de Vlaamsche Beweging onder de Leuvensche studenten geworden was. Spreker vermeldde allerlei bijzonderheden uit den strijd voor de Vlaamsche rechten. en wisselde zijn rede af door het lezen van verscheidene gedichten en brieven van Rodenbach; onder welke dat over ‘Klokke Roelant’ wel den meesten indruk maakte.

Met het zingen van de ‘Vlaamsche Leeuw’ werd de goed bezochte bijeenkomst gesloten.

Rotterdam (Jongel.-Afd.).

3 Nov. hield de heer Joh. J. Dulfer Jr. van Rotterdam voor de leden dezer Afdeeling een voordracht (met lichtbeelden) over den Gothischen kerkbouw in Noord-Frankrijk.

Wageningen (Stud.-Afd.).

Door het bestuur dezer Afdeeling is een rondschrijven onder de landbouw-studenten verspreid, waarin bij een aansporing om lid te worden van het A.N.V. als middelen om het doel te bereiken worden genoemd:

1^o.	Het vormen van een band tusschen leden van den Nederlandschen stam, waar ter wereld zij zich ook bevinden. (Men bedenke hierbij, hoevelen van deze inrichting naar onze koloniën gaan en hoevelen omgekeerd uit die streken hier komen studeeren. Wederzijdsche waardeering dezer personen en hun beider vaderland is zeer gewenscht).
2^o.	Het vormen van een band tusschen de studenten aan inrichtingen van Hooger Onderwijs. (Wij vestigen er de aandacht op, dat de Afdeeling Wageningen van het A.N.V. en de N.C.S.V.

[p. 270]

	hier de eenigste studenten-vereenigen zijn, die algemeen buiten Wageningen erkend worden).
3^o.	Bekendmaking en aansporing tot bezoeken van onze landbouw-onderwijsinrichting bij buiten Nederland wonenden (b.v. Nederl. Oost-Indië, België, Zuid-Afrika).
4^o.	Medewerking aan congressen in overeenstemming met het doel van het Verbond (b.v. Alg. Nederl. Studenten-Congres).
5^o.	Verspreiding van het Nederlandsche boek.
6^o.	Verspreiding van het Nederlandsche lied.