Uit Cairo.
De handel van ons land met Egypte blijft nog steeds gering, doch het is een gunstig teeken, dat ook de Nederlandsche fabrieken inzien, dat hier onder het nieuwe bestuur een gezonder toestand van zaken mag worden verwacht, en verschillende pogingen doen, om tijdig met hun artikelen op de markt te komen.
Deze pogingen dienen zooveel mogelijk te worden aangemoedigd, en daarom wijs ik er met nadruk op, dat hoewel Egypte op het oogenblik evenals vele andere landen een moeilijken tijd doormaakt, en dus eenige volharding noodig is, men hier algemeen een goede toekomst denkt in te gaan.
In deze onrustige tijden is het een verblijdend gevoel, de Nederlandsche schepen nog altijd als vroeger door het Suezkanaal te zien varen, en onze vlaggekleuren in reusachtige afmetingen op booten van de Rotterdamsche Lloyd geverfd, de algemeene aandacht te zien trekken.
G. VOGEL,
Vertegenw. A.N.V.