Vlaanderen
De Nederlandsche Pers in België.
Aan een brief uit Antwerpen in de Nieuwe Courant is het volgende ontleend:
De Antwerpsche dagbladpers is thans tot het minimum herleid; slechts twee bladen zien hier op het oogenblik het licht: Het Vlaamsche Nieuws, een courant die voor vijf centimes, en De Antwerpsche Courant, een blad, dat voor drie centimes wordt verkocht. Doch daarnaast komen te Antwerpen binnen: het socialistisch blad Vooruit en de anti-socialistische courant Het Volk, beide uit Gent, enkele in het Fransch gestelde Brusselsche bladen en dan vooral, buiten de Duitsche bladen natuurlijk, de Nederlandsche couranten, ten getale van vijf: De Nieuwe Courant, de Nieuwe Rotterdamsche Courant, Het Vaderland, Het Algemeen Handelsblad en De Maasbode.
Het is in alle opzichten wel een verheugend teeken, dat de Nederlandsche pers hier zoo verspreid geraakt, - ik laat natuurlijk de treurige omstandigheden, die daartoe aanleiding gegeven hebben, buiten bespreking, - en het is zelfs een verbazend iets menschen, die vroeger ten hoogste tien centiemes voor een uit Frankrijk herkomstige courant over hadden, thans tot twintig centimes toe voor één enkele uitgave van een Nederlandsch dagblad te zien besteden. Personen, die voorheen nooit een Vlaamsch, laat staan een Nederlandsch blad lazen, menschen, die in den dagelijkschen omgang bijna uitsluitend Fransch spreken, die stellig nooit een in het Nederlandsch gesteld boek onder de oogen kregen, lezen nu een Nederlandsche courant!
De nieuwsgierigheid moet dan wel groot zijn, het verlangen om te weten wat er in de wereld omgaat, wat er op de verschillende oorlogstooneelen afgespeeld wordt, moet dan wel sterk wezen en het vertrouwen, dat men in de Nederlandsche bladen stelt, moet dan wel stevig gebleken zijn, al heette het in het begin van het eene blad, dat het Duitschgezind, van het andere, dat het aan Duitschland verkocht was. Maar hoe licht wordt men tegenwoordig niet van Duitschgezindheid beschuldigd!
Dezelfde bijval schijnt aan de Nederlandsche pers te Brussel te beurt te vallen, en daar is het feit nog des te opmerkelijker. Reeds maanden geleden werd mij door een van mijn vrienden aldaar meegedeeld, dat groote handelshuizen er opzettelijk Nederlandsche woordenboeken hadden gekocht om in staat te zijn, aan de hand van deze gidsen, hun weg te vinden in een gebied, dat hun tot dan toe nagenoeg totaal vreemd was gebleven, terwijl er zóóveel belang werd gehecht aan de nieuwstijdingen, die de bladen brachten, dat er dagelijks van de voornaamste oorlogsberichten referaten werden gemaakt.
Lieden, die bij machte zijn om over een dagblad een oordeel te vellen, spreken met lof over de degelijkheid en de veelzijdigheid van de Nederlandsche couranten en veel personen, die verleden jaar, tengevolge van de beschieting van Antwerpen, verplicht waren om uit te wijken en te dier gelegenheid de Nederlandsche grens zijn overgestoken, zijn met een goeden indruk van Nederland teruggekeerd en spreken u soms over de superioriteit van Nederland op een of ander gebied. Dat het tot een wereldoorlog is moeten komen voor veel menschen om een land, dat zoo dicht bij gelegen is, te ontdekken, het is misschien ook al één van de eigenaardigheden van den huidigen tijd!
Wat zal er van dat alles, wanneer de toestanden weer normaal zullen geworden zijn, overblijven? Laten wij hopen zooveel mogelijk.
Intusschen is het woord ‘courant’, dat vroeger hier nagenoeg onbekend was, in de mode gekomen en waar men eertijds altijd over ‘gazetten’ hoorde spreken, waar het woord ‘gazet’ bij voorkeur de benaming was, die aan een dagblad werd gegeven, daar werd nu reeds, onder Nederlandschen invloed, een blad in het leven geroepen, dat de Antwerpsche Courant heet.