Nederland op de wereldtentoonstelling te San Francisco.
Aan een bijzondere correspondentie in De Nieuwe Courant is het volgende ontleend:
De deelneming van Nederland is ditmaal buitengewoon groot en behalve de inzendingen in het Nederlandsche Paviljoen vinden wij er nog in de volgende paleizen: Schoone Kunsten, Levensmiddelen, verschillende Industrieën, Transport en Vrije Kunsten, terwijl de Nederlandsche Tuinen het belangrijkst zijn op het gebied van tuinbouw op de tentoonstelling.
Het zal in de toekomst blijken dat het geld (c.a. ½ millioen dollars) en de energie die er door Nederland werden besteed om deze deelneming mogelijk te maken, ruimschoots beloond worden. In Nederland werd het bijeenbrengen en de administratie hiervan geleid door den heer Mr. J.C.A. Everwijn van het Ministerie van Landbouw, Handel en Nijverheid. Onze Consul-Generaal te San Francisco, de heer H.A. van Coenen Torchiana, die tevens plaatsvervangend commissaris-generaal voor deze tentoonstelling is, heeft de uitvoering der plannen in handen.
Bij het uitbreken van den oorlog deden zich talrijke moeilijkheden voor, doch deze is men schitterend te boven gekomen. De energieke heer Torchiana heeft veel tot het welslagen bijgedragen, zoodat het Nederlandsche gebouw thans een van de populairste van de tentoonstelling. Hij is voorzitter van den Raad van Vreemde Commissarissen-Generaal te San Francisco, terwijl onze vice-consul, Dr. Bunge, secretaris is.
Het Nederlandsche Paviljoen is opgetrokken in modern-Hollandschen stijl naar ontwerpen van den Rotterdamschen architect Kromhout en niet zooals de officieele gids zegt een reproductie van een bekend oud-Hollandsch bouwwerk. Het is juist het oorspronkelijke wat het van andere gebouwen onderscheidt. Even oorspronkelijk is het inwendige, n.l. de versieringen welke tot in alle bijzonderheden zijn uitgevoerd door den jongen en begaafden kunstenaar Herman Rosse, die indertijd ook voor het Vredespaleis heeft gewerkt.
De inzendingen zijn verdeeld in 3 groepen: Nederland, Oost-Indië en West-Indië, in 3 afzonderlijke deelen van het gebouw ondergebracht. Het belangrijkste hiervan is de Oost-Indische inzending, waarvan in de eerste plaats de 3 groote diorama's, vervaardigd door den kunstschilder Carel Dake Jr., genoemd dienen te worden. Ze behooren tot het beste op dit gebied van de geheele tentoonstelling. Verder is er een verzameling photo's van Ned. Indië, relief-kaarten, prachtig uitgevoerd, houtsnijwerk en andere producten van kunstnijverheid en monsters van de verschillende producten van Ned. Indië. De leiding en ook de voorbereiding van de Indische inzending was opgedragen aan den heer E. de Kruyff van het Departement van Landbouw, Handel en Nijverheid te Buitenzorg, die tevens gedelegeerd commissaris voor Ned. Indië op de tentoonstelling is.
De handelsbetrekkingen tusschen Ned. Indië en Amerika zullen zeker door deze inzending sterk worden uitgebreid en de Amerikanen kunnen zich thans een denkbeeld vormen van het belang onzer koloniën. Ongetwijfeld zal ook het toeristenverkeer op Java toenemen.
De inzending van West-Indië bestaat hoofdzakelijk uit monsters van producten van onze bezittingen aldaar, terwijl een groot decoratief doek de haven van Curaçao in beeld brengt.
Als grootste aantrekkelijkheid van de Nederlandsche inzending zijn ongetwijfeld de 2 diorama's bedoeld, het eene voorstellende het uitvaren van een koopvaardijvloot in de 17de eeuw voorbij Marken naar Amerika. En het andere een Friesche boerderij. Afgescheiden van de weinige artistieke waarde rijst bij ons de vraag of er ditmaal voor reklame niet een ander onderwerp gekozen kon worden dan Marken. Maar al te veel denken nog de Amerikanen dat ieder in Nederland op klompen loopt en zich in boerenkleeren steekt.
Wij vinden verder modellen van schepen en een aantal firma's zonden hun monsters in die in afzonderlijke monsterkamers voor belangstellenden te bezichtigen zijn. De belangrijkste inzendingen van Nederlandsche firma's vinden wij evenwel in de verschillende paleizen ondergebracht. Zeer veel succes heeft de gezamenlijke inzending der Kunstaardewerkfabrikanten.
Een prachtige inzending zilverwerk en juweelen van de firma Begeer uit Utrecht trekt veel aandacht, de firma Stokvis & Zonen uit Arnhem zond een volledige verzameling fraaie lampen.
In het Transportation Palace vinden wij een belangrijke inzending van de Holland-Amerika-lijn.
De Hollandsche tuinen, die zeer uitgestrekt zijn en aan een van de hoofdingangen van de tentoonstelling zijn gelegen, trekken aller aandacht, welke zij ook ten volle verdienen. Gedurende den geheelen tentoonstellingstijd zijn verscheidene Hollandsche tuinlieden, onder leiding van den heer Arie van Vliet, bezig de tuinen steeds van nieuwe bloemen en planten te voorzien. Na de tulpen en hyacinthen komen nu de rhododendrons, begonia's enz.
Tenslotte is er een zeer belangrijke inzending van de Nederlandsche kunstenaars ondergebracht in het Paleis voor Schoone Kunsten. De opstelling hiervan had plaats onder leiding van den welbekenden kunstschilder Willem Witsen, die tevens lid was van de internationale jury. Deze verzameling trekt meer de aandacht dan eenig andere in het gebouw, en ofschoon in het geheel slechts 180 nummers groot, behoort ze tot het beste van de inzendingen van vreemde landen, die nagenoeg alle vertegenwoordigd zijn. Reeds werden verscheidene belangrijke doeken verkocht en kregen de Nederlandsche schilders een zeer groot percentage bekroningen.
Het bovenstaande toont hoe Nederland overal schitterend, voor den dag komt.