Neerlandia. Jaargang 19

Nederlandsche Antillen.

Hollandsche avond te Willemstad.

Begin September heeft het bestuur der Groep de leden op Curaçao een avond aangeboden, die den West-Indiërs nader met Oost-Indië heeft doen kennis maken.

De Kapitein-Commandant der troepen, de heer H.L. Bierman, hield een lezing over Atjeh en Sumatra's Westkust.

Aan de Amigoe, die er verslag van geeft, is het volgende ontleend:

De nieuwe militaire societeit in het Waterfort was om half negen prop en propvol met dames en heeren, toen onder de tonen van het Wilhelmus de H.Ed.Gestr. heer Gouverneur werd binnengeleid door de Commissie van ontvangst, Dr. M.C. Henriquez en den heer H.J.Th. Boomgaart. De waarn. voorzitter, Pater Wahlen en de secretaris, de heer Chumaceiro, ontvingen Mr. Th.I.A. Nuyens bij den ingang van het gebouw. Z.H. Ed. Gestr. was vergezeld van zijn militairen adjudant, Luitenant H. de Vries.

Na den welkomstgroet en een kort inleidend woord van den voorzitter, begon de Kapitein zijn lezing met een kort overzicht van het tijdvak Van Heutsz, het glorietijdperk van Nederland in Atjeh, dat onder

[p. 248]

het militair bestuur van dezen Generaal tot rust kwam. Volbloed militair en oprecht Nederlander, sprak Kapitein Bierman met den gloed der overtuiging over het dikwerf heldhaftig optreden van het Oost-Indisch leger en het weldoende beschavingswerk van Nederland in Indië. Mooie foto's, prachtige kiekjes, elk op zich zelf, illustreerden de lezing, of liever, de lezing was eigenlijk een verklarende tekst bij de platen.

Na Atjeh kwam Sumatra's Westkust aan de beurt. Kapitein Bierman sprak als een goed kenner van land en volk, die alles zelf gezien had en meegeleefd.

Een luid applaus bedankte den spreker voor zijn onderhoudende en hoogst belangrijke lezing.

Met een enkel woord bracht Pater Wahlen hulde aan den Kapitein, die de Oost had leeren kennen aan de West, en een blik had doen slaan in Groot-Nederland. Met rechtmatigen trots mocht hij gewagen van Neêrland's roemrijk Oost-Indisch leger en het prachtig beschavingswerk door de Nederlandsche kolonisatie verricht. De waarn. voorzitter hoopte Kapitein Bierman nog meermalen te zien optreden voor het Verbond en bracht Z.H. Ed. Gestr. dank voor het ter beschikking stellen der Militaire Societeit, aan de officieren voor de versiering der zaal en aan den kapelmeester voor zijn opvroolijkende muziek, en sloot de welgeslaagde buitengewone vergadering.